100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economisch beleid $7.08   Add to cart

Summary

Samenvatting Economisch beleid

 66 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting is een combinatie van alle informatie gegeven tijdens de hoorcolleges EN extra informatie en verduidelijking uit het online handboek. Verder staat de samenvatting vol met mogelijke examenvragen die gegeven werden door de heer Benijts (en ook letterlijk op het examen komen). Ook de...

[Show more]

Preview 4 out of 80  pages

  • July 30, 2019
  • 80
  • 2018/2019
  • Summary
  • Unknown
avatar-seller
Economisch beleid



Thema 1: rol van de overheid in de economie:
doelstellingen en instrumenten van het economisch
beleid
1. De Rol van de overheid in de economie
Gemengde economie = economie waar zowel
overheid als marktpartijen bepaalde dingen op
zich nemen. Vb. Westerse wereld
Belang overheid heeft de neiging om toe te
nemen. Doorheen de jaren heeft de G meer de
nadruk in deze economie, M wordt minder.

De markt geeft vrijheid om goederen/diensten naar eigen inzicht te verhandelen. Hierbij zorgt de G
voor een wettelijk kader voor de allocatie van grondstoffen en het prijsmechanisme van V&A.

Hoe meetbaar ?

 1. G0 in % van het bbp
= marktwaarde (BTB) van alle (legale) eindproducten en diensten die binnen een
vastgestelde periode in een land zijn geproduceerd
= C (private consumptie) + I (private investering) + G 0 (overheidsuitgaven) + E – Z (Netto-
handel: export – import). Consumptie is belangrijkste factor in bbp.
 In percent : G0 / BBP

 2. % van de werkenden bij de overheid in voltijdse equivalenten


Overheid : lokaal, regionaal, gewestelijk,
provinciaal EN centraal !




Een algemene afname in overheids-
tewerkstelling kan dus wel een toename in

de lokale tewerkstelling impliceren.


Staatseconomie = economie met enkel overheid. In theorie kan dit bestaan, in praktijk bijna
onbestaand. Er zijn neigingen, maar niet 100% Vb. China, N-Korea, Cuba.
Perfecte markteconomie = economie die bestaat uit marktpartijen, er is geen overheid, alleen privé-
initiatief. In theorie bestaand, in praktijk niet zo, Vb. VS.

2. Wat is overheidsbeleid
 Wat?

1

, o Beleid is het streven naar het bereiken van bepaalde doeleinden met bepaalde middelen
en bepaalde tijdskeuzen (Hoogerwerf (1989))
o Economische politiek is het geheel van maatregelen die door een beleidsvoerder (…)
wordt genomen teneinde bepaalde doelstellingen op het domein van allocatie,
ordening, stabilisatie en verdeling te realiseren
o Vb. Notionele intrestaftrek, vrijmaken arbeidsmarkt, mag men nachtwerken,…
 !!!!!! Efficiëntie vs effectiviteit vs doelbereiking
o Ex.Vraag : ‘verklaar obv een zelfgekozen vb het verschil tussen effectiviteit en
doelbereiking van overheidsbeleid’
o Efficiëntie = doelmatigheid = de goedkoopste manier om doel te bereiken.
o Effectiviteit = doeltreffendheid = mate waarin het beleid bijdraagt aan het bereiken van
de doelstelling.
o Doelbereiking = de mate waarin het doel wordt bereikt.

VOORBEELD

 Effect = het te beïnvloeden
fenomeen Vb. Aantal jobs
 T = verstreken tijd in jaren
Vb. 5 jaar
 Z = startpositie vandaag in
het aantal jobs Vb. 140.000
jobs
 d = doelstelling, golflijn
want soms gaat het
beter/slechter dan de
andere dag Vb. T1 =
200.000 jobs
 c = Wat zou je hebben als je beleid voert, dingen onderneemt (taxshift, zondag
winkels openen,…). Vb. T1 = 175.000 jobs
 b = wat zou je hebben als je niets doet, normale groei. Vb. T 1 = 160.000 jobs

1. Is er doelbereiking ? : neen, je had 200.000 en je strandt op 175.000.
2. Is er effectiviteit ? : is er dankzij dat ik iets doe, vooruitgang ? ja ! Nu heb je 175, anders had je 160.
3. Is er efficiëntie ? : we zouden moeten weten wat het kost om 15.000 jobs te creëren. Indien €1 
efficiënt ! indien 80milj  niet efficiënt. Efficiëntie kan niet worden afgeleid.

o Ex.Vraag : Stel b en c komen op hetzelfde punt uit op het einde: is er doelbereiking,
effectiviteit, efficiëntie?
 Doelbereiking : nee, je wou 200 hebben, je hebt maar 175
 Efficiënt ? : Kan je niet bepalen zonder kostprijs.
 Effectief ? : nee, ook al doe je :;n iets, je komt op hetzelfde punt als je niets doet
o Ex.Vraag : ‘wat is het verschil tussen effectiviteit & doeltreffendheid ?’ niets

 Verantwoordelijkheid economisch beleid
o Overheid
 d.w.z. politieke overheden (centrale, regionale en lokale overheden, maar ook
supranationale overheid) + administraties + centrale bank (= monetaire
overheid)


2

, o Kiezers
 Zij stemmen voor of tegen een bepaalde partij. Echter hebben kiezers een
beperkte invloed door coalitievorming, kiesdrempels, geen duidelijke stem.
o Parlement
 Meer controlerende functie, kan ook wetten stemmen die beleid kunnen maken.
o Belangengroepen
 Vb. Vakbond, milieugroeperingen, ACV, ABVV,… zij kunnen stem kiezers beïnvl.
o Buitenlandse instellingen
 IMF (zie ook hierna)  Als een land meer fin. Of Socio-econ problemen heeft 
meer in contact met buitenlandse instellingen. Invloed is restrictief.




3. Doelstellingen van economisch beleid
 Concrete economische overheidsdoelstellingen: zo groot mogelijke maatschappelijke welvaart
o STABILISATIE
 Nastreven selectieve economische groei, afgestemd op mogelijkheden van land
 Optimale benutting van productiefactoren
 Arbeid, kapitaal en grond. Vb. maximale tewerkstelling, arbeidsparticip.
 Stabiel prijsniveau: Lage inflatie
 Evenwicht betalingsbalans
o HERVERDELEN
 Rechtvaardige verdeling van de inkomens en vermogens
o ALLOCATIE
 De wijze waarop schaarse productiemiddelen in de economie worden ingezet
 Bevredigende samenstelling van het nationaal product (verhouding private en
publieke goederen, aandeel overheidsproductie/investeringen in het bbp).
o De relevantie v/d doelstelling evolueert doorheen de tijd !

Ex.Vraag : ‘wat wordt verstaan onder de stabilisatiedoelstelling van het overheidsbeleid?’




3

, ↑↑↑ Hoe te meten ? ↑↑↑ Vanaf wanneer doel gerealiseerd ?

- bbp krijgt meer kritiek: geen rekening gehouden met vrijwilligerswerk, milieu-effecten, welzijn (bbg)
- bbp moet op gelijke munteenheid worden gezet: voor landen met een overgewaardeerde munt



Ex.Vraag : ‘Leg kort uit, Gini-index’ = maatstaf voor
ongelijkheid, waarbij 0 volledige gelijkheid en 100
volledige ongelijkheid.

België redelijk dicht bij ‘gelijkheid’ (28,1).




3.1 Conflicten in
overheidsdoelstellingen
= trade-offs in overheidsdoelstellingen; negatieve ruil, als het 1 beter wordt, gaat het ander
achteruit. Als je een doel realiseert gaat dit soms ten kosten van andere doelstellingen.

 Tussen inflatiegraad en werkloosheidsgraad bestaat een negatief verband (Phillips-curve) (zie
verder)
 Tussen evenwicht op de betalingsbalans en groei
o d.w.z. hoge bestedingen leiden tot een toename van de invoer en dus tot een
verslechtering van de lopende rekening van de betalingsbalans (zie verder)
 Tussen groei en milieu ; Maar kan ook samenhangen ! Vb. isolatie: als iedereen isoleert  het
moet geplaatst worden, want er worden jobs gecreëerd, maar milieu heeft er ook baat bij.
 Tussen tewerkstelling en huiseigenaarschap (Oswald hypothese)
o Ex.Vraag : ‘leg kort uit, Oswald hypothese’: legt verband tussen tewerkstelling (iedereen
een job) en huiseigenaarschap (het bezitten van een eigen huis).
o Landen waar mensen eigen huis hebben is er over het algemeen ook meer werkloosheid.
 Niet raar, want als je eigen huis hebt ben je minder geneigd te verhuizen. Vb. je
woont in een goede buurt, maar weinig werk. Je zal blijven ! als je huurt ben je
rapper geneigd te verhuizen naar waar er wel werk is.
 Tussen groei en rechtvaardige inkomensverdeling (Kuznets-curve)


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hwstudent2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.08. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.08
  • (0)
  Add to cart