100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting gerechtelijk privaatrecht $14.00   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting gerechtelijk privaatrecht

 17 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting gerechtelijk privaatrecht Samenvatting alle PowerPoints + notities lesopnames + lessen Gegeven door Sofie Van Waeyenberghe en An Van Eeckhoutte Ik haalde 16/20 voor dit vak met deze samenvatting.

Preview 4 out of 97  pages

  • June 19, 2024
  • 97
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
GERECHTELIJK PRIVAATRECHT
SITUERING VAN GERECHTELIJK PRIVAATRECHT
1. VINDPLAATS

 Internationaal recht
 Gw.
 Ger. W.
 Specifieke wetgeving
 Algemene rechtsbeginselen
 bv. Het beschikkingsbeginsel (=beginsel vd partijautonomie) dat inhoudt dat de
partijen zelf de grenzen vh geding afbakenen
 Gebruiken
 Rechtspraak en rechtsleer: gezaghebbende rechtsbronnen, niet bindend

2. KENMERKEN

Hoe je als rechtssubject een materieelrechtelijke aanspraak kan realiseren, wordt
geregeld door het gerechtelijk (privaat)recht.

Wie zijn subjectieve of materiële rechten wil afdwingen, moet immers noodgedwongen
een beroep doen op een rechter: in een rechtsstaat is eigenrichting (=het recht “in eigen
handen nemen”) verboden.

Rechtsregels over het proces en de procedure, rechtsvorderingen, rechterlijke instantie,
bevoegdheid van de hoven en rechtbanken…

 Een dienende functie: het staan ten dienste van het materieel, inhoudelijk recht
o Materieel recht = inhoudelijke rechten en plichten van (rechts)personen
 Afzonderlijke, autonome rechtstak
 Dynamisch karakter : gerechtelijk recht weerspiegelt de opvattingen in een
samenleving en is onderhevig aan maatschappelijke evoluties
 Nationaal karakter: het geldt enkel voor procedures die worden gevoerd voor
Belgische rechtscolleges
 openbare orde: regels die dienen ter bescherming van het algemeen belang
 bv de regels over de rechterlijke organisatie en de materiële bevoegdheid
 Dwingend recht: regels die dienen ter bescherming van welbepaalde private
belangen
 Aanvullend recht: regels waarvan partijen kunnen afwijken
 bv inzake territoriale bevoegdheid
 Accusatoir van aard: het initiatief ligt bij de partijen. Zij bepalen waarover het
geding zal gaan en zorgen voor het bewijs

3. TOEPASSINGSGEBIED

1. Ratione personae = op wie is het gerechtelijk privaatrecht van toepassing

 Voor elk rechtsbekwaam rechtssubject
o Iemand die rechten kan genieten: natuurlijke personen en rechtspersonen
o Natuurlijke persoon: drager van rechten en plichten vanaf bestaan
o Rechtspersoon: opgericht, statuten opgemaakt en neergelecht bij griffie +
gepubliceerd in BS en krijgen dan rechtspersoonlijkheid  drager van
rechten en plichten

,  Kunnen deelnemen aan rechtsverkeer

2. Ratione materiae = op welke materie heeft gerechtelijk privaatrecht betrekking

 Onderscheid maken tussen subjectief contentieux en objectief contentieux
o Contentieux = geschil
o Subjectief = geschillen over subjectieve rechten  aanspraken die een
persoon kan inroepen
o objectief = geschillen die te maken hebben met de wettelijkheid van
handelingen die door de overheid zijn gesteld
 bv in tuin zwembad plaatsen, omgevingsvergunning aanvragen +
geweigerd door gemeente. je hebt het recht om de weigering aan te
vechten = objectief contentieux
 Enkel van toepassing op burgerlijke geschillen  subjectieve rechten
o Ook recht om schadevergoeding te eisen vd overheid
 Maar: artikel 2 Ger.W.: van toepassing op alle rechtsplegingen
 Tenzij: niet uitdrukkelijk opgeheven wetsbepaling ervan afwijkt
 voorrang geven aan specifieke ,tdie afwijkt van het Ger. W.
 de bijzondere regel heeft altijd voorrang op de algemene (lex specialis derogat
generalibus)

3. Ratione temporis = op welk moment regels van toepassing

 het principe van de onmiddellijke toepassing van nieuwe wetgeving

 Artikel 3 Ger.W.: wetten op rechterlijke organisatie / bevoegdheid / rechtspleging
 Principe: onmiddellijk van toepassing op hangend rechtsgeding
o Zonder invloed op eerdere geldig gestelde proceshandelingen
 Tenzij: overgangsbepalingen voorzien in de wet
 Wat is een hangend rechtsgeding?
o Rechtsgeding = procedure die voor de rechtbank wordt gevoerd en
waarover de rechter nog een uitspraak moet doen
o Geding is hangend van zodra men een gedinginleidend exploot heeft
betekend aan de verweerder/tegenpartij
 Gedinginleidend exploot = dagvaarding  zal het geding inleiden
 Blijft hangend zolang de rechter geen eindvonnis heeft uitgesproken
o Hangend: middeleeuwen  tijdens proces werd een zak opgehangen, en
zolang de zak ophing was het proces bezig

4. Ratione loci = territoriaal toepassingsgebied, plaats waarop gerechtelijk privaatrecht
van toepassing is

 Enkel op Belgisch grondgebied
 Wil niet zeggen dat er geen grensoverschrijdende procedures kunnen bestaan

,Procedureverloop (in eerste aanleg)

Deurwaarder gaat dagvaarding ook aan rechtbank bezorgen en de zaak wordt
ingeschreven op de rol van de rechtbank. De rol is een openbare lijst met zaken die
aanhangig bij een rechtscollege. Dan is de zaak aanhangig bij de rechtbank = rechtbank
weet dat het geschil bestaat en dat de rechtbank er zich over zal moeten uitspraken.

Tussen inleidende zitting en rechtsdag worden de conclusies uitgewisseld. Conclusies =
documenten waarin de argumenten van de partijen schriftelijk worden meegedeeld

Rechtsdag = dag waarop de zaken worden gepleit, waarop de partijen hun argument
mondeling aan rechtbank gaan weergeven

4. BASISBEGINSELEN

“grondrechten” = subjectieve rechten die zodanig essentieel zijn om ervoor te zorgen dat
elke rechtssubject effectief zijn aanspraken/rechten kan waarmaken. Wanneer zij
geschonden zijn moet er op elk moment worden gesanctioneerd

Geen geschreven recht  rechten die het bestaan/toegankelijkheid van het recht gaan
beschermen en verzekeren. Aandacht besteden aan het zorgvuldig procesgedrag.

Rechten van verdediging

1. Toegang tot de rechter  vorderingsrecht

o Effectieve en vrije toegang
 overheid moet zorgen dat er geen enkele belemmering is, elke persoon
heeft toegang
 Rechtsbijstand (art. 664 en 559ter Ger.W.) = bijstand die ervoor zorgt
dat men tegemoet komt in de kosten van de procedure
 kosteloze tussenkomst gerechtsdeurwaarder, kosteloze bijstand
deskundige…
 Juridische bijstand (art. 508/1-208/23 Ger. W.) = juridische eerstelijns-
en tweedelijnsbijstand
 eerstelijns: praktische inlichtingen verstrekken aan burgers die in
financiële moeilijkheid zitten in eerste advies
 tweedelijns: pro Deo advocaat toegekend (gratis)
o Rechter: plicht om recht te spreken (art. 5 Ger.W.)
 rechter mag zich niet schuldig maken aan rechtsweigering
 weigering: verhaal op rechter instellen = schadevergoeding, vernietiging
vonnis en verwijzing naar andere rechtbank
 garantie uitspraak
o Beperkingen door wetgever mogelijk
 MAAR overheid mag nooit aan kern van grondrecht raken
 Bv in wetgeving voorzien dat er voorwaarden zijn om naar de rechter te
gaan, respecteren termijn, aantonen belang …
o Beperkingen door partijen
 NOOIT
 Recht van openbare orde: partijen zelf kunnen er niet van afwijken
 Onpartijdige rechter  betrekking op rechtsmacht
 zoals die bij de wet is voorzien

, = rechter mag geen enkele vooringenomenheid hebben  als rechter al zijn
oordeel/beslissing zou klaar hebben voor hij de feiten onder ogen neemt
o Subjectieve onpartijdigheid:
 Persoonlijk gedrag vd rechter  persoonlijke onpartijdigheid
 Persoonlijke overtuiging van een rechter in bepaalde omstandigheden
 Subjectieve partijdigheid = rechter persoonlijk door zijn gedraging
partijdig is, belangenvermenging
 moet altijd bewezen worden, tot het bewijs van het tegendeel wordt
de rechter vermoed subjectief onpartijdig te zijn (feitenkwestie)
o Objectieve onpartijdigheid = structurele onpartijdigheid
 Iedereen heeft recht op zijn natuurlijke rechter, die de wet hem aanwijst
 Geen gelegenheidsrechtbanken organiseren
 Objectieve partijdigheid = bedoeling om zetel vd rechtbank op zodanige
manier te gaan samenstellen dat daardoor de behandeling zal worden
beïnvloed
 moet bewezen worden
 Heeft niks te maken met gedrag
 Zelf een schijnpartijdigheid is voldoende
o “Justice must not only be done; it must also be seen to be done”.
 de rechter mag geen enkele schijn van bevooroodeel mag wekken.
Effectieve partijdigheid is niet altijd vereist, vaak nodig dat men ook een schijn
van partijdigheid kan aantonen

2. Onafhankelijke rechter

 Rechter moet kunnen oordelen zonder dat er enige druk van buitenaf is, moet
volgens eigen geweten oordelen, niet beïnvloed door iemand
 Autonoom beslissing nemen
 Rechter voor het leven benoemd, onafzetbaar
 Deontologische fout: tuchtstraf  gebeurd door een onafhankelijk orgaan,
nationaal tuchtraad
 Onverplaatsbaar  nieuwe benoeming nodig voor verplaatsing
 Onverenigbaarheden magistraat:
o mag niet in regering werken
o mag geen openbaar mandaat
o niet verkiesbaar stellen als volksvertegenwoordiger
o geen deurwaarder, advocaat, notaris, scheidsrechter …
o mag niet zetelen als een zittende magistraat
o mag niet handelen als parketmagistraat, onderzoeksrechter

3. Eerlijk en openbaar proces (art. 6.1 EVRM)

 Openbaar en gemotiveerd (art. 148 Gw.)
o Zittingen openbaar om willekeur uit te sluiten  men kan maatschappelijke
controle uitvoeren
o Motivering (art. 149 Gw.): rechter controleren dat hij geen willekeur pleegt
 uitdrukkelijk aangeven waarom hij bepaalde vordering toekent/afwijst,
zal op alle middelen die partijen hebben opgeworpen in procedure moeten
antwoorden
 hoger beroep als je concrete bezwaren hebt tegen die beslissing
 Redelijke termijn
o Garantie uitspraak

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zoebaert05. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $14.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

84251 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$14.00
  • (0)
  Add to cart