Thema 3: Hoe gebeurt de coördinatie tussen prikkels en reactie bij
mensen en andere dieren?
Hoofdstuk 2: hormonaal stelsel
2.1 Welke rol speelt het hormonale stelsel als conductor?
- Bijnier produceert adrenaline (bij stresserende situatie) -> via bloed door
heel lichaam en zet verschillende effectoren in actie = conductor
- Hormonen of signaalstoffen: regelen ook andere processen, hormonen
zorgen bij te lage O2 voor extra rode bloedcellen (kan als doping tellen),
- Thyroxine: aangemaakt in de schildklier stimuleert met groeihormoon
intensiteit van stofwisseling en celgroei. Lichaam produceert meer
thyroxine = vroegere start puberteit. Meer thyroxine = warmer= rol in
temperatuurregeling
- Hormonen: geleiden informatie in ons hele lichaam, zetten effectoren aan
het werk zodat er gepast kan worden gereageerd op de prikkel.
- Conductoren maken deel uit van regelsysteem dat inwendig milieu in
evenwicht houdt zodat er een stabiele situatie ontstaat. Via
feedbacksysteem zorgen hormonen ervoor dat veranderingen van factoren
binnen grenzen wordt gehouden.
- Homeostase: het behouden van een dynamisch evenwicht/ in stand
houden van een stabiel inwendig milieu.
- Feedbacksysteem: een regelsysteem in een organisme dat het inwendig
milieu in evenwicht houdt, zodat er een stabiele situatie ontstaat.
2.2 Hoe herkennen hormonen hun doelwitcellen?
- Hormonen worden geproduceerd in speciale kliercellen, kliercellen vormen
hormonen, signaalstoffen met bouwstoffen die uit het bloed worden
gehaald.
- Kliercellen in groep: klier
- Afgescheiden hormonen: door klier in bloedbaan = endocriene klier
- Eenmaal opgenomen: door hele lichaam vervoerd
- Een hormoon zal bij effectoren pas reactie uitlokken als cellen van effector
gevoelig zijn voor dat hormoon. Die hormoongevoelige effectorcellen =
doelwitcellen
- In celmembraan van doelwit-cel: membraanreceptoren (moleculen die
perfect op molecuulstructuur passen van dat hormoon)
- Sleutel-slot-principe: 1 hormoon op 1 membraanreceptor (sleutel =
hormoon, slot = membraanreceptor) = hormonen kunnen slechts een paar
effectoren aansturen
- Doelwitcellen = effector, hormoon = conductor
- Transport van hormonen: traag, bloed stroomt traag, hormonen = na tijdje
afgebroken door lever.
2.3 Wat is de coördinerende rol van hormonen in het feedbacksysteem?
, A. regeling bloedsuikerspiegel
Hormoonproductie bij te hoge bloedsuikerspiegel:
- Glucose: belangrijkste energieleverancier -> belangrijk dat er voldoende in
bloed aanwezig is. Te veel: stroperig bloed, bloedvaten verstopt, kan leiden
tot diabetes, overgewicht
- Plotse verandering van hoeveelheid = prikkel: lichaam reageert
- Taak van alvleesklier, pancreas: glucosegehalte binnen grenzen houden,
wordt dus voortdurend gemeten
- In pancreas: alfa- en bètacellen: meten hoeveelheid glucose:
glucosesensor. Cellen gegroepeerd in eilandjes van Langherhans.
- Stijgt waarde (na blikje cola): nemen bètacellen stijging waar en
produceren hormoon insuline -> zorgt ervoor dat bepaalde
lichaamscellenextra glucose opnemen -> glucosegehalte daalt weer
- In spier- en levercellen wordt glucose omgezet in glycogeen
- In vetcellen: insuline stimuleert omzetting naar vet = effectoren (reageren
op hormoon)
- Als bloedsuikerspiegel de drempel bereikt: neemt productie insuline terug
af = negatieve terugkoppeling/ feedback
Hormoonproductie bij te lage bloedsuikerspiegel
- Te weinig glucose (na lang sporten): alfacellen uit eilandjes van
Langherhans produceren glucagon
- Glucagon stimuleert levercellen om reservestof glycogeen opnieuw om te
zetten in glucose
- Als glucosegehalte terug dichter bij ‘normale’ komt, neemt
glucagonproductie af
Insuline en glucagon beïnvloeden bloedsuikerspiegel op tegengestelde
manier: antagonisten
Als hoeveelheid glucose terug is, stopt de aanmaak van insuline/ glucagon
= feedbacksysteem = negatieve feedback/ terugkoppeling
B. mechanisme om calciumconcentratie op pijl te houden
- Calcium: belangrijk bij spiersamentrekking, opbouw van het skelet,
impulsgeleiding …
- Hoeveelheid: geregeld door hormonen die afgegeven worden door
schilklier en bijschildklier
Te hoge Ca2+-concentratie:
- C-cellen in schildklier geactiveerd
- Produceren hormoon calcitonine = beïnvloedt verschillende effectoren in
lichaam
- Calcitonine: zet cellen in je niet aan om meer Ca 2+-ionen via urine uit te
scheiden en om minder botweefsel af te breken
daling Ca2+-
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kliffalpaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.91. You're not tied to anything after your purchase.