Samenvatting van het vak gezondheidswetenschappen, deontologie en management van de revalidatiesector met telkens verwijzingen naar de wetgevingsbundel
- 1 federale staatsstructuur federale GWG geldt voor heel België
- 3 gemeenschappen bevoegd voor alles wat met de persoon te maken heeft
o Bv onderwijs, cultuur
o gezondheid: zorg en welzijn, patiënten
o Vlaamse, Franstalige & Duitstalige gemeenschappen
o Brussel = zowel Vlaamse als Franstalige gemeenschappen zijn bevoegd
- 3 gewesten bevoegd voor alles wat met de grond te maken heeft
o Bv verkeer (gewestwegen, wegenonderhoud), milieu, gezondheid
o Vlaams, Waals & Brussels gewest
ziekenhuis:
o federale bevoegdheid = zorgverleners
bepalen wie wat is: wie is arts/logo/audio/vpk…
o gemeenschapsbevoegdheid = patiënten
mensen die zorg en welzijn nodig hebben
o gewestelijke bevoegdheid = gebouw, verkeerssituatie, milieu
9 ministers voor volksgezondheid
o komen samen op interministeriële conferentie volksgezondheid om te discussiëren over
topics die de bevoegdheidsgrenzen overschrijden
Hiërarchie der normen:
1. wetgeving op supranationaal niveau Europees
a. verdragen = keuzerecht om lid te zijn
i. BV Europees verdrag van de rechten van de mens
b. richtlijnen = afspraken die lidstaten onderling maken rond samenbrengen van bepaalde
regelingen
i. BV skiongeval in buitenland: afspraken rond terugbetaling
c. verordeningen = geldt voor alle lidstaten, geen keuzerecht
i. BV GDPR, Covid-certificaat om te reizen binnen EU
2. wetgeving op nationaal niveau door parlementen
a. wetten = federaal
b. decreten = gemeenschap of gewest
c. ordonnanties = decreet in Brussel
allemaal zelfde juridische waarde
3. uitvoeringsbesluiten door regeringen
a. koninklijke besluiten federaal
i. ondertekend door koning
b. besluiten van gemeenschaps- of gewestregeringen
4. deontologische codes = afspraken rond goede praktijkvoering
geringe juridische waarde
6 staatshervormingen zie ppt
1. wijziging grondwet in 1970
2. 1980
, 3.1988
4.Sint-Michielsakkoord in 1993
5.Lambermontakkoord in 2000
6.Vlinderakkoord in 2011
a. bijzondere wet in 2014
Telkens vanuit federale België werden stukjes bevoegdheid doorgegeven naar gemeenschappen
en gewesten
GHZ werd vaak overgegeven
DUS als je vandaag iets wilt doen met GHZ moet je goed analyseren wie er nu eigenlijk voor wat
bevoegd is
Financiering van de gezondheidszorg GHZ vertrekt vanuit het federale niveau
- federale wilt inzetten op curatieve MAAR gemeenschap wil inzetten op preventie
- federale kijken bij de verdeling van financiering eerst naar hun eigen bevoegdheden
weinig inzet op preventie
federaal en gemeenschap lopen over in elkaar wie betaalt wat? onduidelijkheden dus finaal gebeurt en
verandert er niet veel
,federale regering:
- Regulering en financiering van de verplichte ziekteverzekering
- Bepaling van de erkenningscriteria
o federaal bepaalt dus dat wij de beroepstitel logo krijgen MAAR Vlaams erkent deze criteria
toe
- Financiering van het ziekenhuisbudget en de zware medische zorg units
- Wetgeving over de uitoefening van de GHZ-beroepen WUG
- Registratie en prijsbeheersing van geneesmiddelen
gefedereerde entiteiten = gewesten of gemeenschappen
- Gezondheidspromotie en preventie
- Moeder en kind
- Coördinatie en samenwerking binnen de eerste lijn en de palliatieve zorg
- Implementatie van erkenningscriteria
- eerstelijnszorg = Vlaams
administratie laat zich leiden door adviesorganen MAAR er zijn zodanig veel adviesorganen zowel federaal
als Vlaams dat dit systeem blokkeert deze raden zijn op hun tenen getrapt als de minister het advies
niet volgt
GHZ evolueert zeer traag
kenmerken van de Belgische GHZ:
- verplichte solidaire ziekteverzekering
o horizontaal: bijdrage maakt geen verschil tussen gezonde en zieke mensen
o verticaal: verschil obv inkomen
o zonder risicoselectie = iedereen maakt deel
o RIZIV = Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
verdelen over de verschillende ziekenfondsen
verplicht aangesloten bij ziekenfonds
o private ziekteverzekering is aanvullend, niet verplicht
- vrije keuze
o met diagnostische en therapeutische vrijheid als garantie
, o zorgverleners, zorgvoorzieningen …
o DUS zorgverlener heeft keuze in middelen en onderzoeken MAAR steeds gekoppeld aan
zorgrichtlijnen
o DUS patiënt heeft keuze in ziekenhuis + zorgverlener
MAAR beperkingen: patiëntestops, schaarsheid zorgverleners, omstandigheden
- overleg mbt prijzen en tarieven
o terugbetaling obv fee-for-service betalingen
o om de 2 jaar nieuw overleg
o conventionering = overeenkomst tussen beroepsvereniging en mutualiteiten
maximum tarieven + sociale voordelen
geldt 2j, stilzwijgende verlenging + automatische toetreding
bij weigering van 40% geldt de overeenkomst NIET
geheel of gedeeltelijke toetreding
enkel betrekking op prestaties die opgenomen zijn in de nomenclatuur
sancties:
strafbeding
administratieve sanctie
vermindering/schrapping sociale voordelen
o geconventioneerde zorgverlener sociaal statuut
sociale voordelen voor opbouw pensioen of vervangingsinkomst bij
ziekte/overlijden
voorwaarde 1: geheel of gedeeltelijke toetreding
voorwaarde 2: heel jaar activiteit effectief uitgeoefend
- persoonlijke bijdrage van patiënt
o patiënten betalen deel van de geleverde prestaties alsook bepaalde supplementen
rechtstreeks of derdebetalerssysteem
Grote discrepantie tussen private en verplichte ziekteverzekering er moet steeds meer privaat gedekt
worden en GHZ wordt steeds duurder
er is een samenspel van veel (niet) rechtsstatelijke actoren
- deontologische raden/praktijkrichtlijnen en protocols
- advies-, overleg-, controleorganen op alle bestuursniveaus: EU, federaal, Vlaams
3 grote evolutiegolven in de GHZ
- jaren 60: eerste wetgeving rond verplichte ziekteverzekering, ziekenhuis, uitoefening
gezondheidsberoepen
- Jaren 90 = reactie op opkomst mensenrechten
- Nu nieuwe fase = bredere kaders nodig rond samenwerking, inzetten via eerstelijnszorg,
privéziekenhuizen, nieuwe technologieën, specialisaties…
o vergrijzing vd bevolking
o technologische en digitale evolutie
o multidisciplinaire samenwerking
o nieuwe behandelmogelijkheden en communicatietools
o superspecialisten VS nood aan transversale actoren
o extramurale zorgpraktijken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller camilledecoster. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.67. You're not tied to anything after your purchase.