Sociaal-emotionele problemen
Hoorcollege 1: Introductie
De hoofdfocus van deze cursus ligt bij de psychopathologie bij kind en
jeugdigen. Soms bij volwassenen. Er wordt gekeken naar
criteria/symptomen van diagnoses. Veel symptomen zijn normale
ervaringen.
Afwijkend gedrag
Afwijkend gedrag is op een bepaald moment in de tijd aanwezig wat niet
overeenkomt met de verwachting van de ontwikkelingsfase waar iemand
in zit. Volgende ontwikkelingsstappen kunnen hier zelfs door geblokkeerd
worden.
Gedrag is afwijkend als het op een bepaald moment wel vertoond wordt,
terwijl het niet in overeenstemming is met wat volgens onze opvatting
gemiddeld en idealiter bij die ontwikkelingsfase en de daarbij behorende
ontwikkelingstaken behoort. Of het gaat om gedrag wat niet vertoond
wordt, terwijl dat volgens diezelfde opvattingen wel zou moeten. Het kan
om een afwezigheid of aanwezigheid van bepaalde gedragingen gaan. Het
gaat om wat je mag verwachten op basis van de reguliere ontwikkeling.
Gedrag als stoornis
Gedrag is een stoornis als het afwijkend gedrag is dat:
- Langdurig en niet meer situatie gebonden persisteert.
- De overgang naar nieuwe ontwikkelingsfasen en -taken blokkeren.
Hierdoor kan een kind zich niet verder door ontwikkelen.
- Voor de persoon en zijn/haar omgeving aanzienlijk lijden oplevert.
- Meestal in bepaalde combinaties van gedragen/symptomen
voorkomt en in andere niet. Dit heeft te maken met bepaalde
clusters die samen optreden.
Het is niet altijd zo zwart wit. Er wordt hier wel naar gekeken om te kijken
wat een stoornis is. Meer ervaring zal leiden tot verduidelijking. Een kind
hoeft niet aan alle criteria te voldoen.
Ontwikkelingspsychopathologie
Er is een verband tussen ontwikkeling en psychopathologie. Ze proberen
het zwart wit denken los te laten en er wordt gekeken wanneer
bijvoorbeeld niet pathologisch gedrag over gaat in pathologie.
Er wordt gekeken naar verschillende verbanden:
- Verband tussen een vroege stoornis met de latere ontwikkeling.
- Verband tussen een gebeurtenis in de vroege ontwikkeling met een
latere stoornis.
- Verband tussen een vroege stoornis en een latere stoornis.
- Effect van een stoornis op het verloop van de huidige ontwikkeling.
1
,Sociaal-emotionele problemen hoorcolleges
- Effect van ontwikkeling op de uitingsvorm van een stoornis. De
criteria kunnen hetzelfde zijn bij kinderen en volwassenen, maar de
uitingen kunnen anders zijn.
Om de psychopathologie te begrijpen, dien je de normale ontwikkeling te
begrijpen.
Epidemiologie
De centrale vraag: hoeveel kinderen in de populatie hebben deze
problemen?
Er zijn een aantal begrippen hierin te onderscheiden:
Prevalentie: bestaande gevallen met een bepaald ziektebeeld in een
bepaalde periode.
- 48% van de volwassenen (18-75) heeft ooit
in het leven 1 of meer psychische
aandoeningen gehad.
- 18% van de jongeren (12-25) had
psychische klachten.
Incidentie: het aantal nieuwe gevallen met een
bepaald ziektebeeld in een bepaalde periode.
Moraliteit: mensen sterven naar aanleiding van de aandoening die ze
hebben. Vergeet hierbij niet het herstel. Het geeft wel kwetsbaarheid op
opnieuw ontwikkelen.
Recurrence: Er is ook een groep die mogelijk terugvalt waarbij de klachten
terugkomen.
Epidemiologie zegt ook iets over de verhouding tussen jongens en meisjes,
de verdeling over de levensloop en de beginleeftijd.
Etiologie
De etiologie zegt iets over de factoren die een rol spelen in het ontstaan of
in stand houden van psychische problematiek. Dit zijn factoren die
gezondheidsproblemen ‘veroorzaken’. Je kan niet echt spreken over
causaliteit. De factoren dragen er wel op een bepaalde manier aan bij.
Factoren hebben verschillende functies.
Predisponerende factoren: dit zijn factoren die ervoor kunnen zorgen dat
een kind vatbaarder is voor het ontwikkelen van psychische stoornissen. Je
kan hierbij denken aan persoonlijke en omgevingsfactoren, bijvoorbeeld
lage intelligentie, ouder-kind relatie (hechting) of mishandeling.
In standhoudende factoren: factoren die ervoor kunnen zorgen dat als er
psychische problemen aanwezig zijn die in stand worden gehouden. Hierbij
kan ook onderscheid gemaakt worden tussen het individu en de omgeving.
Denk aan niet goed gereguleerde biologische processen, maar ook
eigenwaarde. Ook hierbij kan hechting of het sociale netwerk een rol
spelen.
2
,Sociaal-emotionele problemen hoorcolleges
Uitlokkende factoren: factoren die voorafgaande aan de psychische
problemen plaatsvinden. Deze vormen een trigger voor de kwetsbaarheid
die er zit om tot uiting te komen. Hierbij kan je denken aan pesten,
misbruik, scheiding tussen ouders en verhuizing.
Factoren zijn moeilijk te plaatsen. Een risicofactor kan een verschillende rol
hebben en is per individu anders. Deze factoren kunnen het risico
verhogen.
Beschermende factoren: deze factoren kunnen verschillende functies
hebben;
- De ontwikkeling van psychologische problemen voorkomen
- Het effect van risicofactoren verminderen
- De factoren karakteriseren kinderen met veerkracht. Dit is een
doelgroep met veel risicofactoren, maar kunnen goed functioneren
en ontwikkelen geen problemen. Deze doelgroep heeft vaak veel
beschermende factoren. Het is een paraplu begrip. Het bevat een
verscheidenheid aan factoren die je kunnen beschermen tegen de
risicofactoren en het ontwikkelen van psychische aandoeningen.
Factoren zijn bijvoorbeeld goede gezondheid, hoge eigenwaarde,
steunende ouders en een goed sociaal netwerk.
Er kan zelden worden gesproken over causaliteit. Er kan wel gezegd
worden dat er bepaalde verbanden zijn.
Ook kan er zelden worden gezegd dat slechts één enkele factor de oorzaak
is voor een psychische aandoening. Het is een complex
samenspel/interactie.
De individu kan je niet los zien van het systeem. Dit is zeker zo bij
kinderen. Zij groeien samen op met de omgeving en dit is niet los te zien
de psychische problemen die zij ontwikkelen.
Classificeren van probleemgedrag
Symptoom: de kleinst beschrijfbare onderzoekseenheid in de
geneeskunde/psychopathologie en te beschouwen als ziekteteken.
- Hoofdsymptomen: deze hebben voor de diagnose een directe
oriënterende functie. Ze geven richting aan het beeld wat je ziet.
Zonder de hoofdsymptomen kan je niet spreken over een pathologie.
Het moet aanwezig zijn om over de problematiek te kunnen spreken.
- Bijsymptomen: deze maken het beeld van de stoornis volledig
zonder uit zichzelf direct richtinggevend te zijn voor de diagnose.
Syndroom: een groep van symptomen die vaak samen optreden.
Stoornis: dit bestaat uit verschillende symptomen, afwijkend gedrag,
langdurig, niet situatie gebonden, klinisch significant lijden, belemmering
op sociale, beroepsmatige, of andere belangrijke levensgebieden en
meestal in bepaalde combinaties van gedragingen/symptomen.
3
, Sociaal-emotionele problemen hoorcolleges
Doel van classificeren:
- Het faciliteert expert kennis + ontwikkeling van epidemiologische
informatie. Je kan hierdoor gericht onderzoek doen.
- Efficiënt en samenvatting. Je weet als professional waar je het over
hebt met een classificatie.
- Het bevordert communicatie tussen professionals en evidence-based
behandeling
- Je kan aansluiting vinden bij verklarings- en behandelingstheorieën
in de wetenschappelijke literatuur.
Classificeren is niet hetzelfde als het stellen van een diagnose.
Bij classificeren bekijk je of iemand aan bepaalde criteria van een specifiek
probleem voldoet. Je kijkt niet naar de context.
Het doel van classificeren is clinici ondersteunen bij het classificeren als
onderdeel van een diagnostische beschrijving die moet leiden tot een
individu gericht behandelplan. Het is een efficiënte samenvatting van de
symptomen van de problemen die er op dat gebied zijn. Een diagnose
betrekt de context erbij.
Het classificeren van probleemgedrag kan op meerdere manieren:
Categoriaal:
- DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders)
- ICD-10 (International Classification of Diseases)
- DC 0-3R (Diagnostic Classification 0-3)
Dimensioneel: dit is minder zwart-wit en geen hokjes denken.
- Aseba schalen (Achenbach’s System for Empirically Based
Assessment)
- SDQ (Strengths and Difficulties Questionnaire)
- RDoC (Research Domain Criteria)
Systeembenadering: dit past meer bij het ontwikkeling psychopathologisch
perspectief
DSM
Er zijn verschillende varianten van de DSM en de DSM is ontwikkeld in
1952. Dit is ontwikkeld door een groepje oude witte mannen en hierdoor is
er kritiek op. Sinds de DSM er is, is er een toename in het aantal diagnoses
psychische stoornissen.
DSM-5
De DSM heeft vijf verschillende assen:
- AS I: klinische stoornis wordt weergegeven
o Depressieve stoornis
- AS II: persoonlijkheidsstoornissen en zwakzinnigheid. Hiervan kan je
niet/moeilijker herstellen
o Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
- AS III: somatische aandoeningen
o Tekort aan vitamine B1
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kionavervoort. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.52. You're not tied to anything after your purchase.