100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Dierfysiologie Tentamen 2 Samenvatting HC $7.54   Add to cart

Summary

Dierfysiologie Tentamen 2 Samenvatting HC

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat alle hoorcolleges uitgewerkt van deel 2 van de cursus dierfysiologie (behalve de histologie). Het is in het Nederlands geschreven en het bevat alles wat tijdens de hoorcolleges verteld is.

Preview 4 out of 47  pages

  • June 19, 2024
  • 47
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Dierfysiologie HC uitgewerkt D2


Inhoudsopgave
HC1: Excretie H19 (11) ...................................................................................................................................... 2

HC2: Excretie H20 (10) .................................................................................................................................... 13

HC3: Spijsvertering deel 1 (15) ....................................................................................................................... 23

HC4: Spijsvertering deel 2 (10) ....................................................................................................................... 38




1

,HC1: Excretie H19 (11)
Layout
• Evolutie van de nieren van gewervelde dieren
• 19.1 Functies van de nieren
• 19.2 Anatomie van het urinestelsel
• 19.3 Overzicht van de nierfunctie
• 19.4 Filtratie
• 19,5 Reabsorptie
• 19.6 Secretie
• 19,7 Excretie
• 19.8 Mictie

Evolutie van de nieren van gewervelde dieren
De anatomie van de nieren van gewervelde dieren (en zelfs van zoogdieren)
zijn divers
• Onze vorm is best uitzonderlijk. Dolfijnen en ossen hebben andere
nieren; meer gelobd (meer globulair), die van ons zijn de lobben aan
elkaar gegroeid

De nier door evolutie: de ontwikkeling van de ontogenie
• De evolutie van de nieren komt door ontogenie
o Pronephros (anterior)→ mesonephros→ metanephros (posterior)
• Nieren kwamen eerst uit pronephros, later uit mesonephros en daarna zoals bij ons
uit metanephros. De aanmaak van de nieren schruift dus steeds wat naar achteren
door de evolutie heen. Dit komt omdat de vroege nieren vrij simpel zijn en dat de
latere landdieren ook complexere structuren vormen uit de mesonephros.
• Wordt gevormd uit intermediare mesoderm
• Pronephros worden nieren in de hele primitieve vertebraten.
• In de wat hogere vertebraten (been- en kraakbeenvissen) wordt de
pronephros aangelegd en verdwijnt weer. De mesonephros wordt
dan in de ‘adulte’ fase aangelegd en blijft werken als de nier.
• Reptielen, vogels en zoogdieren maken een laatste stadium, de metanephros. De
pronephros heeft hier meer een signaalfunctie, is verder niet functioneel en weinig
aanwezig. Mesonephros wordt ook aangelegd als tussenstadium, de functie hiervan
is dat het buisensysteem wat is aangelegd wordt omgebouwd in het
voortplantingsysteem. Metanephros is in de adulte fase en heeft de echte
nierfunctie.

Evolutie van de aanwezigheid van nierelementen (nefronen)
• Vissen en amfibien hebben simpele buissysteem. Reptielen maken hun hele
leven nefronen aan maar verschillen weinig van functie met die van de vissen
en amfibien.
• Het kapsel van Bowman
• De lus van Henle: krijgt belangrijke functie, daarom is die vooral bij vogels en
zoogdieren aanwezig/sterk ontwikkeld. Hiermee kunnen ze het excretieproduct
concentreren → hogere osmotische waarde krijgen


2

, o Bij vogels zie je twee varianten: nieren die bijna geen lus van Henle hebben
(reptieltype nefron) en nieren die dit wel hebben (zoogdiertype neforn),
net zoals bij zoogdieren
o Lus van Henle reapsorbeert water. Vogels die in natte gebieden leven
hebben deze dus niet zo ontwikkeld
• Proximale tubulus (PT), Intermediate Segment (IS), Distale tubulus (DT), Collecting
Tubule (CT). (welke onderdelen welk dier wel of niet heeft kan verschillen)

19.1 Functies van de nieren
Functie van de nieren
• Homeostatische regulatie
o Regulatie van het extracellulaire vloeistofvolume en dus ook de bloeddruk.
o Osmolariteit
o Ionenbalans (Na+, K+, Ca2+)
o pH (reguleren aantal H+/protonen)
• Excretie van afvalstoffen
o Metabolische afvalstoffen
o Xenobiotica (lichaamsvreemde stoffen)
• Productie van hormonen
o Erytropoëtine (EPO)
o Renine (RAAS)
o Prostaglandine
o Calcitriol (vitamine D)

19..2 Anatomie van het urinestelsel
Anatomie van het urinestelsel
• Nieren zijn bilateraal aangelegd, halverwege de romp
• Urine via urether naar urineblaas, dan via urethra (urine buis) naar buiten
het lichaam
• Nieren hebben eigen doorbloeding door aftakking van aorta (renale arteriën) en zijn
verbonden met de inferior vena cava (Renale venen)

Anatomie structuur van de nier
• Cortex = buitenste laag
o In de cortex zitten de glomeruli.
o corticale nefronen
• Medulla = merg, binnenste
o In de medulla zitten de lussen van Henle en
afvoerbuizen.
o juxtamedullaire nefronen (liggen in cortex en medulla)
▪ Zijn van belang bij waterreabsorptie
• Komt doordat de lus van Henle naar de medulla loopt. Hoe dieper de nefron in de
medulla, hoe sterker de lus van Henle
o De osmolariteit in de medulla is hoog en wordt hoger hoe dieper je de
medulla in gaat. Zo kunnen we met een trucje water terugwinnen
• Alle voorurine wordt verzameld in de papillen in het nierbekken (renal pelvis) naar
primaire urine buis


3

, Section sample, waar is het gesneden?
• Je ziet glomeruli en die zie je eigenlijk alleen in de cortex! en je ziet geen lus van
henle (is aanwezig in medulla). Dus dwarsdoorsnede is gemaakt in cortex

Relatief dikkere medullas correleren met de urineconcentratie
• De concentratie van de urine heeft te maken met de lussen van
Henle. Deze zitten in de medulla. De dikte (diepte) van de
medulla zegt dus iets over het concentrerend vermogen:
o hoe dikker de medulla→ hoe langer de lus van henle van
juxtamedullaire nefronen zijn ->hoe sterker de urine
geconcentreerd kan worden -> als je meer water
terugwint, heb je dus een hogere concentratie in urine wat overblijft
• De dikte van de medulla kan je ook koppelen aan leefomstandigheden. In de woestijn
moeten dieren zoveel mogelijk water vasthouden, dus moet de urine geconcentreerd
zijn en moet de medulla dik zijn. In aquatische milieus is dit juist het
tegenovergestelde. (Hoe kleiner je bent, hoe dikker in verhouding de medulla)

Renal papillen en pelvis: sterk ontwikkeld bij soorten die inheems zijn in droge habitats
• Renal papilla = alles van de medulla komt samen in de renale papilla. Dieren die in
droge omstandigheden leven hebben een ‘prominente’/sterk ontwikkelde papilla die
zelfs iets doorgaat tot in de ureter. In de nierpapil lopen ook gedeeltelijk de lussen
van Henle (droge omstandigheden). De nierpapillen kunnen ook een andere grootte
hebben
• Wij hebben osmolariteit van 300 ml Osm maar kan geconcentreerd worden tot 1200

De tubular elementen van de zoogdier nier
• Nefron:glomerulus, distale en proximale tubulus, een verzamelbuis, lus van Henle
• Als je de structuur van de nier pakt zie je ene kluw van opgepropte bol van
capillairen die in kapsel van Bowman zit. Dit is de glomerulus
• Bloed komt aan via afferente arteriolen naar glomerulus, dan naar efferente
arteriolen-> dan naar peritubular capillairen (capilairen langs de proximale en
distale tubuli)-> dat vertakt zich verder in de vasa recta (vaten netwerk dat langs
de lus van henle ligt).
• Er zijn smalle en dikke delen in de buizen→ te maken met type epitheel en het
volume wat verandert. Als het volume kleiner is, is dun epitheel beter voor relatief
makkelijkere diffusie. Bij verzamelbuis dikker kubisch epitheel; zal actieve
uitwisseling zijn i.p.v. passief via diffusie

Vascularisatie via de nier
• Renal artery naar de nieren. Tussen de segmenten lopen ook arterien
(segmental artery), deze lopen naar interlobare artery en vertakken dan en
komen als afferente arteriolen bij de glomerulus (cappilairen) aan.
• Bloed gaat dan de glomerulus uit via de efferente arteriolen en kan dan
twee routes op. Hij kan langs de proximale en distale tubuli lopen dan is het
peritubulair capilairen (cortical nefron) of het wordt juxtamedullary nefron
als het langs de lis van henle loopt via de vasa recta
• Dit wordt weer verzameld in vergelijkbaar ader systeem terug naar renal vein


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphnehoutackers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.54
  • (0)
  Add to cart