100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van The European World , 4e editie $6.35
Add to cart

Summary

Samenvatting van The European World , 4e editie

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Het is een samenvatting opgedeeld in thema's, bij elk thema staat aangegeven welke hoofdstukken uit het boek behandeld worden.

Last document update: 6 months ago

Preview 4 out of 38  pages

  • Yes
  • June 24, 2024
  • June 24, 2024
  • 38
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
The European world 1500-1800, 4e editie




Introductie (hoofdstuk 1, 2, 22, 23 en 24)



Een nieuwe periode brak aan rond 1500, nieuwe gebieden werden
ontdekt, geleerden leerden van werken uit de oudheid en mensen haalden
hun voordeel uit de grote sterfte van plagen zoals de zwarte dood. Zo
waren er ook uitvindingen als de drukpers en ontstond massa
communicatie. Het begin van deze periode wordt door verschillende
historici geschat tussen 1450 en 1550. Het einde wordt rond 1800
geschat, bij de agrarische of industriële revolutie, bij het bouwen van
spoorwegen of bij de Franse revolutie. Er wordt in deze periode gezocht
naar ontwikkelingen die de basis vormen voor huidige aspecten, zoals
centralisering, bureaucratisering, codificatie van wetten,
confessionalisering en het disciplineren van de bevolking. De focus ligt op
centraal en west Europa en haar banden met andere gebieden.

Elementen die de periode karakteriseren:

- Sociaal: een hiërarchische en patriarchale structuur die bouwt op
huishoudens en een groeiende middenklasse, ook groei in invloed.
- Economisch: binnen een nog grotendeels agrarisch systeem, de
opkomende vorm van industriële productie en het belang van
handelsnetwerken.
- Religieus: de splitsing van het Christelijke geloof en het accepteren
van pragmatisch samenleven.
- Cultureel: het verbreden van mensen hun horizon, meer
experimenteren, interne conflicten en van korte naar langeafstand
communicatie.
- Politiek: grotere oorlogen, vorming van staten en meer centralisatie,
dit alles door middel van onderhandelen en niet dwang.

Samenlevingen namen verschillende routes en hadden verschillende
kenmerken en bereikten niet altijd hetzelfde doel.

Voorafgaand aan 1500 en ook rond en na die tijd was een monarchie de
standaard vorm van bestuur. In Europese landen, in steden zoals de
Italiaanse Signore, maar ook in het geloof met de paus die aan het hoofd
van de kerk staat. Sommige van die titels waren erfelijk anderen werden
verkregen door middel van verkiezingen. Echter begonnen deze
monarchieën macht te verliezen in de 14e en 15e eeuw. De kerk moest een
groot deel van zijn macht af staan vanwege concilie van Konstanz en zo

,verdween het Byzantijnse rijk gewoon compleet. In 1500 waren de twee
sterkste seculiere machten Frankrijk en Spanje.

Er waren een aantal urbane centra, maar het grootste deel van de
bevolking waren plattelandsbewoners. Daarnaast waren de adel de rijkste
mensen die in steden woonden, samen met de kerk bezaten zij de meeste
grond. In de Europese landen verschilde de macht van de adel, sommige
adel hadden invloed in het bestuur en hoefden geen belasting te betalen
en andere adel moesten weer wel belasting betalen. Adel waren adviseurs
voor koningen en prinsen en hadden invloed in het centrale en lokale
bestuur. Ook waren ze economisch erg machtig en speelden ze een
militaire rol. Steden en dorpen speelden een niet te onderschatten rol in
de samenleving, door hun opkomst ontstond er een vroege vorm van
kapitalisme, de Italianen speelden hier een grote rol in met onder andere
de ontwikkeling van banken. Handelaren kregen een belangrijke rol in de
samenleving en hoge status. De bourgeoisie was de bovenste laag van de
stedelijke samenleving, gevolgd door vakmannen die onderdelen van
gildes waren gevolgd door gewone arbeiders. In west Europa was het
systeem van horigen vervangen door een commerciëler systeem, in oost
Europa gedijde het systeem van horigen nog wel. Honger kwam vaak voor
in deze tijd.

De kerk speelde een grote rol in de levens van burgers, er was oorlog,
ziekte en chaos en de kerk zorgde voor morele steun en zekerheid in het
leven. Universiteiten die in het Latijns les gaven waren belangrijk in het
maken van een fatsoenlijke man.

De geldeconomie kwam ook weer op, dit was onder anderen ook terug te
zien in de formatie van legers, soldaten werden betaald door middel van
belasting, maar legers waren duur en heersers moesten dus vaak om
extra geld bij hun volk vragen. Vaak waren representatieve vergaderingen
aanwezig bij dit soort onderhandelingen, ze vroegen vaak om meer macht
in ruil voor meer belasting. Deze vergaderingen kwamen in alle lagen van
de samenleving voor, vaak ook gesticht door heersers, want hij had er ook
baat bij door snel te kunnen overleggen over wetten en belasting. Vanaf
1500 viel de balans van macht meer richting prinsen en koningen in
Duitsland en Engeland. Dankzij universiteiten waren er meer getrainde
mensen in de Romeinse wetten die de basis vormden in vele wetboeken
van die tijd. Heersers kregen niet alleen macht door hun reputatie en
openbare ceremonies, ook door patronage kregen ze veel macht. Door
gunsten te verlenen aan mensen die hun hof bezochten. Als er opstanden
waren was dat vaak door veranderingen of doordat autoriteiten hun
beloftes niet na kwamen. De literatuur zorgde ook niet echt voor enorme
veranderingen in de manier van denken over de vormen van bestuur.

,Burckhardt zegt dat de renaissance haar oorsprong in Italië vindt, dat komt
doordat daar geen koning was maar verschillende stadstaten met signori
die met elkaar competeerden om macht en praal. Dit in combinatie met de
hernieuwde interesse in werken uit de oudheid zorgde ervoor dat de
renaissance kon opbloeien. Burckhardt vindt dat de renaissance een
periode is, andere historici zeggen dat het een beweging is. Burckhardt
benoemt niet de periode van 1075 tot 1300, dit was de periode waarin de
Italiaanse gemeenschappen losbraken van hun heersers en zelfstandig
werden, het werden stadstaten. In de 15e eeuw waren er de grote
Italiaanse staten, maar die vonden hun oorsprong al ver voor 1300. Ook
zag Burckhardt het belang van de Italiaanse adel niet in, die speelden een
grote rol in het sociale, economische en politieke leven. De adel was nodig
om los te breken van de keizer en paus, de signori waren vervolgens
afhankelijk van de steun van die adel.

In Italië is het commerciële kapitalisme tot stand gekomen. Maar
economisch gezien was de renaissance niet enorm verschillende van de
periode ervoor en erna. Er moet dus worden gekeken naar hoe auteurs uit
die tijd zelf dachten over de tijd waarin ze leefden. De term humanist
betekende in de 15e eeuw iets anders als nu, toen betekende het iemand
die zich verdiepte in de studia humanitas, de studie van grammatica,
retorica, poëzie, geschiedenis en filosofie. Echter waren deze mensen
geen filosofen en keken ze ook niet anders naar de mensheid. Op dat
gebied was er dus niet heel veel verschil met de middeleeuwen en was het
dus ook niet een nieuwe periode, maar eerder een culturele beweging.
Hun bestuderingen van klassieke werken vormden wel de basis voor latere
werken van bijvoorbeeld Erasmus, ook startten ze de kritische studie van
de fysieke resten van de oudheid. Het meest belangrijke van de
humanisten was dat ze verspreidden dat het nodig was om getraind te zijn
in klassieke werken wou je een echte heer zijn. Ze hebben ook de
openbare bibliotheek bedacht en veel scholen werden gesticht. Ook in de
architectuur en kunst en sculpturen was er sprake van een renaissance.

In de vroegmoderne tijd waren kunstenaars niet veel afgeweken van de
kunsten van hun voorgangers uit de middeleeuwen. Leon Battista Alberti
was een belangrijke humanist en architect. Dankzij Alberti werd schilderen
meer vergeleken met onder andere wiskunde en geometrische expertise,
dit zorgde ervoor dat de status van een kunstenaar steeg en hun werk
gelijk werd aan die van muzikanten en filosofen etc. Michelangelo werd de
eerste president van de kunstacademie in Florence, vele academie zouden
daarna ook in de rest van Europa tot stand komen. Vrouwen kregen
uiteindelijk ook wel een kleine rol in de kunstwereld, maar werden nog wel
als minder talentvol gezien dan mannen en werden alleen meer in staat
gezien tot kunst van de natuur.

, Ook waren er zogenaamde patrons, dit waren mensen die kunst
verzamelden, dit waren mannen maar soms ook vrouwen. Heersers
konden ook hun reputatie groter maken door kunstwerken van henzelf te
laten maken. Tussen verschillende heersers was er ook strijd om
kunstwerken, tijdens oorlogen werden er hele collecties gestolen. In de
vroegmoderne periode was het dan ook zo dat kunstwerken net zoals
gebouwen als politieke propaganda gezien werden.

Voor katholieken speelde kunst ook een grote rol, Paus Gregory the Great
zei dat kunst de bijbel was voor analfabeten. De contrareformatie kerk wou
kunst meer reguleren, naaktheid mocht bijvoorbeeld niet. Bij het
protestantisme was het heel anders, daar waren ze niet fan van
kunstwerken die het geloof representeerden. In het calvinistische
Nederland ontstond er een grote markt voor kunst, er was vraag vanuit
alle hoeken. Stillevens waren erg populair en kunstenaars schilderden aan
een stuk door, ze schilderden niet per se alleen maar wanneer iemand met
een verzoek bij ze kwam. Schilderen was echt in een industrie verandert.

Ook in de wetenschap speelde kunst een grote rol, schilders konden
duidelijke en mooie afbeeldingen van dieren en planten etc. schilderen of
van machines bijvoorbeeld voor in de industrie. Zo was er ook de
Wunderkammern, kamers in Europa met allemaal wonderbaarlijke dingen
uit de natuur of gemaakt door de mens. Er was ook uitwisseling tussen
verschillende culturen, bijvoorbeeld Aziatische schilders die Europese
stijlen deels overnamen. Ook was er vanuit Europa veel vraag naar
Aziatisch porselein.

Johannes Gutenberg bedacht de drukpers, dit was baanbrekend, vooral de
Gutenberg bijbel. Het aantal boeken dat werd gedrukt was afhankelijk van
het culturele, religieuze en politieke debat dat er op dat moment in landen
speelden. Kunnen lezen was belangrijker dan kunnen schrijven, lezen was
belangrijk voor het geloof etc. en schrijven was minder snel nodig en ook
lastiger te leren. Het percentage van mensen die konden lezen steeg ook
in de periode die volgde na het uitvinden van de drukpers. Lezen werd
populair, niet alleen maar wetenschappelijk maar ook genres zoals romans
voor het plezier.

Redenen voor een drukkunst revolutie:

- Standaardisering: informatie werd massaal gedrukt en iedereen had
er toegang tot.
- De groei van het aantal gedrukt teksten zorgde voor de opkomst van
bibliotheken, boeken markten en zorgde voor meer
wetenschappelijke uitwisselingen.
- Het zorgde ervoor dat meer werken beter bewaard werden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller erbendrenth01. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.35
  • (0)
Add to cart
Added