Samenvatting economie, 4.2,4.3 en 5.1
4.2 Bezittingen en schulden
Balans; geeft overzicht van de bezittingen (activa) en schulden (passiva) van een bedrijf.
Eigen vermogen = bezittingen – schulden (hoeveel het bedrijf waard is).
Debet (bezittingen) Credit (schulden)
Vaste activa Eigen vermogen Zorgt voor balans
inventaris
gebouwen Lang vreemd vermoge
Vlottende activa Lening
debiteuren Hypothecaire lening
voorraad
Liquide middelen Kort vreemd vermoge
Kas bankschulden
banktegoed crediteuren
Totaal gelijk Totaal gelijk
vaste activa; bezittingen die langer dan een jaar of productieproces meegaan. Vlottende
activa; gaan een productieproces of korter dan een jaar mee. Liquide middelen; kan het bedrijf
direct beschikken zoals geld uit de kas/bank.
- Debiteuren; klanten die jou nog moeten betalen.
- Crediteuren; bedrijven waarvan jij spullen heb, maar nog moet betalen.
schulden = vreemd vermogen
- lang vreemd vermogen, looptijd van langer dan een jaar.
- kort vreemd vermogen, schulden die binnen een jaar moeten terugbetaald worden.
Banktegoed; het geld op je bankrekening/betaalrekening (liquide middelen).
4.3 opbrengsten en kosten
resultatenrekening = winst en verliesrekening, geeft overzicht van opbrengsten, kosten en
winst van een jaar.
Debetzijde (links); kosten en winst/verlies
- loonkosten, inkoopwaarde, rente- en energiekosten, afschrijvingskosten.
Creditzijde (rechts); opbrengst bedrijf.
Let op! Niet alle kosten zijn uitgaven
- afname bij het banksaldo is gelijk aan de toename bij de vaste activa -> eigen vermogen gelijk.
De auto word steeds minder waard -> afschrijvingskosten (alleen dat bij debet neerzetten).
Winst/verlies = omzet – kosten
De winst laat zien of het bedrijf goed gepresteerd heeft. De absolute winst zegt niet alles,
beoordelen of een bedrijf goed resultaat heeft;
- winst vergelijken totaal vermogen (eigen vermogen + vreemd vermogen), winst als percentage
van het totaal vermogen geeft de winst weer.
Laat zien hoeveel eurocent er aan winst word behaald bij elke geïnvesteerde euro.
Deel / totaal x 100 = aantal procent winst
5.1 omzet, kosten en winst
omzet = (verkoop)prijs x afzet(aantal stuks die je verkoopt
kosten = bedrijfskosten + inkoop
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukkool. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.