Paragraaf 1
Vanaf de 16de eeuw ontwikkelde het wetenschappelijk denken zich snel in Europa.
Er ontstonden nieuwe ideeën en gedachtegangen die later het ‘verlicht denken’
genoemd zouden worden. Verlichten waren van mening dat de samenleving en
ontwikkeling doormaakte waardoor alle onwetendheid en bijgeloof zou
verdwijnen. De verlichtingsideeën waren enigszins gebaseerd op oude Griekse
wetenschappers als Plato die mythes doormiddel van observaties en redenering
teniet probeerden te doen. Tijdens de economische en culturele bloei in de 14 e
eeuw kwamen deze ideeën al terug in de Renaissance, waar de klassieke
oudheid werd ‘herboren’. Uit deze Renaissance volgde uiteindelijk in de 16 e eeuw
een wetenschappelijke revolutie waar gebruik werd gemaakt van redenering,
onderzoek en experimenten. Hieruit volgde het empirisme waar wetenschappers
al hun stappen onderzoeksgewijs vastlegden. Ook het rationalisme kwam
opzetten waar mensen de vooruitgang en verbetering van de samenleving
wilden uit dwingen doormiddel van hun eigen verstand. Dit rationalisme monde
uit in het verlichtingsdenken in de 17 e eeuw. De verlichters richtte zich op alle
sociale, culturele, economische, politieke en religieuze aspecten van de
samenleving.
Paragraaf 2
De verlichting was de vonk voor de opkomst voor vele politieke en religieuze
debatten die de samenleving zou veranderen. Ze gebruikten het empirisme en
rationalisme om hun stellingen te verdedigen en die van de tegenstanders af te
zwakken. Sinds de middeleeuwen was de kerk enorm aan de macht gekomen
waardoor verschillende mensen, als Erasmus, er kritiek op uit. Ze beschuldigden
de kerk van hypocrisie, corruptie en machtsmisbruik, maar vele van deze
mensen werden uiteindelijk vervolgd. De verlichte denkers bekritiseerden de
kerk waardoor meer mensen afschuw gingen krijgen tegen de kerk. Dit
betekende niet dat mensen zich ook gingen afkeren van het geloof, meer dat ze
hun eigen versie ervan hadden, wat voor verschillende nieuwe gedachtegangen
leidde. Naast de kerk waar verlichte mensen kritiek op hadden hebben we ook
nog de edelen. West Europa was ingericht met een standenmaatschappij. Stand
1 waren de geestelijken, stand 2 was de adel en stand 3 de ‘gewone’ burgers. In
welke stand je belande was afhankelijk van je geboorte. Mensen die in stand 3
waren geboren hadden geen kans om uiteindelijk tot een van de andere standen
te behoren. De 3e stand was veruit de grootste stand, maar had de minste macht
in het bestuur. Ook moesten ze belasting betalen om de kosten van de koning en
geestelijken te betalen. De geestelijken en adel hoefden vrijwel geen belasting te
betalen. Europa was namelijk in de ban van absolutisme waar de koning bijna
alle macht in handen had en het ‘droit davin’(goddelijk recht) had om koning te
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gcf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.