Samenvatting Strategisch
Management
H1 Wat is Strategie?
Strategie
= “kleinste keuze van opties om zo goed mogelijk andere keuzes af te dwingen”
= “de keuze van een toekomst voor het bedrijf en de manier om die toekomst te bereiken,
dat wordt verstaan als het framework dat de bedrijfsbeslissingen en -acties coördineert,
samenbrengt en integreert en zo het bedrijf positioneert in een industrie om superieur
financiële winsten te genereren over de lange termijn”
● draait om visie en het lange-termijn denken (indien je altijd direct van plan zou
veranderen, heb je geen goede strategie)
● strategie draait niet enkel om winstgevendheid: vzw’s, ziekenhuizen,... hebben niet
het doel om winst te maken maar een positieve impact te maken op individuen en/of
de maatschappij
Kenmerken van strategie
1) Uniqueness
= het mag niet makkelijk zijn voor andere bedrijven om het business model van jouw bedrijf
over te nemen
2) Trade-offs
= je gaat een keuze moeten maken met betrekking tot je business model
-> Wanneer je lage kosten wilt hebben, zal dit gepaard zijn met lagere verwachte waarde
voor de klant (en omgekeerd)
-> Als bedrijf wil je je op de ‘frontier’ bevinden, je kan hiervoor de kosten verlagen of de
waarde naar de klant verhogen (zonder in te boeten voor één van de twee)
3) Fit - Coherentie - Consistentie
Interdependentie van activiteiten hangt af van interne coördinatie en externe
interdependentie
● Er is interne coördinatie vereist over al de activiteiten heen om coherentie (tussen de
activiteiten) en consistentie (over de tijd heen) te bekomen
, ● Externe dependentie gaat over de reactie van concurrenten of andere spelers op de
beslissingen van het individueel bedrijf (industry value system)
Strategische beslissingen
● De waarde van strategie (strategische beslissingen) ligt in de coördinatie
tussen de verschillende beslissingen, echter kan niet elke beslissing altijd
worden aangekondigd
● Het draait om ‘alignment’, we kunnen niet beheren wat iedereen gaat doen,
maar we kunnen ze wel een richting op sturen om ervoor te zorgen dat
iedereen binnen het bedrijf zich op één lijn zal bevinden
H2 Waardecreatie en Waarde-captatie
Er zijn 3 belangrijke vragen:
1. Wordt er waarde gecreëerd door het bedrijf?
2. Wordt er waarde gecapteerd door het bedrijf (ten opzichte van de kost van het
geïnvesteerde kapitaal)?
3. Kan de gecapteerde waarde behouden worden over de tijd heen door het bedrijf?
Een framework voor waardecreatie en waarde-captatie
Waardecreatie = WTP - costs
1) Willingness To Pay (WTP)
= het maximum wat de koper wilt betalen voor een product
● indien de prijs hoger ligt dan de WTP zal de koper het product niet kopen
● alles wat de vraagcurve beïnvloedt, zal ook de WTP beïnvloeden (inkomen, kwaliteit,
prijs van substituten, prijs van complementen,...)
● by dynamic pricing wordt de prijs zo gezet dat mensen die een hogere WTP hebben
ook een hogere prijs betalen dan mensen met een lagere WTP
, ● het consumentensurplus is de waarde die gecapteerd wordt door de koper (zie
grafiek)
2) Costs
● het is veel gemakkelijker om de kosten te bepalen, dan de WTP
De drivers van waarde-captatie
Enterprise value is in dit geval de maatstaf voor waarde-captatie
ROIC (=return on invested capital)
= margin * resource utilization
● de belangrijkste variabele om strategie te meten
, Noplat (=net operating profits less adjusted taxes)
= NOPAT - (tax rate * interest expense)
● we gebruiken NOPLAT in plaats van NOPAT omdat er door middel van financiering
aan de hand van schulden een belastingvoordeel ontstaat
● we door het belastingvoordeel eraf te trekken elimineren we de financiële structuur
en verschuiven we de focus meer naar het strategische aspect
● interesten worden wel behouden in de berekening aangezien deze gekoppeld zijn
aan het ingebracht kapitaal
Invested Capital (K)
= Fixed Assets (PPE) + Inventories + Trade Receivables - Current Liabilities
= Equity + Non-Current Liabilities - Cash
● het geïnvesteerd kapitaal vertegenwoordigt het cumulatieve bedrag dat geïnvesteerd
is geweest / wordt in de belangrijkste activiteiten van het bedrijf
Margin (return on sales)
= toont aan hoeveel opbrengst er wordt gegenereerd voor elke euro aan verkoop
Resource utilization (return on capital)
= toont aan hoeveel verkoop er wordt gegenereerd voor elke euro geïnvesteerd kapitaal
=> De marge en resource utilization zijn niet het objectief van een bedrijf, maar wel het
gevolg van de strategie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller reinoudpaesen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.