in dit document wordt hoofdstuk 1 tm 5 en 7 van het boek onderzoeksmethoden van scheepers en tobi samengevat. Daarnaast zijn er nog een aantal artikelen samengevat, maar dat is maar een klein gedeelte van het document
Samenvatting SRO
Hoofdstuk 1
In sociale wetenschappen uit van aanname dat mensen sociale wezens zijn; wezens die
harmonieus of conflictueus samenleven met andere mensen. Ook naar gekeken vanuit
bestuurs- en managementwetenschappen: verschijnselen binnen kleinere verbanden van
organisaties. Gedragswetenschappen: gedrag van individuen en factoren die dit
individuele gedrag beïnvloeden, factoren in de mens en menselijke omgeving.
Wetenschap is gericht op theoretische kennis die is gebaseerd op onderzoek. Wetenschap
wordt omschreven als systematisch geheel van kennis; samenhangend geheel van
uitspraken om allerlei sociale verschijnselen te beschrijven, verklaren of voorspellen.
Moeten planmatig te werk gaan. Een plan wordt in de beginfase van het onderzoek
ontwikkeld, maar kan je in de loop van het onderzoek nog bijstellen.
Wetenschappers proberen inzicht te krijgen over systematische waarnemingen. Zijn
zintuiglijk en dus empirisch waarneembaar: mensen bevragen of bekijken. Vooral
belangstelling voor systematische patronen in en de relatie tussen die antwoorden.
Fundamenteel en praktijkgericht onderzoek. Doel om systematische, empirische
waarnemingen van sociale werkelijkheid te verrichten om daarover theoretische inzichten
te ontwikkelen of om eerder ontwikkelde theoretische inzichten te toetsen.
Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek: bijdrage leveren aan
wetenschappelijke kennis. Gedreven door nieuwsgierigheid en ze willen graag
weten hoe de sociale wereld in elkaar zit. Gaat om kennisprobleem,
onderzoekers beogen meer kennis en inzicht te verkrijgen. Praktijkgericht
onderzoek: kennis genereren die direct bijdraagt aan oplossingen van
praktijkproblemen. Praktische problemen van aanwijsbare mensen of groepen
in de samenleving vormen uitgangspunt. Kennis en inzichten aandragen die
gebruikt kan worden bij vinden en uitproberen van praktische oplossingen.
Eerst weten hoe sociale werkelijkheid in elkaar zit alvorens oplossingen voor deze
praktijkproblemen voor te kunnen stellen.
Bij methodologie gaat het om de wetenschap van de sociaalwetenschappelijke methoden
2 benaderingen: empirisch-analytisch en empirisch-interpratief. Wetenschappers
gebruiken een van de twee en op grond van die benadering verschillen zij vaak van
mening over de keuze voor interessante probleemstellingen. Uit beide benaderingen
vloeien uitgangspunten voort die leiden tot uiteenlopende keuzes voor
probleemstellingen.
Explorerend onderzoek: een onderwerp waar vrijwel nog geen onderzoek naar is gedaan
en dan ben je gedwongen om met je onderzoek de sociale werkelijkheid te verkennen of
te exploreren. Weinig kennis aanwezig Toetsend onderzoek: vraagstelling waarover al
theoretische inzichten zijn verworven. Deze inzichten kan je gebruiken om specifieke
hypothesen af te leiden. Voldoende kennis en van belang om na te gaan of die kennis al
dan niet juist is.
Relatie uitleggen wetenschappelijke uitspraken en empirische waarnemingen; eerst
wetenschappelijke definities opstellen van abstracte begrippen die je gebruikt. Een van
belangrijkste stappen in onderzoeksproces: onderzoekers moeten eenduidig en op
transparante wijze beschrijven hoe zij hun vraagstellingen en de abstracte begrippen die
daarin voorkomen, daadwerkelijk waarneembaar denken te maken.
In verschillende disciplines hebben onderzoekers uiteenlopende tradities als het gaat om
keuzes voor interessante probleemstellingen. Ook tradities voor de daarna gekoppelde
keuzes voor bepaalde onderzoek ontwerpen geleid tot gebruik van verschillende
termen voor dezelfde zaken.
Voor tijdens en na onderzoek wordt er gecommuniceerd over vraagstellingen, theorieën
en hun empirische waarnemingen. Kan binnen vakgebied; disciplinair of buiten
,vakgebied; multidisciplinair. Dit is vaak via artikelen en helpt om kwaliteit van
wetenschappelijk product te verbeteren. Wordt gehandeld al critical friends. Daarnaast
wordt ook gebruik gemaakt van peer review. Ook is er valorisatie: hiermee tonen
wetenschappers aan dat hun wetenschappelijke inzichten ook van belang zijn voor de
maatschappij communicatie met breder publiek.
Klassiek model in communicatiewetenschap is het zender-boodschap-ontvangermodel:
wie zegt wat tegen wie, hoe en met welk effect. Bezwaar is dat het ordent vanuit het
perspectief van de zender, weinig aandacht voor ontvanger. Ander kritiekpunt is dat er
geen aandacht werd besteed aan context van communicatie.
Ontvanger centraal: niet de vraag wat de boodschap doet met de ontvanger, maar wat
de ontvanger doet met de boodschap; boodschap als informatiebron, vermaak, middel
om persoonlijke identiteit te versterken, voertuig voor sociale integratie en interactie.
Informatie en vermaak bekendste vormen. Ontvanger erg selectief (selectieprocessen):
selecteren uit informatieaanbod de boodschappen die zij kunnen gebruiken en destilleren
daaruit eerder wat hun eigen opvattingen en gedrag ondersteunt en niet wat hen ongelijk
stelt. Boodschap kan ook centraal staan, veel in de vorm van wetenschappelijk artikel.
Onderzoek op gebied van sociale wetenschappen is vaak terug te vinden in de media in
de vorm van nieuws: als er dmv onderzoek een oplossing is gevonden voor belangrijk
wetenschappelijk of maatschappelijk probleem.
Door wetenschappelijke schandalen in het verleden zijn er regels gekomen over hoe
onderzoekers zich moeten gedragen tegenover de mensen die meedoen aan onderzoek,
centraal staan de mensenrechten. Een van invloedrijkst schandalen is die rond het
Tuskegee-syfilisonderzoek. Daardoor is er een commissie in het leven geroepen, kreeg oa
als taak om ethische basisprincipes te identificeren die ten grondslag zouden moeten
liggen aan biomedisch en gedragsonderzoek aan mensen.
Belmont rapport (ethische principes): - respect voor personen. Autonomie van mensen en
recht op zelfbeschikking – risicos voor deelnemers tot minimum beperken – een eerlijke,
redelijke en niet-exploiterende procedure voor studieparticipanten. Sinds 1998 de wet
medisch-wetenschappelijk onderzoek en daaruit ccmo. In 2004 eerste versie van
Nederlandse gedragscode wetenschapsbeoefening, in 2016 herzien. In 2018 opgevolgd
door Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit (NGWI). NGWI gaat over
opstellen en uitvoeren van onderzoeksplan; over gehele onderzoeksproces. 5 princiipes:
- eerlijkheid: geen fraude, vervalsing, open over onzekerheidsmarges – zorgvuldigheid:
optimale precisie bij het ontwerp, uitvoering, verslaglegging – transparantie: voor
anderen helder welke data is gebruikt en hoe te verkrijgen – onafhankelijkheid: niet laten
leiden door buitenwetenschappelijke overwegingen, onpartijdigheid –
verantwoordelijkheid: niet in isolement opereren.
Code van DSW bevat algemene ethische richtlijnen. Algemene uitgangspunt is ‘apply or
explain’: onderzoekers en studenten geacht om richtlijnen toe te passen in concrete
onderzoekssituaties of helder kunnen uitleggen waarom zij moeten afwijken van de
richtlijnen. In deze code veel aandacht voor allerlei ethische kwesties maar in bijzonder
voor informed consent: deelnemers moeten aard van onderzoek begrijpen en
consequentie. Goed geinformeerd over vrijwillige deelname en dat ze kunnen opzeggen
zonder nadelige consequenties en reden te geven. Ook veel aandacht voor leeftijdsgrens
(<12: toestemming ouders, 11-16: informed consent van ouders, 16+: zelf weten als er
maar een doelbewuste actie ter inschrijving was). Ook veel aandacht naar bescherming
van de gegevens die uit onderzoek komen.
Onderzoekers worden veelal gedreven door nieuwgierigheid. Principes zijn leidend maar
leidt niet altijd tot eenduidigheid over wat de beste beslissing is.
, Wetenschappers dienen eerlijk en zorgvuldig te zijn: correcte bronvermelding, gegevens
niet fabriceren of manipuleren, meetresultaten niet wijzigen, geen onwelgevallige
gegevens achterhouden. Ze dienen zich ook onpartijdig en objectief op te stellen.
Transparantie is het allerbelangrijkste: argumentatie moet helder en navolgbaar zijn,
keuze voor onderzoek ontwerp moet helder zijn en beargumenteerd worden, gegevens
moeten toegankelijk zijn, alle bronnen moeten controleerbaar zijn. Daarom moet je alles
bewaren; FAIR, die zorgt ervoor dat je gegevens findable, accessible, interopareble en
reusable zijn. DANS is een online tool om te checken in hoeverre je voldoet aan FAIR
criteria.
Hoofdstuk 2
Onderzoeksplan bestaat uit probleemstelling (wat onderzoeken en waarom: vraagstelling,
doelstelling, theoretisch raamwerk) en onderzoeksontwerp (hoe opzetten, welke
gegevens verzamelen en bij wie/wanner/waar. Ook manier waarop je gegevens wilt
analyseren en onderzoek wilt rapporteren).
Uitvoeren onderzoek start met ontwikkelen van onderzoeksplan, elk wetenschappelijk
onderzoek is gericht op genereren van kennis en bedoeld om bij te dragen aan het
oplossen van kennisproblemen en praktijkproblemen. Onderzoeksplan nodig om
toestemming te krijgen van ethische commissie en onderzoek te starten.
Eerste fase is opstellen van onderzoeksplan, kost veel tijd, doe niet alleen maar overleg
met anderen (blz. 35 bekijken).
Probleemstelling
Vaak maatschappelijk probleem dat oplossing vraagt waar specifieke kennis ontbreekt.
Probleemstelling geeft aan wat en waar je wilt onderzoeken en vanuit welke theoretisch
raamwerk. Beginnen met waarom: belangrijk dat het kennis oplevert die relevant is voor
oplossen van een probleem. Beginnen met wat: vooral fundamentele kennis ontwikkelen.
Je kunt onderzoek over sociale werkelijkheid op verschillende manieren benaderen, ook
wel paradigma: stelsel van opvattingen wat juiste/beste wetenschap is, waar
wetenschappelijke theorie aan moet voldoen en manier waarop zo een theorie moet
ontwikkelen.
Wetenschappelijke verschijnselen vaak gerepresenteerd in theoretische concepten.
Theoretisch raamwerk is collectie van concepten en hun onderlinge samenhang die je wilt
gebruiken in je onderzoek.
Onderzoeksontwerp
Beschrijf hoe onderzoek wilt ontwerpen en bevat alle methodologische aspecten:
veldonderzoek, experiment, etnografisch, analyse, bestaande data. Daarna komt
dataverzamelingplan. Welke data en beschrijf hoe je abstracte theoretische concepten
waarneembaar of bevraagbaar wilt maken: operationaliseren. Beschrijf ook aard van de
data (kwalitatief of kwantitatief) en welke meetniveau ze hebben. Dan volgt
steekproefplan. Welke data verzamelen en hoe je deze identificeert en benadert. Kan met
kanssteekproef (generaliserende uitspraken) of niet-kanssteekproef (heterogeniteit
zonder te generaliseren). Hierna geeft je ook nog voorlopige informatie over praktische
uitvoeringen. Je kijkt ook vooruit naar wat je wilt doen met de data die je gaat verzamelen
(data analyseplan: beschrijf hoe je verzamelde data wilt analyseren).
Voor goed onderzoeksplan moet je ter voorbereiding literatuuronderzoek doen: verkennen
wat al bekend is. Zo kan je vraag-/doelstelling en theoretisch raamwerk beter
geinformeerd kiezen en leer je hoe onderzoekers terugkijken op hun onderzoeksplan.
Literatuurverkenning heeft nut voor inhoudelijke en methodologische kant. Je kijkt naar
theoretische raamwerk van eerdere onderzoekers. Stappenplan literatuuronderzoek:
bepaal globaal onderwerp, welke zoekmachine, vat het samen, globale samenvatting.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekebracke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.