Hoofdstuk 1. De leer van de indeling van de goederen
Afdeling 1. De goederen volgens de graad van toe-eigeningsmogelijkheid
A. Belang indeling
B. Goederen in en buiten de handel
C. Gemene voorwerpen
D. Goederen zonder eigenaar
E. Gevonden goederen
Afdeling 2. De goederen volgens hun gebruik
A. Vervangbare en niet-vervangbare
B. Verbruikbare en niet-verbruikbare
C. Soortgoederen (genera) en bepaalde (species)
Afdeling 3. Roerende en onroerende goederen
A. Belang indeling
B. Onroerend
C. Roerend
Afdeling 4. De publieke goederen
A. Situering
B. Openbaar domein
C. Privaat domein
D. Beslag op publieke goederen
Hoofdstuk 2. De zakelijke hoofdrechten
Basisprincipe zakelijke rechten
Het numerus clausus-beginsel inzake zakelijke rechten
Afdeling 1. Eigendomsrecht
A. Definitie en kenmerken
B. Vordering tot bescherming van het eigendomsrecht
C. Bewijs van eigendom
D. Begrenzing van het eigendomsrecht van een grond
E. Het ontstaan van eigendom: de oorspronkelijke wijzen van eigendomsverkrijging
A. Numerus clausus-beginsel
B. Anterioriteit
C. Volgrecht
D. Voorrang
E. beschikkingsbevoegdheid
Afdeling 2. Algemene regels inzake voorwerp van zakelijke rechten
A. Voorwerp
B. Specialiteit
C. Eenheid
1
,D. Accessoriumregel
E. Zakelijke subrogatie
F. Verwerking
G. Vermenging
Afdeling 3. Algemene regels inzake verkrijgen en tenietgaan van zakelijke rechten
A. Titularis van zakelijke rechten
B. Verkrijgingswijzen
C. Tenietgaan
Hoofdstuk 4. Publiciteit
Afdeling 1. Roerende goederen
A. Overdracht roerende
B. Overdracht schuldvorderingen
C. Vestiging pandrecht
Afdeling 2. Onroerende goederen
A. Doel van publiciteitssysteem
B. Overschrijving op het kantoor rechtszekerheid
C. Inschrijving op het kantoor rechtszekerheid
D. Kantmelding
E. Evaluatie van het huidig onroerend publiciteitssysteem
Terug naar eigendomsrecht
F. De beperkingen van het eigendomsrecht
G. Mede-eigendom
LESWEEK 2 – niet gevolgd
Inleiding
Wettelijk kader
Boek 3
- Aanvullend recht: partijen kunnen afwijken
- Tenzij: definities en andersluidende bepaling
Numerus clausus-beginsel
Gesloten stelsel van zakelijke rechten + enkel de WG kan zakelijke rechten creëren
Opsomming – Art. 3.3
Hoofdstuk 1. Goederen: begrip en indelingen
Afdeling 1. Goederen
Art. 3.41
- Voorwerp (lichamelijk of onlichamelijk)
- Vatbaar voor toe-eigening
- = moet mogelijk zijn dat een persoon de feitelijk macht over het voorwerp
uitoefent met uitsluiting van anderen
Gemene voorwerpen – Art. 3.43
- Behoren aan niemand toe en kunnen in totaliteit niet worden toegeëigend
2
, o Zee, lucht
- Gebruik in het algemeen belang (met inbegrip van het belang van toekomstige
generaties)
Goederen zonder eigenaar (res nullius)
- Zijn wel vatbaar voor toe-eigening en behoren aan niemand toe
o Nooit een eigenaar gehad: rivier
o Eigenaar heeft er afstand van gedaan: vuilnis
Zakelijke rechten
- Goed in de zin van Art. 3.41 ð goed kan voorwerp uitmaken van een zakelijk recht
– Art. 3.7
Gevonden voorwerpen
- Art. 3.58 en 3.59: impliceert dat res nullius en verloren goederen en schatten
hiertoe behoren
Dieren – Art. 3.39
Vruchten en opbrengsten – Art. 3.42
Vrucht vaneen goed
- Datgene wat het goed periodiek voortbrengt, zonder dat dit de substantie ervan
wijzigt en ongeacht of het uit zichzelf gebeurt of als gevolg van de valorisatie
ervan
Opbrengst van een goed
- Datgene wat het goed opbrengt, maar waardoor de waarde van het goed
onmiddellijk of geleidelijk wordt verminderd
Afdeling 2. De goederen volgens hun gebruik
Vervangbare en niet-vervangbare goederen
= zijn goederen die vervangbaar zijn voor de nakoming van een verbintenis – Art. 3.44,
lid 1
Criterium: wil van de partijen
- Niet de intrinsieke kenmerken van het goed bepalen of ze vervangbaar zijn, wel de
overeenstemming van partijen om de goederen te vervangen
Belang onderscheid
- Verbintenissenrecht bij bevrijden van schuld
Verbruikbare en niet-verbruikbare goederen
Begrippen
- Geen gebruik zonder juridische beschikkingsbevoegdheid
- Goederen gaan verloren bij eerste gebruik
Belang onderscheid
- Bruikleen en verbruikleen
- Vruchtgebruik: heeft enkel de bevoegdheid te gebruiken en verbruiken – Art.
3.148, 3°
o Zie infra
3
, Soortgoederen (genera) en bepaalde goederen (species)
Begrippen
- Art. 3.44, lid 3
- Zijn bepaald naar hun generieke kenmerken
Belang onderscheid
- Goederenrecht: Bij verplichting tot teruggave einde vruchtgebruik;
specialiteitsbeginsel inzake zakelijke rechten, vermenging (3.159, lid 2; 3.8;
3.12)
- Verbintenissenrecht: overdracht van goederen en diens risicoleer
o Eigendomsoverdracht slechts solo consensu. Bepaalde goederen: direct
overdracht – soortgoederen: slechts bij individualisatie (tot dan ligt risico bij
de overdrager)
Afdeling 3. Roerende en onroerende goederen
Onroerende goederen
Uit hun aard
- Art. 3.47, lid 1: niet enkel het driedimensionale voorwerp, maar ook de volumes
erboven en eronder
o Ook in het opstalrecht belangrijk
o Ondergrond heeft vele beperkingen door WG voor de exploitatie en
eigendom van de ondergrond
Door incorporatie
- Art. 3.47, lid 2: alle bouwwerken en beplantingen die deel uitmaken van
onroerend goed
o Het moet niet vastzitten, kan ook algemener ‘voorwerpen die duurzaam en
gewoonlijk ermee verbonden zijn’
o Verwarming, zonnepanelen
- Inherente bestanddelen vs. accessoria
o Accessoria bestaan nog los van het onroerend goed
Art. 3.9
1. Goed moet aan zelfde eigenaar toebehoren als het hoofdgoed
2. Goed moet: ofwel duurzaam verbonden of bevestigd zijn aan
hoofdgoed, ofwel ten dienste staan van de uitbating of van de
bewaring van het hoofdgoed
Zelfde voorwaarden als ‘door bestemming’ (zie infra)
o Inherente bestanddelen missen zekere mate van autonomie
Art. 3.8, §2: veronderstelt fysieke of functionele band
- Element tijdelijk losgemaakt van OG en daarna terug geplaatst = OG – Art. 3.48,
lid 2
- Door wil eigenaar kunnen sommige delen roerend worden gemaakt – lid 1
o Planten
Door bestemming
- = goederen die als OG worden beschouwd, ook al zijn zij verplaatsbaar, omdat zij
een accessorium van een OG vormen
- Twee voorwaarden
o Dezelfde eigenaar
o Duurzame verbinding of bevestiging
Beeld in een nis
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emileparzysz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.97. You're not tied to anything after your purchase.