Samenvattingen van het boek Financiële Rekenkunde voor het HEO (auteur: Hans Gruijters). Bevat H1, H2.1, H3, H4 & H5.
Behaald resultaat: 8,9.
Mocht je deze samenvatting hebben gekocht en pagina's zijn versprongen of afbeeldingen staan over elkaar, mail mij dan of stuur mij een bericht op Stuvia. ...
,Hoofdstuk 1 Financiële rekenkunde
Omdat de economische wetenschap zo veelzijdig is, wordt deze opgesplitst in een aantal onderdelen.
Één hiervan is de micro-economie, waar de bedrijfseconomie onder valt. Bedrijfseconomie kent
allerlei berekeningen die gemaakt worden om beslissingen te onderbouwen. De technieken die
gebruikt worden om rente te berekenen vormen de financiële rekenkunde.
Rente of interest = een vergoeding voor geleend of gespaard geld.
Het rentepercentage bestaat uit 3 delen:
- Compensatie voor inflatie
- Risicopremie (het is niet zeker of de lener altijd volledig terugbetaalt)
- Bank wil winst maken
Wij vinden het betalen van rente nu heel gewoon, maar vroeger was dit niet zo vanzelfsprekend. Met
name vanuit diverse religies werd daar kritische naar gekeken. Toch zijn er nu ook nog landen zoals
Iran en Pakistan die officieel vasthouden aan een renteverbod.
Men hield zich ook veel bezig met de vraag waarom er nu eigenlijk interest moest worden betaald en
ontvangen. Hiervoor zijn er in de 19e en 20e eeuw interesttheorieën ontworpen. 2 hiervan worden
besproken:
- Theorie van Eugen Von Böhm-Bawerk (agiotheorie)
Hij stelt dat tegenwoordige goederen (ook geld) meer waard zijn dan toekomstige. Voor deze
meerwaarde/agio heeft hij 3 redenen (op blz. 12 beschreven).
- Theorie van Irving Fisher
Men is gedwongen om consumpties uit te stellen tot later als zij geld uitgeleend hebben (er
kan dat een bepaalde periode niet over beschikt worden). Fisher is van mening dat mensen
liever nu consumeren dan later, daarvoor heeft hij 3 redenen (op blz. 13 beschreven).
Beide schrijvers benadrukken de voorkeur voor het hebben van huidige financiële middelen. Doet
men er toch voor een bepaalde tijd afstand van, dan zal men daar een vergoeding voor verlangen.
Tijdvoorkeur = voorkeur voor huidige beschikbaarheid van geld t.o.v. toekomstige beschikbaarheid.
Het verschil wordt overbrugd door rente.
3
, Hoofdstuk 2.1 Financiële rekenkunde
Enkelvoudige interest (in het Engels: simple interest) = De interest wordt elke periode berekend over
het beginkapitaal.
I = t x _P_ x K P = rentepercentage K = beginkapitaal
100 t = tijd I = enkelvoudige interestbedrag
I = _t x P x K_ c = constante (100 in Jaren, 1200 in maanden en 36000 in dagen)
C
EWn = K x (1 + (n X i)) n = aantal perioden i = interestperunage (p/100)
Als een bedrag van €10.000, 8 maanden uitstaat tegen 3% per jaar, wordt het interestbedrag:
I = _8_ x _ 3_ x €10.000 = €200
12 100
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller desireedeheus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.26. You're not tied to anything after your purchase.