100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Intellectuele eigendomsrecht (650025-M-6) - Cijfer 10 $12.06   Add to cart

Class notes

Samenvatting Intellectuele eigendomsrecht (650025-M-6) - Cijfer 10

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat alle college-aantekeningen, van alle colleges, alsook een samenvatting van het mastervak Intellectueel Eigendomsrecht. Ik heb alle PowerPoint slides die gebruikt zijn tijdens de colleges verwerkt in het document, en deze aangevuld met de belangrijkste punten die door de docent zi...

[Show more]

Preview 4 out of 78  pages

  • June 19, 2024
  • 78
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Simon
  • All classes
avatar-seller
HC Intellectuele Eigendomsrecht

 Kennen voor TT
- Het Unieverdrag van Parijs (UvP) heeft in de Nederlandse rechtsorde
directe werking, en kan door iedereen in zijn voordeel worden
ingeroepen voor de Nederlandse rechter. Wat merken betreft, volgt dit
bv. letterlijk uit art. 4.7 Benelux-verdrag (BVIE).

Hoorcollege 1: Algemene inleiding tot de intellectuele rechten

 Voorbeeld crompouce
- Uitgevonden in 2020 door een bakker in Utrecht. Bakkerij van Maanen
ging deze namaken in 2023. De bakkerij uit Utrecht was hier niet blij
mee. Dit leidde tot veel discussies.
- In welke mate kunnen ondernemingen zich ertegen wapenen dat andere
marktdeelnemers/derden hen gaan nabootsen?

 Praktische informatie/cursus
- Doelstelling: basiskennis intellectuele rechten op masterniveau
- Werkvorm: 7 collegedagen
 6 gewone collegedagen + 1 gastcollege (24-04) + 1 college
voorbereiding tentamen (08-05)
- Kennisclips voorafgaand aan het college kijken
- Je mag alle wetgeving meenemen  zelf uitprinten voor het tentamen
 In leidraad is een lijst opgenomen met wetgeving die je nodig hebt
voor het tentamen

 Praktische informatie – tentamen
- Vorm: digitaal tentamen via Testvision
- Gesloten boek tentamen
- Toegelaten: wetgeving (codex of zelf uitgeprint)
- Te kennen leerstof:
 Slides
 Alles wat in de colleges aan bod is gekomen
 Alles wat daarnaast nog uitdrukkelijk is aangemerkt als te kennen
leerstof
 Handboek: slechts in de mate dat ook op slides, in college of
uitdrukkelijk aangemerkt
- Vraagstelling:
 Theorievragen
 Casussen:  voorbeelden in laatste college

 Overzicht van de komende weken
1. Algemene inleiding tot de intellectuele rechten
2. Octrooirecht
3. Handelsnaamrecht
4. Merkenrecht = belangrijkste stuk van de cursus
5. Auteursrecht/werken & software
6. Bescherming van databanken | sui-generisrecht
7. Naburige rechten
8. Slaafse nabootsing = gastcollege
9. Handhaving = gastcollege



1

,Algemene inleiding:

 Jurisprudentie
HR Hyster Karry Krane (1953)  dit arrest vormt de hele grond voor het
leerstuk van de;
- Slaafse nabootsing
Een rijdende kraan die gemaakt is door Harry, en iemand anders heeft
die rijdende kraan nagebootst.
Een kraan is in WOII door allerlei troepen meegenomen. In een
Nederlandse fabrikant wordt dit ontwerp nagebootst en plaatst een
soortgelijke kraan op de markt. Er liggen geen auteurs- of
octrooirechten op de kraan. Kan de Amerikaan er iets aan doen dat de
Nederlandse fabrikant de kraan verkoopt?
- Principe van vrijheid van kopie = kopievrijheid.
- HR: In het algemeen is het niet verboden om in eigen voordeel (ten
nadele van de concurrent), gebruik te maken van de resultaten van de
inspanningen, inzichten en kennis van anderen op de markt.
 Op de markt mogen we elkaar dus imiteren.
- Principe vrijheid om elkaar te kopiëren.
- Uitzonderingen op het principe van de kopieërvrijheid, 2 soorten
uitzonderingen:
1. Onbetamelijke gedragingen: strijdig met bv. de onrechtmatige daad
Verbod op nodeloze verwarring.
2. Intellectuele eigendomsrechten: situaties waarin de wetgever het
nuttig heeft geacht om o.g.v. de wet af te wijken van het principe
van kopiervrijheid, om een andere verregaande doelstelling te
kunnen verwezenlijken.
- De wetgever creëert rechten en exclusiviteiten voor bepaalde zaken op
intellectuele zaken (onstoffelijk en onlichamelijke stoffen)
 Geen stoffelijke zaken, maar intellectuele
- Intellectuele eigendommen zijn geen eigendommen in de zin van het
BW, daarom praten wij over eigendomsrechten
- De wetgever probeert aan te moedigen dat iets wordt bedacht, want
anders niet zou zijn bedacht.
 Bijvoorbeeld nieuwe muziek en literatuur beschermen door het
auteursrecht.
 Innovatievere maatschappij door uitvindingen te beschermen =
octrooirechten
- Auteursrecht = werk
- Octrooirecht = uitvinding
= deken

 IE-rechten
- Steeds een drempel waaraan je moet voldoen: Het werk moet origineel &
innovatief zijn
- Enerzijds wil je vermijden dat je een inbreuk maakt op iemand anders
zijn IE-recht
 Wederzijds vertrouwen is irrelevant bij IE-rechten
- Anderzijds kan je ook een mogelijke rechthebbende zijn (bv. jij maakt iets
en je wilt dat beschermen)

 Intellectuele rechten | algemene kenmerken

2

, - Voorwerp van IE-recht: creatie van de menselijke geest
 Hoog abstractieniveau, ook het voorwerp van het recht is niet
zichtbaar en niet tastbaar.
 Het IE-recht maakt het nooit mogelijk om concepten of ideeën te
beschermen  je idee moet dus echt al een concrete
uitdrukkingsvorm hebben aangenomen om daarop een IE-recht te
verkrijgen.
 Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het eigenlijke voorwerp
van het IE-recht = Corpus mysticum (bv. de uitvinding – iets
onlichamelijks)
 Drager van een IE-recht, hetgeen wat het IE-recht belichaamt =
corpus mechanicum (bv. uitvoering van de uitvinding – stoffelijk
object)
 Bv. het IE-recht slaat op een onlichamelijk onderwerp, maar het
boek is de corpus mechanicum.
 Als een boek van eigenaar veranderd, heeft dat geen invloed op
het IE-recht dat daarop rust
 IE-rechten hebben niets te maken met zakelijke rechten,
persoonlijke rechten
 Persoonlijkheidsrechten (bv. recht op afbeelding)
 Corpus mysticum vs. corpus mechanicum |
onafhankelijkheidsbeginsel
 Het is mogelijk om 1 corpus mysticum te hebben, waarvan er
verschillende corpus mechanica van zijn, bv. auteur bedenkt 1
roman, maar deze wordt 1 miljoen keer gedrukt.

- Drempel = beschermingsvoorwaarden
 Men krijgt pas een monopolie wanneer je voldoet aan bepaalde
voorwaarden.
- Legaliteitsbeginsel: wettelijk vetorecht
 Elk IE-recht moet een wettelijke basis hebben, de rechter mag dus
geen IE-rechten creëren
 IE-recht is een absoluut recht, je krijgt je rechten van de wetgever
en je doet er vervolgens mee wat je wil (art. 3:2 BW)
 Je krijgt een wettelijk monopolie, ongeacht de ter goeder trouw
 Subjectief absoluut recht | tegenstelbaarheid erga omnes
 Uit het legaliteitsbeginsel vloeit ook het volgende beginsel voort;
- Territorialiteitsbeginsel: art. 8.1. Verord. 864/2007 Rome II
 Je kan slechts bescherming krijgen op het grondgebied waarop je
bescherming claimt, het is een kwestie van nationaal recht
 IE-rechten zijn grotendeels geharmoniseerd binnen de EU, regels
lopen voor ongeveer 90% hetzelfde binnen de EU
 Kijk eerst naar de Nederlandse Auteurswet
- Beperkte duurtijd: IE-recht is in principe altijd beperkt in tijd, want;
 Doel IE-echten: iets aanmoedigen qua creativiteit
 Dit is dus tegengesteld tot eigendommen van een bepaald voorwerp
 Tot 70 jaar na het overlijden
- Toekenning: van rechtswege | registratie
 2 manieren om IE-rechten toe te kennen:
1. Van rechtswege toekenning: toegekend zonder dat u daarvoor
iets hoeft te doen, enkel voldoen aan de voorwaarden uit de wet.
2. Aanvraag indienen – registratie: aanvraag moet goedgekeurd
worden en later geregistreerd worden.


3

,  Indienen van een aanvraag wordt ook ‘depot’ genoemd: je vraagt
een IE-recht aan door bepaalde formaliteiten te voldoen
 Toekenning (ook wel ‘registratie’ of ‘inschrijving’ genoemd): een
overheidsinstantie zegt dat je aan de voorwaarden voldoet
 Elk IE-recht dat wordt geregistreerd, moet ook openbaar gemaakt
worden (ook wel ‘publicatie’ genoemd)
- Cumul/cumulatie: eenzelfde voorwerp kan meerdere IE-rechten hebben.
Verschillende personen kunnen aanspraak hebben op een voorwerp.
 Alle rechthebbende, hebben een monopolie op een bepaald
voorwerp.




 Belangrijkste normatieve vindplaatsen
Nederlands recht & Benelux-recht: wetgeving die belangrijk is voor de IE-
rechten
- Aw = Auteurswet (1912)
- Hnw = Handelsnaamwet (1921)
- ZPW = Zaaizaad- en Plantgoedwet (1966)
- Tw = Topografiewet (1987): bescherming van computerchips
- WNR = Wet op de naburige rechten (1993)
- ROW = Rijksoctrooiwet (1995)
- Dw = Databankenwet (1999)
- + Rv = Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering: aspecten van
procesrecht
- + Benelux-verdrag IE (merken en tekeningen & modellen) | +
uitvoeringsbesluiten
 Benelux-Verdrag: verdrag is rechtstreeks van toepassing in deze 3
landen
 Gevolg Benelux-verdrag: er bestaat niet zoiets als een Nederlands
merk of een Nederlands model, want er zijn nog enkel Benelux
merken.
 Wanneer je een merk wil aanvragen kan je kiezen voor een Benelux
merk of een EU-merk

 Belangrijkste normatieve vindplaatsen
EU-recht
- EU-Verdragenrecht: VEU, VWEU en het Handvest
 Art. 17 Handvest: over bescherming van IE-rechten
 Principe van discriminatie: discriminatie tussen EU-lidstaten is niet
mogelijk vanwege het Verdrag betreffende de werking van de EU.
- EU-Verordeningen, o.a.
 Verordening EU-merk
 Verordening communautaire tekeningen & modellen
 Douaneverordening: douane zijn ook bevoegd om te handhaven op
IE-rechten
- Veel EU-Richtlijnen, dit zijn al omgezet in de Nederlands wetgeving en in
het Benelux-verdrag

 Zaak Phil Collins
- Zijn muziek was niet in elke EU-lidstaat beschermt.
- Het feit dat hij Britt was betekende dat hij auteursrechtelijke
bescherming kreeg

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudvderzee. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$12.06
  • (0)
  Add to cart