Dit document bevat de uitgewerkte examenvragen van bio-ethiek! Deze vragen zijn opgelost op basis van de syllabus. De vragen van biodiversiteit zitten er echter niet in, maar wel die van epigenetica! Behaalde punten 18/20!
Our apporoach to bio-ethics
1. What is meant by an ‘ethico-onto-epistemology'?
Ethico-onto-epistemologie is een term die de onderlinge verbondenheid van ethiek, ontologie en
epistemologie benadrukt. Het verwijst naar hoe onze morele overtuigingen, kennis en opvattingen over
de werkelijkheid elkaar beïnvloeden en gezamenlijk vormen.
Filosofie kan worden opgedeeld in twee hoofdgebieden:
Theoretische Filosofie:
o Metafysica: Onderzoekt de fundamentele aard van de werkelijkheid, zoals wat mensen zijn, en
wat de wereld en het universum is.
o Filosofie van de Wetenschap: Vraagt hoe we kennis vergaren over de wereld en de criteria voor
wetenschappelijke kennis.
Praktische Filosofie:
o Ethiek: Onderzoekt wat goed en slecht is en welke principes het fundament vormen voor
waarden en normen.
o Politieke Filosofie en Sociale Filosofie: Behandelt hoe samenlevingen zouden moeten worden
georganiseerd en welke rechten en plichten mensen hebben.
In de bio-ethiek moeten wetenschapsfilosofen, meta-ethici en politicologen samenwerken. Vragen
over hoe de wereld is (ontologie) en hoe we dingen weten (epistemologie) zijn nauw verweven met
ethische vragen (wat we zouden moeten weten en doen).
• Ontologie: Vraagt wat er bestaat. Bijvoorbeeld: "Wat is een ziekte?" Dit kan verschillende
betekenissen hebben, zoals een afwijking van een statistisch gemiddelde bv. Iemand met een
bloeddruk die significant afwijkt van het gemiddelde kan als ziek worden beschouwd of een
specifieke biologische oorzaak zoals een virus bij griep. Dit verwijst naar onze opvattingen van
de werkelijkheid en van de fenomenen die deel uitmaken van de werkelijkheid. Concepten die
we in het dagelijks leven als vanzelfsprekend beschouwen, zijn bij nader beschouwing niet
eenduidig!
• Epistemologie: Vraagt hoe we het bestaan van iets kunnen weten. Bijvoorbeeld: "Hoe weten
we dat een medische behandeling effectief is?"
Ethiek
Ethiek is de reflectie over wat goed en slecht is. Moraliteit is eerder het algemeen begrip van goed en
kwaad. Ethiek kan worden onderverdeeld in:
Non-normatieve Ethiek:
o Descriptieve Ethiek of Moral Sciences: Benadert moraliteit vanuit de sociale wetenschappen
en psychologie.
o Meta-ethiek: Onderzoekt waarom en hoe mensen moreel handelen.
Normatieve Ethiek:
o Algemene Normatieve Ethiek: Filosofen onderzoeken welk gedrag goed of slecht is.
o Toegepaste Ethiek: Behandelt ethische vragen in specifieke contexten zoals bio-ethiek, media-
ethiek en bedrijfsethiek.
1
,Epistemologie & Filosofie van Wetenschap
Filosofen denken kritisch na over vragen in de wetenschap en proberen deze te verhelderen:
• Kwestie van wetenschappelijke Kennis: Wanneer is iets wetenschappelijk bewezen en wat telt als
een wetenschappelijk feit?
• Bijvoorbeeld: Is iets wetenschappelijk bewezen als er voldoende bewijs is?
Volgens Thomas Kuhn evolueert wetenschap niet vloeiend en continu, maar via revoluties of
paradigmaverschuivingen. Nieuwe paradigma’s ontstaan wanneer anomalieën (= afwijkingen of
onregelmatigheden die niet passen binnen de bestaande theorieën, wetten of verwachtingen in een
bepaald domein) het bestaande paradigma in twijfel trekken, wat leidt tot een wetenschappelijke
revolutie en nieuwe paradigma.
Wetenschappers kunnen ook beïnvloed worden door externe (politieke/sociale) en interne factoren
(zoals inductief risico, waarbij de kans bestaat dat een hypothese onterecht wordt verworpen of
geaccepteerd (vals positieven/negatieven)). Wetenschapsfilosofen stellen dat er geen neutraal,
waardevrij standpunt bestaat in de benadering van verschijnselen.
Standpuntenepistemologie
Het opnemen van verschillende standpunten is niet alleen moreel gunstig maar kan ook leiden tot een
betere, objectievere wetenschap. Epistemologie is simpel gezegd de theorie van kennis.
2. What is moral relativism? How does it relate to moral pluralism and moral monism?
Moreel Monisme is de overtuiging dat er één set morele regels is die universeel en altijd toepasbaar
is. Het stelt dat dezelfde morele principes in elke situatie en cultuur gelden, ongeacht de context.
Moreel Pluralisme houdt in dat er meerdere morele principes zijn die afhankelijk van de situatie
toegepast kunnen worden. Pluralisme erkent dat verschillende situaties verschillende morele
benaderingen vereisen, maar gelooft nog steeds in de mogelijkheid van objectieve evaluatie tussen die
benaderingen.
Moreel Relativisme is de opvatting dat morele regels alleen geldig zijn binnen specifieke tijds- en
plaatsgebonden contexten.
Mensen die in moreel relativisme geloven, stellen dat het onmogelijk is om een universele moraliteit
te bereiken. Verschillende gemeenschappen hebben verschillende morele codes, en deze codes
bepalen wat goed of slecht is binnen die gemeenschappen. Volgens deze visie is er geen objectieve
standaard om te zeggen welke morele code beter is dan een andere. Het wordt als arrogant beschouwd
om onze morele code op te dringen aan andere culturen.
Het bestaan van verschillende morele codes betekent niet dat er geen normen zouden zijn waarmee
deze codes kunnen worden beoordeeld. Het onnadenkend aanvaarden van moreel relativisme kan
gevaarlijk zijn omdat het kan leiden tot een onkritische houding ten opzichte van de eigen morele code
en moreel superioriteitsdenken. Daarom kan men niet zomaar zeggen "alle morele codes zijn even
goed" of "we moeten altijd tolerant zijn".
2
, Gevolgen van Ethisch Relativisme
We kunnen geen andere normen beoordelen; iets is goed of slecht wanneer het overeenkomt met de
maatschappelijke normen. Er rijst de vraag of er nog wel fundamentele waarden bestaan. Het is een
waarschuwing tegen: moreel superioriteitsdenken, onkritische houding ten opzichte van de eigen
morele code.
Hoewel moreel relativisme enkele nadelen heeft, kunnen we er ook van leren. Het verbiedt ons om
andere culturen te snel te veroordelen vanuit een gevoel van superioriteit. Het leert ons ook dat elke
cultuur het mis kan hebben over wat goed en slecht is. Door deze lens leren we begrijpen waarom
mensen bepaalde gewoonten hebben die vreemd of verkeerd lijken, en worden we aangemoedigd om
kritisch te blijven nadenken over wat goed of fout is.
Naturalism: morale feiten zijn niet gescheiden van wetenschappelijke feiten, empirische feiten kunnen
aantonen wat goed is
Non-naturalism: wat goed is is iets wat je kan zien, goodness is een echte eigenschap, rol van intuïties
3. What do Thomas Hobbes and Frans de Waal say about the origins of morality?
Een belangrijke vraag in de meta-ethiek is waarom mensen gevoelig zijn voor moraliteit en of deze
gevoeligheid uniek is voor mensen. Thomas Hobbes en Frans de Waal bieden twee verschillende
perspectieven op de oorsprong van moraliteit.
Thomas Hobbes
Volgens de 17e-eeuwse filosoof Thomas Hobbes komt moraliteit voort uit egoïstische
voorzorgsmaatregelen. In het begin waren er weinig mensen en genoeg grondstoffen. Toen de
bevolking groeide, begonnen mensen te concurreren om deze hulpbronnen. Dit leidde tot een strijd
om te overleven, waarbij alleen de sterksten overleefden. In deze harde omgeving ontstond het idee
van een sociaal contract. Mensen beseften dat het in hun eigen belang was om zich aan bepaalde
ethische regels te houden. Deze regels werden geïnstitutionaliseerd in wetten en afgedwongen door
de staat.
Frans de Waal
De primatoloog Frans de Waal heeft laten zien dat ook niet-menselijke dieren altruïstisch gedrag
vertonen. Hij heeft aangetoond dat eerlijkheid en altruïsme veel voorkomen bij dieren, wat suggereert
dat de oorsprong van moraliteit niet exclusief menselijk is. Hoewel menselijke moraliteit vaak als
verschillend wordt beschouwd, omdat het een rol voor religie en taboes bevat, laat De Waals
onderzoek zien dat veel morele gedragingen ook bij dieren voorkomen.
Moral theories
4. Explain utilitarianism. What are its strong and weak points?
Utilitarisme is een ethische theorie die stelt dat de morele waarde van een handeling wordt bepaald
door de gevolgen ervan. De bekendste versie van het utilitarisme is ontwikkeld door Jeremy Bentham
en John Stuart Mill, en het kernprincipe is dat een handeling goed is als deze 'het grootste geluk voor
het grootste aantal mensen' veroorzaakt.
Philippa Foot illustreert utilitarisme met het beroemde trolleyprobleem:
• Je staat naast een spoor en ziet een naderende trein. Vijf mensen liggen vastgebonden op de
rails en zullen omkomen als de trein doorrijdt.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller qa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.92. You're not tied to anything after your purchase.