100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Anatomie, histologie & fysiologie ML2: Samenvatting deel 2 $11.45
Add to cart

Summary

Anatomie, histologie & fysiologie ML2: Samenvatting deel 2

 26 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Hoofdstukken 8 tem 14. Immuunsysteem-bloedstelping &-stolling-spijsverteringsstelsel-adehmhalingsstelsel-excretiestelsel-endocrienstelsel.

Preview 4 out of 44  pages

  • June 17, 2024
  • 44
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Anatomie, Histologie & Fysiologie: Semester 2


1 HET IMMUUNSTELSEL
1.1 Overzicht v aangeboren afweersystemen thv huid & slijmvliezen
1.1.1 Huid

Wat? = intacte huid is bijna ondoordringbaar vr kiemen
 Melkzuur uit zweetklieren + vetzuren hebben bactericide werking
 Lage vochtigheids- + zuurtegraad

Slijmvliezen : Slijmbekercellen (secretie v slijm)
 Vormt mechanische barrière
: Trilharen op epitheelcellen  voortbeweging voorkomt kolonisatie kiemen

1.1.2 Neus & Keel

Wat? = stofdeeltjes ŵ tegengehouden dr talrijke haren die zich thv uitwendige neusopening
vinden
 Ingeademde deeltjes zullen dr opgewekte turbulentiestromingen in contact komen
m/ slijmlaag die zich op het neusepitheel bevindt
- Komen dr trilhaartjes + slikken in maag terecht
 Commensalen flora belet groei ziekteverwekkende kiemen

1.1.3 Mond

Wat? = commensale mondflora
 Lysozyme + peroxidase bevinden zich i/d speeksel = bactericide werking

1.1.4 Ogen

Wat? = traanvocht bevat lysozyme + lactoferrine (verstoort hechting bacteriën + virussen)

1.1.5 Luchtwegen

Wat? = trilhaarcellen v/h luchtwegepitheel zorgen vr opwaartse stroom v/d slijmlaag
 Slijmlaag bevat lysozyme + lactoferrine (humorale afweer)
 Factoren kunnen activiteit trilharen belemmeren
- Luchtweginfecties, luchtpollutie + roken
 Bepaalde kiemen kunnen trilharen interfereren

1.1.6 Maag

Wat? = zure mileu + aanwezigheid bactericide stoffen

1.1.7 Dunne darm

Wat? = peristaltische bewegingen + slijmlaag (m/ lysozyme (humoraal))
 # bacterien neemt toe aan onderste deel kronkeldarm

1.1.8 Dikke darm

Wat? = bevat rijkt commensale bacteriële flora + darmslijmvliezen
 Grootste deel = anaërobe kiemen

1

, Anatomie, Histologie & Fysiologie: Semester 2

 Diarree = overgroei pathogene kiemen

1.1.9 Urinewegstelsel

Wat? = urinestroom voorkomt kolonisatie

Vrouw : Korte urethra veranwtoordelijk vr gemakkelijk kolonisatie commensale darmflora

Man : Prostaatvergroting urineretentie  UTI

1.1.10Vagina

Wat? = Lactobacillus acidophilus + glycogeen vormen zuur milieu in vaginale slijmvlies
 Verstoring zorgt vr vaginale infecties
 Slijm baarmoederhals (lactoferrine) = mechanische barrière

1.2 Soorten verworven immuniteit
1.2.1 Kunstmatige actief verworven immuniteit

Wat? = opgewekt dr toedienen v/e vaccin
 Fungeert als AG + stelt individu bloot aan m.o. zodat AL gemaakt ŵ
- Duurt # weken voordat AL ŵ gemaakt + beschermd langdurig
- Best om meerdere keren vaccin toe te dienen zodat # AL het grootst is
 Perorale toediening = niet goed
- AG ŵ thv maagdarmstelsel gedenatureerd + zullen
bloedbaan niet bereiken

1.2.2 Kunstmatige passief verworven immuniteit

Wat? = ŵ verkregen als gevolg v/h toedienen specifieke AL via bloedserum of ALpreparaten
 AL ŵ verkregen uit serum v dieren of mensen die het hebben aangemaakt

Serotherapie : Werkt snel, mr is zeer tijdelijk beschermen (AL breken af)

1.2.3 Natuurlijk actief verworven immuniteit

Wat? = ŵ verkregen na doormaken v infectieziekte
 Immuunstelsel ŵ gestimuleerd dr m.o. tot aanmaak AL + geheugencellen

1.2.4 Natuurlijk passief verworven immuniteit

Wat? = kind ŵ in baarmoeder + 1ste levensmaanden beschermd dr IgG-AL
 IgG enige dat dr placenta kan passeren + kind bereiken
- Na geboorte ↘ IgG  eigen productie andere Ig

1.3 Ontstekingsreactie

Wat? = verdedigingsreactie v/h gezonde weefsel tgn beschadigende lichaamsvreemde prikkel
 Kan niet-levend of levend stof zijn
- Infectie = levend



2

, Anatomie, Histologie & Fysiologie: Semester 2

: Bij indringers zullen weefselmacrofagen overgaan tot fagocytose + stellen histamine, kinine
+ chemotactische stoffen
1. Histamine
 Veroorzaakt vasodilatatie + doet doorlaatbaarheid v/d capillaire vaatwand
toenemen  zwelling
 Meer vocht komt uit capillairen + zorgt vr pijn dr drukking zenuwuiteinden
 Via lymfeknopen zullen indringers geëlimineerd ŵ
2. Kinine
 Veroorzaakt lokale vasodilatatie + prikkelt zenuwvezels  pijn
3. Chemotactische stoffen
 Zorgen vr aantrekking neutrofielen + monocyten  overgaan tot fagocytose
 Kunnen pyrogene stoffen vrijstellen  koorts

Symptomen : Lokale  zwelling, roodheid, warmte, pijn + functieverlies
: Algemeen  koorts

1.4 Allergie

Wat? = schadelijke reactie v/h immuunsysteem die gericht is tgn normaal onschadelijke stoffen
uit buitenwereld

1.4.1 Type I of anafylactische reactie

Wat? = binnen 10 à 15 minuten na contact m/ allergeen
 1ste contact = sensibilisatie
 2de contact = allergeen bindt m/ specifieke IgE
- Korrels v/d basofielen of mestcellen scheiden histamine uit
 Histamine is verantwoordelijk vr symptomen

1. Lokale
 Plaatselijk + veroorzaakt plaatselijke verschijnselen
- Eczeem, rhinitis, …
2. Algemene
 Grijpt overal in lichaam plaats  massaal uitkomen histamine
- Jeuk, tintelingen, shock  kan tot dood leiden

Allergeen = lichaamsvreemde stof die vorming v IgE-AL kan uitlokken
 Beschikken over eig. zich te kunnen binden op de membranen v basofielen of
mestcellen

1.4.2 Type II of humorale cytotoxische reactive

Wat? = veroorzaakt dr/d binding v+ IgG- of IgM-AL m/ AG op de cel
 Vorm AL veranderd zodat complement kan binden + complementsysteem
geactiveerd kan ŵ
- Bvb. Afbraak RBC als reactie op sommige geneesmiddelen

1.4.3 Type III of immuuncomplexreactie

Wat? = AG-AL-complexen ŵ gevormd in serum
 Activatie v/h complementsysteem + chemotactische stoffen ŵ vrijgesteld


3

, Anatomie, Histologie & Fysiologie: Semester 2

- Polynucelairen ŵ aangetrokken + fagocyteren immuuncomplexen + stellen
enzymen vrij die weefsel beschadigen

Voorbeelden : Boerenlong + duivenmelkerslong
 Inademen schimmels + bepaalde eiwitten aanwezig in duivenmest

: Poststreptococcen-glomerulonefritis + rheumatische endocarditis
 Infectie m/ B-hemolytische streptococcen groep A (keelontsteking)

1.4.4 Type IV of celgebonden allergische ractie

Wat? = overdreven reactie T-lymfocyten o/h AG (12-48u na contact)
 Infiltratie m/ macrofagen + lymfocyten waardoor weefselletsels ontstaan
- Bvb. Contactdermititis

1.4.5 Allergietesten

Wat? = dmv huidtest of bloedonderzoek
1. Huidtest
2. Bloedonderzoek
a. Dosering v hvlhd IgE
- IgE hoog bij type I + parasitaire darminfecties
b. # eosinofielen
- ↗ bij allergiene + parasitaire derminfecties
c. RAST-test
- Hvlhd specifieke IgE-AL tgn bepaalde AG bepalen
 Serum in contact brengen m/ bepaalde allergie + radioactieve
gemerkte AL meten

1.4.6 Pseudo-allergie

Wat? = lichaamsvremde stoffen die allergische reacties kunnen uitlokken z/ tsskomst IgE-AL
 Rechtstreekse inwerking op mestcellen  degranuleren + vaso-actieve stoffen
komen vrij  symptomen zoals anaflyactische reactie
- Bvb. Bepaalde voedingsmiddelen + -additieven

1.5 Het ABO-bloedgroepsysteem

Agglutinogeen = glycoproteïnen op RBC dat bepalend zijn vr bloedgroep (fungeren als AG)

Agglutininen = natuurlijk verworven AL gericht tegen agglutinogeen dat ze niet bezit

Agglutinogeen (op RBC) Agglutininen (in plasma)
Bloedgroep A A Anti B
Bloedgroep B B Anti A
Bloedgroep AB A&B
Bloedgroep O Anti A & Anti B

Bloedtransfusie : Vol bloed
- RBC + plasma ŵ gegeven
 Als ontvanger agglutininen heeft die gericht zijn tgn RBC v donor
- Hemolyse treedt dan op v deze RBC

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller adebl. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.45. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.45  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added