Wat is cultuurgeschiedenis?
Eén van de drie subdisiplines die in het voortgezet onderwijs worden onderscheiden
Denken, doen, normen, waarden en gedragsregels
Politieke geschiedenis. Democratie en rechtstaat
Sociaal-economische geschiedenis
Cultuurgeschiedenis
Voorbeeld: De grote kattenslachting van 1730 in Parijs
Bundel van Amerikaanse cultuurhistoricus Robert Darnton. Drukkersgezellen houden
een feest (charivari)waarin katten met het grootste plezier worden ‘berecht’ door
een ‘volksrechtbank’, worden mishandeld en opgehangen
Cultuurhistorici: proberen te achterhalen wat erachter schuilt menselijk denken en
handelen staan centraal
Welke cultuurhistorische begrippen kun je koppelen aan dit thema?
Symboliek vrouwen van de elite worden geïdentificeerd met katten (bewust
rituelen in bijv. de kerk, haardracht, kleding en onbewust, chat in het frans met
betekenis en metafoor, of de kattenslachting). Achter het woord chat (kat) zitten
symbolen van hekserij en ongeluk. Ook seksuele metafoor in het woord chat, pussy,
poesje.
Rituelen zelfverzonnen ritueel in het geval van de kattenslachting.
Volkscultuur en elitecultuur elite = trendsetter, normale volk neemt het over
Gender-perspectief perspectief van mannen en wreedheid tegenover dieren vs.
Seksistische opvatting over vrouwen.
Representatie geen spiegel van de geschiedenis, maar hoe de geschiedenis
betekenis krijgt vanuit perspectief van de mensen.
Hermeneutiek manier van geschiedschrijving; beschrijvend en verhalend. Het gaat
om interpretatie. Je moet je kunnen inleven in de historische persoon. Inleving in de
arbeidersmentaliteit van de 18e eeuw.
Historiografie geschiedenis van geschiedschrijving. Kritiek op gepubliceerde
stukken. ‘Debat zonder einde’. Innemen van verschillende perspectieven.
, Kwalitatieve geschiedschrijving hermeneutiek. Cultuuruiting op een bepaald moment
beschrijven (persoon, gebeurtenis, verschijnsel. Interpretatie, inleving en hermeneutiek.
Kwantitatieve geschiedschrijving sociaalwetenschappelijke geschiedschrijving. Cultuur
van een middellange termijn beschrijven. Analyse, seriële en kwantitatieve data
Chartier: kritiek op Darnton; hij gebruikt geen primaire bronnen. Vergeten te vermelden dat
het gaat om een literair genre (exposé) hoe gaat het eraan toe in verschillende
beroepsgroepen? Vaak satirisch.
Cultuurgeschiedenis: het vreemde, het alledaagse en niet-contemporaine is
onderzoeksobject
Het gewone wordt ongewoon
Collingwood: Verleden lijkt op het buitenland; je doet dingen daar anders.
Klassieke cultuurgeschiedenis vanaf 1860: nadruk pp geschiedenis van cultuur. Vooral eerst
op hoge cultuur zoals kunst, muziek, literatuur en vanaf jaren 60 ook op lage cultuur;
volkscultuur, geschiedenis van de gewone mensen
Huidige cultuurgeschiedenis vanaf jaren 60
Nadruk op cultuurgeschiedenis. Welke betekenis mensen geven aan dingen. Vreemde,
alledaagse en niet-contemporaine wordt bestudeerd. Denken, doen en hebben
Vier delen historiografie
1. Klassieke fase eind 19e en begin 20e eeuw
2. Sociale kunstgeschiedenis idem.
3. Geschiedenis van de volkscultuur jaren 60
4. Nieuwe cultuurgeschiedenis ‘cultural turn’
De cultuur van de doodsbeleving
1. Huizinga en Burckhardt
Welke beelden schetsen ze respectievelijk van de doodsbeleving in de vijftiende eeuw?
Huizinga: herfsttij der Middeleeuwen
Memento mori tegenover carpe diem. Beeld van Burckhardt. Ons denken is door hem
uitgevonden.
In hoeverre klopt deze tegenstelling?
Burckhardt: Die kultur der renaissance in Italien 1860
2. Historiografie
Welke onderzoeken doen latere historici naar (middeleeuwse) doodsbeleving?
1977: Philippe Ariès L’homme devant la morte hoe gaan mensen om met de dood
1978: Pierre Chaunu: La morte à Paris bestuderen van testamenten om
gegevensbestanden te maken. Kwantitatieve manier om te onderzoeken wat mensen precies
willen na de dood.
1983: Michelle Vovelle La mort er l’occident. De 1300 à nos jours de ondergane dood
(biologische dood), de geleefde dood (de gestes en rituelen die de dood omringen, rouwen),
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sonals. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.68. You're not tied to anything after your purchase.