Deze samenvatting geeft een duidelijk en compleet beeld van alle leerstof gezien onder vennootschapsboekhouden. De samenvatting is aangevuld met bijkomend opzoekwerk en aantekeningen.
Vennootschapsboekhouden
HOOFDSTUK 1: Kiezen voor een vennootschap
Eenmanszaak VS Vennnootschap
Eenmanszaak VS Vennootschap
- Matige behoefte aan kapitaal
- Zonder al te grote risico’s
- Uitzonderlijk beroep doen op derden
- Door 1 persoon geleid
- Grote inzet van eigenaar-ondernemer
Vennootschap is fiscaal interessanter => voor voorbeeld bekijk dia 16-21
Vennootschapsvormen
WVV
• maatschap (geen rechtspersoonlijkheid) => gebruikt om bepaald vermogen / verschillende
onroerende goederen en bezittingen te beheren
• vennootschap onder firma (VOF);
• Enorm vertrouwen onderling
• Valt weg bij wegvallen vennoten
• Bv. na pensioen bijles geven enz. (niet-risicovolle activiteit)
• commanditaire vennootschap (Comm V);
• Stille vennoten (geldschieters, geen bestuur + beperkte aansprakelijkheid)
• Actieve vennoten (bestuur + onbeperkte aansprakelijkheid)
• besloten vennootschap (BV);
• Enorm uitgebreide mogelijkheden
• Beperkte aansprakelijkheid
• Interessant voor meer kleinschalig
• naamloze vennootschap (NV);
• Geschikt voor grote kapitalen bij elkaar te brengen
• coöperatieve vennootschap (CV);
• Samenwerking tussen verschillende vennoten om een gemeenschappelijk
doel te bereiken
• Vb. bij landbouw boeren willen dan schaalvoordelen
• vb. Acco → goedkopere studentenboeken en studenten hebben dus
voordeel
• Europese vennootschap (SE)
• Zekere uniformiteit qua bestuur bij uitbreiding
1
, • Activiteiten verspreiden over verschillende landen
• Werkt volgens 1 set van regels inzake bestuur en bekendmaking van
financiële informatie
• Europese coöperatieve vennootschap (SCE)
• Verschillende CV die in landen gaan fusioneren
Elke vennootschapsvorm heeft karakteristieken die je moet afwegen naargelang wat je nodig
hebt
Vennootschap VS vereniging
HOOFDSTUK 2: OPRICHTING VAN EEN VENNOOTSCHAP
Stappenplan
1. Opstellen statuten en oprichtingsakte
2. Ontwerpen financieel plan (bij venn met beperkte aanspr)
3. Aanstellen bedrijfsrevisor
4. Storting inbreng in geld
5. Oprichting vennootschap
2
, 6. Inschrijving in de Kruispuntbank voor Ondernemingen
7. Inschrijving in het UBO-register
8. Aanvraag BTW-nummer
9. Publicatie uittreksel akte van oprichting
Oprichtingsakte en statuten
• Afspraken tussen oprichters over werking en bestuur
→ WVV bepaalt welke items minimaal moeten worden behandeld, alsook binnen welke krijtlijnen
• Afspraken worden statuten van de vennootschap genoemd
• Oprichtingsakte wordt verleden voor notaris (authentiek)
• Vanaf verlijden oprichtingsakte heeft vennootschap rechtspersoonlijkheid
• Wat vermeld in statuten? Spelregels vennootschap en afspraken tussen vennoten ( naam,
samenstelling kapitaal, raad van bestuur, hoe winstverdeling (welk kapitaal beschikbaar is
om uit te keren) …)
In de oprichtingsakte wordt het aanvangsvermogen vastgelegd:
- NV: geplaatst kapitaal
- BV: inbreng buiten kapitaal (kapitaalloze vennootschapsvorm)
Dit aanvangsvermogen wordt gevormd door:
- Inbreng in geld (geldsom)
- Inbreng in natura (on)lichamelijk goed => moet binnen 5 jaar volstort zijn! Gebouwen &
terreinen moeten wel in 1 keer
Inbreng in nijverheid: verbintenis arbeid of diensten te presteren (BV)
Inbreng: “handeling waarbij een persoon iets ter beschikking stelt van een op te richten vennootschap
met het oogmerk vennoot ervan te worden, om op deze manier deel te nemen in de winst”
Om te vermijden dat een vennootschap wordt opgericht met onvoldoende aanvangsvermogen
voorziet de wetgever in een aantal maatregelen:
Oprichtersaansprakelijkheid
ingeval van faillissement binnen de 3 jaar nà oprichting als aanvangsvermogen onvoldoende was
voor werking van 2 jaar
(financieel plan)
Minimuminbreng en minimumvolstorting
NV: minimumkapitaal = 61.500 EUR
minimumvolstorting = één/vierde (inbreng in natura moet binnen 5 jaar volledig volgestort
zijn)
BV: inbreng moet bij oprichting volledig zijn volstort, tenzij anders vermeld in de statuten
VRAGEN
NV alfa wordt opgericht met een geplaatst kapitaal van €200.000. Aandeelhouder X brengt goederen
in ten bedrage van €100.000 (onmiddellijk ingebracht), aandeelhouders Y en Z hebben zich elk
geëngageerd voor een inbreng in geld van €50.000. Hoeveel moeten zij minimum storten?
a) Y en Z moeten elk €12.500 storten
b) Y en Z moeten elk €50.000 storten
3
, c) Y en Z moeten elk €30.750 storten
d) Y en Z moeten elk €25.000 storten
Antwoord A want minimumkapitaal is al voldaan door X en de 2 anderen moeten ¼
volstorten
NV Beta wordt opgericht met een geplaatst kapitaal van €100.000. Aandeelhouder X brengt
goederen in ten bedrage van €50.000, gelijk gespreid over vier jaar. De enige andere aandeelhouder
Y wil enkel het strikt noodzakelijke minimum volstorten. Hoeveel bedraagt dat?
a) €12.500
b) €50.000
c) €49.000
d) €25.000
Antwoord C want X stort dus 12.500 euro en dus nog 49.000 om aan wettelijk
minimumkapitaal van 61.500 te geraken
Financieel plan
Verplicht bij oprichting van NV, BV en CV!
Wat?
Neerslag van het plannings- en begrotingsproces dat de investeringsbeslissing voorafgaat
→ Verantwoording aanvangsvermogen in licht van activiteit over 2 jaar
Wanneer?
Overhandigd aan de notaris voor de oprichting van de vennootschap
→ Wordt niet openbaar gemaakt, maar bewaard door notaris
→ Moet wel niet gecontroleerd worden door bedrijfsrevisor
Financieel plan wordt bovengehaald als het misgaat => oprichtersaansprakelijkheid als binnen 3 jaar
failliet en ontoereikend aanvangsvermogen
Componenten:
1. identificatiegegevens
2. Omschrijving van voorgenomen activiteit
3. Overzicht van financieringsbronnen (EV en VV)
4. Openingsbalans, een balans na 12 maanden en 24 maanden
5. Resultatenrekeningen na 12 maanden en 24 maanden (inkomsten en uitgaven zijn
belangrijk)
6. Begroting van verwachte inkomsten en uitgaven voor min. 2 jaar
7. Hypotheses gehanteerd bij inschatting omzet en rentabiliteit
8. Naam van extern deskundige die bijstand heeft verleend bij de opmaak (indien van
toepassing) (kosten juist ingeschat, rekening houden met alle elementen)
Voorbeeld opstellen financieel plan → dia 35 – dia 40
Aanstellen bedrijfsrevisor
• Enkel verplicht bij inbreng in natura om medevennoten en derden te beschermen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HIR223. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.21. You're not tied to anything after your purchase.