Kennisbeelden en achtergronden in de exfoliatieve cytologie: gynaecologische cytologie, longcytologie en blaascytologie.
Gynaecologische cytologie: normale cervicale celbeelden, hormonaal, infectie en ontsteking, niet neoplastische celveranderingen en iatrogene veranderingen. Abnormale cervicale ...
Cytologie
Les 1 - Cervix
Cytologie: Cellen
Afname methoden:
• Exfoliatie: spoelen en brushen in niet afgebakende omgeving cellen
verzamelen.
• Punctie: dunne naald gericht in massa (combi met beeldvormende
technieken).
Beoordeling microscopisch: celmorfologie in kern en cytoplasma!
- Verschillen in cel-vorm en -structuur vergelijken t.o.v. normaal.
- Betreft “Losse” cellen, daarom geen invasiediepte zichtbaar en niet te
bepalen.
2% van alle nieuw gediagnosticeerde maligniteiten bij vrouwen het
cervixcarcinoom.
- Leeftijdspiek 35-45 jaar (risicogroep).
- Kleinere piek > 60 jaar.
Cervicale intraepitheliale neoplasie (CIN) is een voorstadium van
cervicaal plaveiselcelcarcinoom.
Epitheel bekleedt lichaamsopppervlakken: plaveisel – kubisch – cilindrisch.
Celveranderingen in kern en cytoplasma
Atypie: verwijst naar afwijking van normaal, of niet ‘typisch’ van wordt
normaal gesproken wordt geaccepteerd.
Veranderingen die geen maligniteit vertonen, maar wel aanleiding
geven tot enige zorg.
Dysplasie: cervicale intraepitheliale neoplasie (CIN).
Abnormale groei van weefsel in de cervix die beperkt is naar
epitheel (pre-kanker laesie).
Neoplasie: abnormale groei van nieuw weefsel -> tumor.
Carcinoom: maligne (kwaadaardige) tumor van epitheelcellen.
Pap 1 – Benigne cellen
Benigne: geen maligniteit.
niet-kanker, mild, niet-invasief, onschadelijk.
Pap 2 – 3 – 4 – Pre-maligne cellen: atypia/dysplasia/CIS
Pre-maligne: abnormaliteit die potentieel heeft om maligne te worden.
Dit zijn voorstadia van het plaveiselcelcarcinoom (CIN), die behandeld
moeten worden om uitbreiding naar het carcinoom te voorkomen.
Daarom wordt een advies voor vervolgonderzoek gegeven.
Histologie: CIN1: gering - CIN 2: matig - CIN3: ernstig.
Pap 5 – maligne: cervicaal carcinoom
Maligne: vermogen om weefsel binnen te dringen en zich te verspreiden
naar andere delen van het lichaam.
Uit plaveiselepitheel ontwikkelt het plaveiselcelcarcinoom (74% NL).
Uit cilinderepitheel ontwikkelt het adenocarcinoom (18% NL).
Plaveiselepitheel wel en cilindrisch epitheel geen voorstadia! (wel in situ
maligniteit)
Aanleiding voor cervixcytologie.
- Diagnostiek => indicatie
• Symptomen (klinisch) en soms zichtbare laesies, die mogelijk pre-
cancereus zijn.
• Microscopische, morfologische celafwijkingen detecteren en zodoende
tijdig behandelen/genezen
• Met of zonder hr-HPV bepaling!
- BVO => screening
• Asymptomatisch en meestal geen zichtbare laesies.
• Beleid in BVO cervix vanaf 2017: Moleculaire Hr-HPV-bepaling ->
positief?
• Cytologie voor microscopische detectie van morfologische
celafwijkingen.
,De combinatie hr-HPV (PCR method) + cytologie (Pap Test) is nu het meest
preventieve onderzoek op cervixcarcinoom!
Doel cervixcytologie onderzoek: opsporen en behandelen van celafwijkingen
die duiden op voorstadia van het cervixcarcinoom.
Methode
• Speculum (eendenbek), in vagina schede.
• Portio in beeld.
• Cellen afstrijken met cervexbrush.
• Directe celfixatie in alcohol/methanol-vloeistof.
• Insturen naar Lab.
Dunnelaag cervixpreparaat: monolaag van cellen uit celsuspensie op een
objectglaasje.
Papanicolaou kleuring: polychromatische kleuringsmethode, 5 kleurstoffen in
3 oplossingen.
- Haematoxyline: nucleaire kleurstof kleurt kernen (DNA+RNA) blauw.
- OrangeG: cytoplasmatische kleuring kleurt cytoplasma oranje.
Eiwitkleurstof kleurt voornamelijk keratine (gekeratiniseerd).
- Eosin azure (EA): cytoplasmatische kleuring kleurt cytoplasma
roze+groen, niet-gekeratiniseerd -> kleurt eiwitten.
Eosine (licht groen) + Bismarck (bruin)
- Alcoholen, water en xyleen.
Cervicaal gebied: plaveiselcellen en cilindercellen.
Ectocervix: gedeelte van de cervix projecteert in vagina
Meerlagig plaveiselepitheel
Transformatiezone (SCJ): gebied van cervix waar de fysiologische
transformatie van cilindrisch epitheel naar metaplastisch plaveiselepitheel
plaatsvindt.
, Endocervix: smalle doorgang tussen de baarmoeder en de vagina tussen
interne en externe os.
Cilindrisch epitheel
Ectocervix: meerlagig niet verhoornend plaveiselepitheel.
- Basale cellen: meest onrijpe vorm plaveiselcel langs
basaalmembraan (nooit in cervixmonster).
- Parabasale cellen: onrijpe plaveiselcellen.
- Intermediaire cellen: gedeeltelijk gerijpte plaveisel.
- Superficiële cellen: rijpe oppervlaktecellen van plaveisel.
Onrijp
Reservecellen:
- Small blue cells!
- Naakte kernen, geen cytoplasma.
- Los, rijtjes en kleine groepjes (molding), geen kernoverlap!
- Rond-ovale, donkere kern zonder zichtbare nucleolus.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekejelsma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.93. You're not tied to anything after your purchase.