100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Arbeidsrecht tutorials $10.27
Add to cart

Class notes

Arbeidsrecht tutorials

1 review
 232 views  9 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document bevat de uitwerking van de tutorials arbeidsrecht week 1 t/m 7 van het mastervak arbeidsrecht van de master Recht & Arbeid (arbeid & gezondheid arbeid & onderneming)

Preview 4 out of 31  pages

  • August 12, 2019
  • 31
  • 2018/2019
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: LexRosa • 2 year ago

avatar-seller
Tutorial arbeidsrecht week 1 De gewone arbeidsovereenkomst

De arbeidsovereenkomst is een bijzondere overeenkomst. Zij onderscheidt zich van de
“gewone” verbintenis door het persoonlijke karakter van de arbeid. De arbeid is voor een
werknemer om zeer uiteenlopende redenen van belang. In de eerste plaats stelt zij hem of
haar in staat, in het levensonderhoud te voorzien. Een ander belangrijk aspect aan de arbeid
is de tijd die ermee is gemoeid. In feite is sprake van een uitruil tussen beschikbaarheid en
geld. De werknemer stelt zijn persoon gedurende zekere tijd beschikbaar aan de werkgever
en verricht arbeid voor hem, in ruil daarvoor ontvangt hij loon. Het loon speelt dan ook zeker
geen onbelangrijke rol bij de vraag of iemand een bepaalde functie accepteert. De
werknemer (in veel mindere mate de werkloze en überhaupt niet de bijstandsgerechtigde)
zal voor zichzelf de afweging maken of hij voor een bepaald loon bepaalde werkzaamheden
wil verrichten. Naast de inhoud van het werk is de vraag of de werk- en rusttijden de
combineerbaarheid van werk en privé́ niet al te zeer belemmeren voor de uitkomst van deze
afweging van belang. Dat de inhoud van het werk als belangrijk aspect wordt ervaren,
spreekt eigenlijk vanzelf. Het gaat dan naast de functie-inhoud, die als uitdagend of saai kan
worden ervaren, ook om de immateriële aspecten van de arbeidsrelatie, zoals de waardering
die een werknemer op het werk er- vaart, de eigenwaarde die hij eraan ontleent, de
voldoening die het werk schenkt. Ten slotte kunnen ook andere onderdelen van belang zijn,
zoals het contact met collega’s of de aangename sfeer op het werk en het gevoel erbij te
horen.
Vanwege al deze redenen worden ingrepen in de arbeidsovereenkomst, met het ontslag als
ultieme ingreep, vaak als bedreigend ervaren. Desondanks is de arbeidsovereenkomst
allesbehalve onveranderlijk. Onderstaande taken beogen onder meer een beeld te schetsen
van een aantal specifieke afspraken die in het kader van een arbeidsovereenkomst mogelijk
zijn.

Argumentatietaak
De Hoge Raad is van mening dat een overeenkomst pas tot stand komt, indien over de
essentialia van de overeenkomst overeenstemming is bereikt. Wat essentialia zijn is
afhankelijk van de (subjectieve) bedoeling van partijen.

Volgens de auteurs impliceert de leer van de essentialia dat naast de vier elementen van
art.7:610 BW er kennelijk nog meer en andere elementen tussen partijen kunnen gelden die
aan het aangaan van de aovk in de weg staan, zoals overeenstemming over een
concurrentiebeding. Volgens de auteurs verzet het dwingendrechtelijke karakter van
art.7:610 BW zich hiertegen.

Aan de ene kant ben ik het eens met de stelling van de auteurs dat de Hoge Raad de
essentialia verkeerd invult en daarom uitdrukkelijk geen navolging interpreteert. De Hoge
Raad wijkt namelijk deels af van het bepaalde in art.7:610 BW door meer essentialia voor
een overeenkomst te stellen dan in de wet zijn opgenomen.

Naast de bestaande elementen van art.7:610 lid 1 BW wordt er in het arrest een voorwaarde
toegevoegd, namelijk de essentialia van de arbeidsovereenkomst. Als je gaat eisen dat
overeenstemming moet zijn over andere aspecten voeg je een element toe.

Er zijn drie elementen. Er moet ook wilsovereenstemming zijn, maar niet ten aanzien van
alles. Wellicht dat de arresten vrij uitzonderlijke situaties betreft. Blijft ad hoc benadering. Niet
duidelijk waar de grens ligt.
Je kunt hierbij diverse invalshoeken kiezen.

Uit arresten (Groen/Schoevers, ABNAmro/Malhi) komen stappen naar voren:
Wat is de bedoeling?
Wat is de tekst van de arbeidsovereenkomst?

,Hoe hebben partijen er uitvoering aangegeven?

Casus 1
Meneer IJsbrands is eigenaar van een kleine fabriek die cement en beton vervaardigt en ook
kant en klare betonnen producten aanbiedt. Hijzelf werkt voornamelijk in de acquisitie, maar
vaak helpt hij ook op de werkvloer. De administratie wordt gedaan door zijn echtgenote. Zij
werkt, sinds de kinderen naar groep 3 gaan, halve dagen in het bedrijf mee. In principe geldt
dat zij in de ochtend aanwezig is, maar in onderling overleg kan die verdeling worden
gewijzigd. Haar werkzaamheden bestaan onder andere uit het afhandelen van alle
schriftelijke en elektronische correspondentie zoals orderbevestiging, leveringen,
bestellingen en de loonadministratie; daarnaast handelt zij ook het telefoonverkeer af. Zij
heeft een aanzienlijke mate van beslissingsvrijheid met betrekking tot de volgorde van
werkzaamheden. Vaak spreekt zij de plannen voor de werkweek met haar man van tevoren
af, bijvoorbeeld op maandagochtend tijdens het ontbijt. Soms gebeurt het dat haar man haar
’s avonds opdracht geeft om de volgende ochtend bepaalde werkzaamheden eerst of juist
niet eerst te doen, maar dat is uitzonderlijk, omdat zij zelf heel goed weet welke
werkzaamheden prioriteit moeten hebben. Over de beloning is niets afgesproken. Volgens
meneer IJsbrands is dat ook niet nodig, hij zorgt immers dat het zijn vrouw aan niets
ontbreekt door haar maandelijks een bedrag ter beschikking te stellen als huishoud- en
kleedgeld. Voor alle overige kosten van het levensonderhoud komt hij op.

a. Is in casu sprake van een arbeidsovereenkomst? Maakt het uit dat het om echtgenoten
gaat?
Art.7:610 lid 1 BW stelt de volgende voorwaarden aan een arbeidsovereenkomst:
1. verplichting tot het verrichten van arbeid
2. verplichting loon te betalen
3. gedurende een zekere tijd
4. in dienst van de andere partij (gezagsverhouding)

De voorwaarden die art.7:610 lid 1 BW toegepast op de casus:
1. verplichting tot het verrichten van arbeid => De werkneemster is verplicht tot het
verrichten van (persoonlijke) arbeid. Werkneemster is in aanzienlijke mate zelf
bevoegd beslissingen te nemen m.b.t. de werkzaamheden die zij uitvoert.
2. verplichting loon te betalen => De werkgever betaalt geen loon aan werkneemster.
Er zijn geen afspraken over loonbetaling gemaakt in de arbeidsovereenkomst. Loon
kan echter ook uit iets anders bestaan dan het overmaken van een geldbedrag,
zoals kost en inwoning (HR Bethesda). De werkgever draagt wel zorg voor kosten
van levensonderhoud van de werkneemster.
Als sprake is van huwelijk in gemeenschap van goederen dan kan inwoning in een huis niet
worden gezien als loon. Dan is het huis namelijk van echtgenoten samen.
3. gedurende een zekere tijd => geen echte voorwaarden, aan deze voorwaarde is
voldaan want hieraan is ook voldaan na een aantal uur of een dag.
4. in dienst van de andere partij (gezagsverhouding) => Er is sprake van een
gezagsverhouding tussen werkgever en werkneemster. Werkgever geeft
werkneemster namelijk geregeld opdrachten om bepaalde werkzaamheden uit te
voeren.
Er kan worden gesteld dat in casu sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Er kan ook worden beargumenteerd dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst
omdat niet aan de loonvoorwaarde is voldaan. Dat ligt eraan hoe het huishoud- en
kleedgeld wordt gezien. Of het ook voor de kinderen is. En of de vrouw het niet krijgt als
ze ook geen werkzaamheden verricht.

In de wet is niet opgenomen dat een arbeidsovereenkomst tussen echtgenoten nietig is.
Het is dus mogelijk dat echtgenoten een arbeidsovereenkomst met elkaar sluiten. Het

, maakt voor de beoordeling van de arbeidsovereenkomst in de casus dus niet uit dat
werkgever en werknemer echtgenoten van elkaar zijn.

b. Justyna Boguska wordt door IJsbrands al jaren (sinds 2004) ingehuurd van een
plaatselijk schoonmaakbedrijf. Oorspronkelijk diende zij alleen de lokalen in orde te
houden. Na verloop van tijd, zeker vanaf 2007, heeft zij ook andere werkzaamheden
overgenomen en is zij betaald volgens de cao die voor het bedrijf van IJsbrands geldt.
IJsbrands geeft haar instructies, ze wordt uitgenodigd op het personeelsfeest en wordt in
alle opzichten behandeld als een werknemer van IJsbrands. In 2017 gaat het
schoonmaakbedrijf reorganiseren, er moeten mensen uit. Ook Justyna wordt voor
ontslag voorgedragen. Volgens haar ten onrechte, want zij is in dienst bij IJsbrands. Klopt
dit? Waarom (niet)?

IJsbrands is niet de formele werkgever van Boguska. Zij heeft namelijk een
arbeidsovereenkomst met het schoonmaakbedrijf en IJsbrands heeft haar ingehuurd van
het schoonmaakbedrijf. Het ontslag van Boguska is dus niet ten onrechte omdat zij
formeel in dienst is bij het schoonmaakbedrijf. Dat IJsbrands haar heeft uitgenodigd voor
personeelsfeesten en behandeld wordt als een werknemer van IJsbrands doet hier niet
aan onder. Er is geen wilsovereenstemming tussen IJsbrands en Boguska. Daarnaast
vangt Boguska het loon van het uitzendbureau en niet van IJsbrands.

HR ABN Amro/Malhi => gaat erom of stilzwijgend een arbeidsovereenkomst is ontstaan.

Casus 2
Aline de Wever is sinds 1 september 2007 als ontwerpster in vaste dienst bij Rohe BV, een
stedenbouwkundig en architectuurbureau met 16 medewerkers, gevestigd in Maastricht. In
haar arbeidsovereenkomst wordt verwezen naar het personeelshandboek van Rohe waarin
allerlei arbeidsvoorwaarden zijn geregeld. Dit personeelshandboek heeft de werkgever
eenzijdig opgesteld, aangezien er in de onderneming geen OR bestaat.

Paragraaf 3.2 luidt:
“De werkgever heeft het recht om – met inachtneming van de toepasselijke cao - eenzij- dig
de arbeidsovereenkomst van de werknemer aan te passen aan veranderde omstandigheden
in de onderneming”.

Vanaf 2009, wanneer de financiële en economische crisis in de bouw voelbaar wordt, lopen
de opdrachten fors terug. Vanaf eind 2014 is duidelijk dat er in de nabije toekomst geen ont-
werpwerkzaamheden in de orderportefeuille zitten, Alines leidinggevende wil haar daarom
per 1 mei 2015 in ieder geval gedurende een jaar detacheren bij een zusterbedrijf in Oss.
Aline kan daar aan de slag als assistent-ontwerpster. Reistijd zal worden gezien als werktijd
en kosten zullen volledig worden vergoed. Ook haar loon zal gehandhaafd blijven, ondanks
de lagere functie. Het alternatief is een functie als planoloog in vaste dienst bij Rohe BV.
Hier- voor biedt Rohe BV scholing ter waarde van € 4.000 aan, op voorwaarde dat Aline de
functie minimaal twee jaar zal uitvoeren. Doet zij dat niet, moet zij – in overeenstemming met
de regeling uit het personeelshandboek - de scholingskosten terugbetalen, bij vertrek
onmiddellijk na afronding van de scholing het volledige bedrag, na zes maanden € 2.500, na
een jaar € 1.700 na anderhalf jaar nog € 500, en na twee jaar niets meer. Voor beide functies
geldt, zo Rohe BV, een proeftijd van twee maanden.
Voor Aline zijn beide voorstellen onacceptabel. Haar reistijd (zij woont met haar partner en
de tweeling van anderhalf in Schimmert) zal in het eerste geval fors toenemen, en het werk
als planoloog lijkt haar helemaal niets. Ook heeft zij haar twijfels over de proeftijd.

a. Kan Rohe BV Aline verplichten om mee te werken aan de detachering, c.q. de aan-
passing van de arbeidsovereenkomst? Zo ja, onder welke voorwaarden en op welke
rechtsgrondslag(en)?

, Optie art.7:613 BW
In de arbeidsovereenkomst van werkneemster is een eenzijdig wijzigingsbeding
opgenomen (art.7:613 BW). O.g.v. het eenzijdig wijzigingsbeding behoudt de werkgever
zich het recht voor eenzijdig, dus zonder benodigde instemming van de werknemer, de
arbeidsovereenkomst en dus de arbeidsvoorwaarden te wijzigen.
Er zijn een aantal randvoorwaarden aan het gebruik van een eenzijdig wijzigingsbeding:
 het beding moet schriftelijk zijn overeengekomen
 type arbeidsvoorwaarden dat de werkgever wil aanpassen (primaire of secundaire
arbeidsvoorwaarden)

HR Wegener => Art.7:613 BW zegt dat het beding in de arbeidsovereenkomst zelf moet
staan. Je kunt in een incorporatiebeding in de individuele arbeidsovereenkomst een
specifiek eenzijdig wijzigingsbeding opnemen in een andere regeling. Als het gaat om
een algemeen wijzigingsbeding, dus niet specifiek, dan moet dat in de
arbeidsovereenkomst zelf staan.
p.594 – 595 boek

In casu staat het wijzigingsbeding niet specifiek in de individuele arbeidsovereenkomst.
Er wordt in het algemeen verwezen. Dus wordt in dit geval niet worden voldaan aan het
schriftelijkheidsvereiste.

Optie art.7:611 BW
Stoof Mammoet/Taxi Hofman => goed werkgever- en werknemerschap. Criteria => alle
omstandigheden van het geval => aard van gewijzigde omstandigheden, aard van het
gedane voorstel, positie van werknemer, belangen van werkgever. Als het voorstel al
onredelijk is, dan houdt het op. Als het wel redelijk is moet worden gekeken of van de
werknemer kan worden verlangd dat hij het aanbod accepteert. Belang werknemer moet
voldoende worden gewaarborgd.

In casu is een redelijk voorstel want de externe economische omstandigheden zijn de
beweegreden voor het gedane voorstel. Het gaat namelijk slechter met het bedrijf. Als er
echt externe omstandigheden zijn is het snel redelijk. Feit dat ze een keuze kan maken
tussen twee opties speelt ook mee in de afweging. Gedane voorstel is redelijk.

Het niet accepteren van de gedane voorstellen is niet redelijk vanuit de kant van
werknemer.

Via art.7:611 BW een belangenafweging. Via art.7:613 BW slaat het in beginsel snel over op
voordeel voor de werknemer, mits er een geldig wijzigingsbeding is.

b. Hoe zit het met de proeftijd voor de twee aangeboden functies?

Een proeftijd mag niet langer zijn dan twee maanden bij een arbeidsovereenkomst voor
onbepaalde tijd.
De functie voor planoloog betreft een functie voor minimaal twee jaar, daarbij is dus
sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Een proeftijd van 2 maanden
is hierbij in regel toegestaan.

De detachering betreft in beginsel een arbeidsovereenkomst voor 1 jaar. Hierbij mag ex
art.7:652 lid 5 sub a BW een maximale proeftijd voor de duur van 1 maand worden
overeengekomen. Echter gaat het hier om zelfde vaardigheden en
verantwoordelijkheden die van werknemer worden vereist. Proeftijd is dus nietig o.g.v.
art.7:652 lid 8 sub d BW.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dianacoenen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.27  9x  sold
  • (1)
Add to cart
Added