Inleiding internationaal publiekrecht –
Aantekeningen.
Inhoudsopgave
Week 1: Grondslagen van de internationale rechtsorde.................................................................................1
Week 2: Subjecten van het internationaal publiekrecht..................................................................................5
Week 3: Bronnen van het internationaal publiekrecht....................................................................................9
Week 4: Handhaving en geschillenbeslechting.............................................................................................. 15
Week 6: Rechtsmacht en immuniteiten........................................................................................................ 27
Week 7: Nederland en de internationale rechtsorde.....................................................................................36
Week 1: Grondslagen van de internationale rechtsorde.
- Internationaal publiekrecht regelt de uitoefening van publiek gezag in de
internationale gemeenschap. Kent bevoegdheden aan entiteiten toe die
publiek gezag uitoefenen en biedt een juridisch kader waarbinnen zij deze
bevoegdheden uitoefenen. Beschermt publieke belangen, zoals veiligheid,
welzijn, bescherming van natuur en milieu, etc.
- In 1648 kwam er een reeks van verdragen die betrekkingen in Europa
regelde.
o In de vrede van Westfalen werd de macht van families ingeperkt, het
ging steeds meer naar staat als soevereine entiteit. Werd gezien als
begin internationaal publiekrecht.
- Soevereiniteit:
o Intern: bevoegdheid van de staat om zelf zijn eigen rechtsorde en
bestuursvorm in te stellen, zonder rekening te moeten houden met
andere instellingen.
o Extern: bevoegdheid van de staat om zelf, maar wel in
overeenstemming met het internationale verdragsrecht, zijn
rechtsverhoudingen met andere staten te organiseren.
- Hugo de groot
o Alumnus van Leiden.
o Voorloper natuurrechtelijke denkers.
o Iure belli ac pacis, over het recht dat geldt in tijden van oorlog/vrede.
o Mare liberum, vrijhandel en toegang tot de zee.
- Aard en functie van het internationaal publiekrecht:
o Staten zijn juridisch gelijk.
o Er is geen autoriteit die boven de staten staat.
o Nationale rechtsorde:
Hoogontwikkeld.
Verticale structuur.
, Centraal gezag.
Rechter geeft bindende uitspraken.
o Internationale rechtsorde:
Gefragmenteerd.
Horizontale structuur.
Geen centraal gezag.
Geen ‘automatische wereldrecht’, rechtsmacht internationaal
gerechtshof.
Grote beleidsvrijheid voor staten.
Onderscheid tussen vrede en oorlogsrecht.
- Verhouding tot het nationale recht:
o Erkenning geldigheid internationaal publiekrecht in nationale
rechtsorde:
Monisme (individu centraal): uitgangspunt van eenheid van
nationale en internationale rechtssysteem.
Internationale bepalingen kunnen direct verplichtingen
opleggen aan burgers.
Dualisme (staat centraal): gaat uit van een afzonderlijk
internationaal en nationaal rechtsstelsel. Pas na omzetting van
internationale bepalingen in het nationale recht ontstaan er
rechten en verplichtingen voor burgers.
- Verhouding tot de Nederlandse rechtsorde:
o Internationale rechtsorde:
Art. 90 GW
o Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde:
Art. 93 GW
o Voorrang internationale rechtsorde boven nationale wet:
Art. 94 GW.
- Beginsel van zelfbeschikking:
o Handvest van de VN:
Recht van volkeren om over hun eigen lot te beschikken.
193 staten.
Internationale organisaties, hebben bepaalde rechten en plichten
op internationaal niveau en MNO’s, niet zeker of ze bepaalde
rechten en plichten hebben op internationaal niveau, spelen een
belangrijke rol.
- Kennisembargo heeft als doel dat VN-lidstaten worden opgeroepen om
behoed te zijn voor de Iraanse onderdanen die kunnen worden bijdragen aan
kennis over maken van kernwapens. Er kan wel een ontheffing worden
gedaan als er geen dreiging wordt gezien.
o Nederlandse staat voert aan dat het onvermijdelijk is om een verschil te
maken tussen Iraanse en niet Iraanse burgers en dat dit in strijdt is met
het gelijkheidsbeginsel, het heeft daar dus voorrang op. Het moet
worden getoetst aan rechtvaardige regels. Hoge Raad is het daar
niet mee eens. Het is aan de staten zelf om uitvoering te geven aan de
resolutie, de resolutie geeft geen vormregels aan de maatregelen,
daarom moeten andere belangen worden betrokken.
- Verenigde Naties:
o Internationale organisatie.
,o Handhaaft belangrijke regels omtrent nationale vrede en veiligheid.
o Intergouvermentele organisatie.
o 193 lidstaten.
o Samenwerking op het gebied van mensenrechten, internationaal recht,
ontwikkeling van de wereldeconomie en wetenschappelijk onderzoek.
o Belangrijkste organen:
Algemene vergadering van de verenigde naties (193 leden).
Veiligheidsraad (15 leden, waarvan 5 permanent, Frankrijk, VK,
VS, Rusland en China).
Internationaal gerechtshof (15 rechters).
Economische en sociale raad.
Trustschapsraad.
Secretariaat.
o Geweldverbod:
Art. 2 VN-Handvest (lid 3 en 4 zijn belangrijk).
Stelsel van collectieve veiligheid, vreedzame
geschillenbeslechting en geweldverbod.
Staat mag alleen militaire middelen gebruiken ter
zelfverdediging (art. 51 VN-Handvest).
o Wordt vaak geschonden.
Recht op zelfverdediging, criteria:
1. Sprake van voorafgaande gewapende aanval (Nicaragua
zaak IGH).
2. Noodzakelijk en proportioneel (gewoonterecht, oil platforms
case IGH).
3. Zelfverdedigingsactie moet onmiddellijk gemeld worden aan
Veiligheidsraad.
4. Inachtneming internationaal humanitair recht.
Collectieve veiligheid onder de Veiligheidsraad:
Art. 39 VN-Handvest: veiligheidsraad stelt verbreking van
internationale vrede en veiligheid vast.
Art. 40 VN-Handvest: voorlopige maatregel, zoals staakt-
het-vuren.
Art. 41 VN-Handvest: niet militaire sancties.
Art. 42 VN-Handvest: sancties met geweldsmandaat.
o Algemene vergadering VN:
Resoluties zijn niet bindend, wel belangrijk.
Internationaal-politieke barometer.
AVVN: actief gedurende de koude oorlog en nu ook.
UNGA: Uniting for peace resolutie (1950), als de veiligheidsraad
in gebreke zou blijven om zijn verantwoordelijkheid te nemen,
kon de AVVN aanbevelingen richten tot de leden voor het nemen
van collectieve maatregelen, waaronder het gebruik van geweld.
Wel primaire, maar geen exclusieve bevoegdheid.
o Vredesbewaring:
Staten kunnen troepen zenden om vrede te bewaren, ontstaan
tijdens koude oorlog.
Alleen gestationeerd met instemming van de staat waar het
gebeurt.
, Staten zijn nooit verplicht om troepen te leveren.
Zijn neutraal en gebruiken geen geweld tenzij voor
zelfverdediging.
o Doelstellingen:
Internationale vrede en veiligheid.
Vriendschappelijke betrekkingen tussen staten.
Economische, sociale, culturele en humanitaire samenwerking.
Zelfbeschikking en rechten van de mens.
Dekolonisatie.
Peace-keeping.
Ontwikkelingssamenwerking.
Milieubescherming.
Samenwerking met civil society en bedrijfsleven.
Naoorlogse vredesopbouw.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gwangel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.89. You're not tied to anything after your purchase.