Hoofdstuk 8
Er zijn 2 verschillende soorten woningen. Huurwoningen en koopwoningen. Bij
huurwoningen betaal je om de zoveel tijd een bedrag om een woning van iemand anders te
mogen gebruiken. Er zijn sociale huurwoningen en vrije sector huurwoningen. Sociale
huurwoningen zijn met steun van de overheid gebouwd en hebben een maximale huurprijs.
Met sociale huurwoningen kan je in aanmerking komen voor huurtoeslag. Dit is een
bijdrage van de overheid die je kunt krijgen als een hoge huur betaald in verhouding tot je
inkomen. Vrije sector huurwoningen zijn huurwoningen in de particuliere sector. Hierbij is
de huur meestal hoger, is er geen maximale huurprijs en kom je niet in aanmerking voor
huurtoeslag. Een huurder heeft huurbescherming, hierbij mag de verhuurder niet zomaar
de huur opzeggen. De huur opzeggen moet minimaal 3 maanden van tevoren en er moet
een wettelijke reden voor zijn. Zowel de huurder en verhuurder hebben plichten.
Plichten huurder:
1. Over een afgesproken periode huur betalen.
2. Rekening houden met opzegtermijn; het termijn waarbij je voor het laatst betaald.
3. Mag alleen aanpassen of verbouwen met toestemming van de verhuurder.
4. Betalen van kosten van klein onderhoud (zoals schoonmaken en grasmaaien).
Plichten verhuurder:
1. Woning beschikbaar stellen.
2. De opstalverzekering betalen.
3. De kosten van groot onderhoud (verbouwen) op zich nemen.
Naast een woning huren kan je ook een woning kopen. Bij de koop van een huis zijn al veel
partijen betrokken. Naast de koper en verkoper zijn er ook nog de makelaar, de
hypotheekadviseur, de taxateur, de bank en de notaris. Een makelaar is handig om een huis
te kopen. Hij kan makkelijk de waarde schatten, hij heeft veel ervaring met onderhandelen
en hij kan helpen met het opstellen van het koopcontract. Aan de makelaar betaal je
courtage, meestal een percentage van de aankoopprijs. Woningen zijn duur en de meeste
mensen kunnen dit niet zelf betalen en sluiten een hypothecaire lening af. Dit is een lening
onder de voorwaarde dat de bank je huis mag verkopen als je niet aan de aflossings- en
renteverplichtingen voldoet. Een hypotheekadviseur geeft advies voor de beste hypotheek.
Er zijn onafhankelijke hypotheekadviseurs, die kijken naar al het aanbod van alle banken,
maar er zijn ook hypotheekadviseurs in dienst van de bank. Deze kijken alleen naar het
eigen aanbod. De bank wil zekerheid hebben over de waarde van de woning zodat de
opbrengst bij gedwongen verkoop hoog genoeg is om de schulden van de hypotheek af te
lossen. Dit doet een taxateur. Hij maakt een rapport en stuurt dit naar de NWWI. Deze keurt
het rapport en als het voldoet aan de regels gaat het naar de geldverstrekkers (meestal de
bank). Dit proces heet gevalideerde taxatie. Hiervoor zijn taxatiekosten verschuldigd.
, Voor het verstrekken van een lening wil de bank zekerheid over de koper van het huis. Ze
kijken naar het inkomen en of dit stabiel is én of de koper schulden heeft en hoeveel. De
bank kan bij het afsluiten van de hypothecaire lening kosten rekenen; administratiekosten.
Voor de eigendomsoverdracht van de woning is een notariële akte nodig. Hiervoor ga je
naar de notaris. In het geval van een hypothecaire lening is er ook een hypotheekakte
nodig. Als zowel de koper als de verkopen de akte heeft getekend zorgt de notaris voor de
inschrijving in het Kadaster; een openbaar register waar staat van wie een bepaalde woning
is en of er sprake is van een hypotheek. Bij de hypotheekakte is dit ook het geval maar dan
tekenen de geldverstrekker en de koper de akte.
Bij een van de volgende beschreven hypotheken zijn er belastingvoordelen omdat je de
hypotheekrente mag aftrekken van je belastbaar inkomen vóórdat er belasting over wordt
berekend. Ook moet je belasting betalen over je huis; het eigenwoningforfait. Dit is een
percentage van de WOZ-waarde van je huis. Er zijn 2 soorten hypothecaire leningen.
De eerste is een lineaire hypotheek, hierbij betaal je elke periode een bepaald bedrag als
aflossing. Je betaald ook interest over de schuld.
Ten tweede heb je een Annuïteitenhypotheek. Hierbij betaal je een annuïteit; een
gelijkblijvend bedrag van de interest en de aflossing samen. Omdat je elk jaar een deel aflost
wordt de rente kleiner waardoor het aflossingsbedrag steeds hoger wordt. Het
belastingvoordeel wordt elk jaar lager omdat de rente elk jaar daalt.
Interestkosten worden snel lager. In de eerste jaren wordt weinig afgelost en
De interestkosten worden van de is de het belastingvoordeel hoger.
inkomstenbelasting afgetrokken. De maandlasten zijn lager in de eerste
De schuld wordt gedurende de looptijd steeds jaren, wat gunstig is voor een stijgend
kleiner inkomen.
Nadelen Nadelen
Doordat de interestkosten snel lager worden Gedurende de looptijd wordt het
neemt ook het belastingvoordeel snel af belastingvoordeel steeds lager.
In de eerste jaren van de looptijd zijn de De lasten per maand zijn aan het eind van
interest en aflossing het hoogst, terwijl het de looptijd heel hoog, wat ongunstig is bij
inkomen vaak zijn hoogste niveau nog niet een dalend inkomen of pensionering.
heeft bereikt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gcf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.