Aantekeningen Kennisclips:
Wat is financieel management?
Prijselasticiteit = de mate waarin de vraag naar een product (verkoop) zal veranderen door
een verandering van de prijs
Afzet = aantal producten
Omzet = afzet x verkoopprijs
TO = TK; non profit / breakeven
TO > TK; profit / winst
Commercie: meer TO -> targets omhoog
Controller: TK omlaag -> bezuinigen
In beide gevallen stijgt de winst
Normaal PE = negatief -> omgekeerd evenredige relatie tussen prijs en vraag; prijst stijgt,
vraag daalt
PE = %vraag/%prijs -> (nieuw – oud) / oud x 100%
Bij elastische producten is er spraak van een hoge elasticiteit (uitkomst > -1); de afzet
veranderd meer dan de prijs (luxe tenten)
Bij inelastische producten is de elasticiteit tussen de 0 en -1; verandering van de prijs heeft
dan minder invloed op de afzet (eerste levensbehoeften)
Hierbij zal een verandering van de prijs een stijging van de TO
veroorzaken
Organisaties indelen:
1. Op basis van winststreven
- Non-profit (KNVB, HAN, sportvereniging, gemeente)
- Profit (Nike, Bristol, Basic-fit) doel = winst maken
2. Op basis van rechtsvorm/juridische vorm
- Zonder rechtspersoonlijkheid => eenmanszaak, vof, maatschap; eigenaar
aansprakelijk met privévermogen
- Met rechtspersoonlijkheid => BV, NV, Vereniging, Stichting; scheiding privé en zakelijk
Eenmanszaak -> zelf verantwoordelijk, 1 eigenaar, aansprakelijk met privévermogen
(bijvoorbeeld spaarrekening)
Vof -> allemaal eigenaar en aansprakelijk voor hetzelfde deel
BV -> niet aansprakelijk voor het privé deel en alleen voor het deel dat je zelf hebt ingebracht
(beschermend voor het prive vermogen)
Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid (leden) of stichting (geen leden)
Met rechtspersoonlijkheid = bestuur is niet hoofdelijk aansprakelijk; wil je als bestuurder je
huis verkopen om je trainer te betalen?
Vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid = bestuurder is hoofdelijk aansprakelijk voor
verplichtingen die vereniging aangaat
, Balans
Balans = het financiële overzicht dat op een bepaald moment weergeeft wat een organisatie
bezit en op welke wijze deze bezittingen zijn gefinancierd
Kenmerken:
- Momentopname; altijd twee momenten
- Altijd in evenwicht; linkerzijde is gelijk aan rechterzijde
- Links de bezittingen, rechts de schulden
- Debet = linkerzijde balans, Credit = rechterzijde balans
Balansposten;
Debetzijde => Vaste activa; gaan meer dan 1 productieproces mee -> gebouwen, stadion,
machines of tennisbaan
Vlottende activa; gaan slechts 1 productieproces mee -> voorraden voetbalshirts, klanten die
nog moeten betalen of gewoon cash
Volgorde van de balansposten -> aan de hand van hoe sneller je er geld van kunt maken, hoe
lager op de balans
Klanten die nog moeten betalen (debiteuren) zijn eerder geld dan een gebouw en staan dus
lager
Creditzijde => eigen vermogen; permanent, onzekere vergoeding -> onder andere de winst
uit de resultatenrekening
Langlopende verplichtingen; vreemd vermogen, langer dan 1 jaar -> hypotheek
Kortlopende verplichtingen; vreemd vermogen, korter dan 1 jaar -> crediteuren, nog te
betalen belasting
Belangrijkste post op de balans; liquide middelen => kas + bank + rekening courant krediet
(hoeveel je in de min mag staan op je betaalrekening, afgesproken bedrag)
Met liquide middelen kun je dingen kopen, maar niet dus met eigen vermogen
Liquiditeiten overzicht => geeft inzicht in de verandering van de liquide middelen van een
organisatie. Specificatie van toe- of afname van geld gedurende een periode
Kenmerken:
- Stroomoverzicht
- Soort bankierenapp en portemonnee
- Geldontvangsten -/- gelduitgaven = verandering liquide middelen
- Zie liquide middelen op debetzijde van de balans
CASH = KING
Resultatenrekening => het inzicht bieden in de oorzaken van veranderingen van het eigen
vermogen
Kenmerken:
- Stroomoverzicht (over een periode)
- Veel verschillende opstellingen
- Onderste deel altijd hetzelfde
- Opbrengsten -/- kosten = resultaat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dioneschipper. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.70. You're not tied to anything after your purchase.