Het milieu heeft invloed op alles wat er op de planeet gebeurt:
Ecologen: houden zich bezig met alle zaken die invloed hebben op ons milieu
o Invloed abiotische factoren: temperatuur, lucht, water, licht
o Invloed biotische factoren: levende natuur = schimmels, dieren, plantenresten
Invloed op kleine schaal of op globale schaal
Binnen ecosysteem is er sprake van dynamiek: aantallen biotische factoren en mate
van abiotische factoren wisselen per periode
Ecologie: wetenschap over de wisselwerking tussen organismen en hun omgeving.
Organisme wordt door zijn omgeving beïnvloed en beïnvloed zijn omgeving.
Biotische factoren: invloeden afkomstig van levende
natuur
o Soortgenoten, predatoren (roofdieren),
prooidieren, ziekteverwekkers
Abiotische factoren: invloeden afkomstig van
levenloze natuur
o Landorganismen: klimaat
(licht/wind/neerslag), bodemgesteldheid
o Waterorganismen: temperatuur,
zuurstof/zoutgehalte, licht, stroming
Emergente eigenschappen: eigenschappen die specifiek zijn voor dat niveau
Treedt op of verandert als men van organisatieniveau verandert
Indeling (van klein naar groot):
1. Molecuul: DNA met erfelijk materiaal van organisme
2. Cel: bevat alle genetische informatie van het organisme (stamcel)
3. Weefsel: geheel van cellen met dezelfde bouw en functies (spier)
4. Orgaan: geheel van weefsel met functie (hart)
5. Orgaanstelsel: geheel van organen met functie (verteringsstelsel)
6. Individu: één enkel organisme
7. Populatie: groep organismen van dezelfde soort binnen bepaald gebied
8. Habitat: plaats waar bepaald organisme kan leven
9. Levensgemeenschap: alle organismen in bepaald gebied
10. Biotoop: alle abiotische factoren in het ecosysteem
11. Niche: plaats die soort/populatie in ecosysteem inneemt
12. Ecosysteem: geheel van levensgemeenschap en abiotische natuur
13. Bioom: vegetatiegordels die bepaald worden door klimaat
14. Biosfeer: alle ecosystemen op aarde
, Thema 5 & 6 Biologie
Tolerantie: vermogen van organismen om schommelingen in abiotische factor te verdragen
Verspreidingsgebied: gebied op aarde waar individuen van bepaalde soort leven
o Soorten met grote tolerantie hebben groot verspreidingsgebied
o Tolerantiegrenzen (min. en max.)
o Tolerantiegebied (tussen min. en max.)
o Optimum (gunstigste waarde)
Temperatuur
Enzymactiviteit (aanmaak van eiwitten) is
afhankelijk van temperatuur. Bij een lage temperatuur komen enzym en substraat
(ondergrond/voedingsbodem) moeilijk bij elkaar en botsingen zijn te zacht.
Koudbloedig: lichaamstemperatuur is gelijk aan omgevingstemperatuur. Bij lage
temperatuur kunnen ze niet actief zijn.
Warmbloedig: kan zelf lichaamstemperatuur bepalen. In warme gebieden zijn
uitsteeksels groter dan in koude gebieden.
Extremofielen: organismen die in het buitengebied van de temperatuur leven
Licht
Zonplanten groeien het best met veel licht en schaduwplanten het best in schaduw
Licht remt lengtegroei van de stengels. Hierdoor groeien stengels naar het licht
Daglengte zon heeft bij veel organismen invloed op tijdstip voortplanting
Lucht
Bij planten kan wind voor bestuiving zorgen door zaten te verspreiden
Wind bevordert verdamping van water uit bladeren.
Zuurstofgehalte speelt grote rol bij overlevingskans van heterotrofe organismen
Vervuilende stoffen spelen grote rol bij
overlevingskans organisme.
Water
Waterplanten: kleine/geen wortelstelsel,
grote/slappe bladeren met huidmondjes
Landplanten in vochtig milieu: zwak ontwikkeld
wortelstelsel, bladeren met dun waslaagje en
veel huidmondjes
Landplanten in droog milieu: goed ontwikkeld wortelstelsel, bladeren met dikke
waslaag en weinig huidmondjes (alleen aan onderkant)
Waterdieren hebben bepaald zuurstof/zoutgehalte nodig om te overleven in water
Dieren in vochtig milieu: hebben doordringbare huid voor water en verdunde urine
Dieren in droog milieu: hebben ondoordringbare huid voor water, kleine verdamping
ademhaling en sterk geconcentreerde urine
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller boudyn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.08. You're not tied to anything after your purchase.