100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Farmacotherapie Hoofdstuk 17, hart- en vaatziekten $8.17   Add to cart

Summary

Samenvatting Farmacotherapie Hoofdstuk 17, hart- en vaatziekten

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting farmacotherapie Hoofdstuk 17, hart- en vaatziekten

Preview 2 out of 5  pages

  • June 24, 2024
  • 5
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 18, De bloedstolling
18.1 Bloedstolling
Bloedstolling voorkomt bloedverlies en verhindert het binnendringen van micro-organismen
bij beschadigingen van de huid en slijmvliezen. Bloedstolling binnen het vaatstelsel is
gevaarlijk als daardoor bloedvaten worden afgesloten, antistollingsmiddelen voorkomen dit.
Antistollingsmiddelen worden gebruikt bij het voorkomen en behandelen van trombose. Bij
trombose zit er een bloedstolsel in de bloedvaten.

Bij beschadiging van de bloedvaten gebeurt het volgende: samentrekking van de
bloedvatwand, afdichting van de wond door bloedplaatjes, activering stollingsmechanisme.

Door weefselbeschadiging worden stoffen geactiveerd die ervoor zorgen dat protrombine
(gemaakt door vitamine k) wordt omgezet in trombine. Door trombine wordt fibrinogeen
omgezet in fibrine. Fibrine en bloedplaatjes dekken de wond af en vormen een stolsel, de
korst.
Wanneer er veranderingen in een bloedvatwand zijn zonder wond, kan het zijn dat een
bloedvat door het bloed niet herkend wordt als bloedvat. Er wordt dan in het bloedvat een
stolsel gevormd.

Er zijn geneesmiddelen die de bloedstolling vertragen maar geen die de bloedstolling
bevorderen. Bij snij- en scheerwonden wordt zure metaalverbindingen gemaakt. Deze
hebben een samentrekkende werking. Bij bloedneuzen worden neusdruppels die bloedvaten
vernauwen gebruikt.

18.2 Trombose
Bij trombose is er een stolsel dat het bloedvat geheel of gedeeltelijk afsluit. Oorzaken
kunnen zijn: verandering in de bloedvatwand, verminderde bloedcirculatie of een
verandering in de samenstelling van het bloed.
Arteriële trombose: in het hart-, hersen- of perifere bloedvaten. Risicofactoren: hoog
cholesterol, roken, hoge bloeddruk, suikerziekte en overgewicht.
Veneuze trombose: onderste ledematen, bekken. Risicofactoren: bedlegerigheid,
verwonding, ouderdom, zwangerschap, kraambed, orale anticonceptiva en overgewicht.

Wanneer het bloedstolsel in de bloedbaan meegevoerd wordt, kan het in de
bloedvoorziening van organen komen. Dit heet een embolie en het orgaan kan dan niet
meer normaal functioneren.

18.3 Hart- en vaatziekten
Bij een hartinfarct, TIA en herseninfarct ontstaan er ook bloedstollingen in de bloedvaten.
Daarom worden bij deze aandoeningen middelen gebruikt om de bloedstolling te vertragen.
Tia
Het optreden van uitvalsverschijnselen die binnen 24 uur weer verdwijnen en verklaard
kunnen worden door een plaatselijke stoornis in de bloedvoorziening van de hersenen. Een
tia is ook wel een kortdurend herseninfarct.

, Hartinfarct
Een deel van de bloedtoevoer naar de hartspier is plots afgesneden waardoor
hartspierweefsel door zuurstofgebrek afsterft. De ernst van een infarct wordt beoordeeld aan
de hand van een elektrocardiogram en metingen van bepaalde bloedvaten. Als complicatie
kunnen angina pectoris, hartritmestoornissen of hartfalen optreden.

Herseninfarct
De uitvalsverschijnselen na een herseninfarct zijn waarschijnlijk het gevolg van een stoornis
in de bloedvoorziening in de hersenen. een CVA duur langer dan 24 uur en heeft soms
overlijden tot gevolg.

18.4 Antitrombotica
Groep die de bloedstolling kunnen vertragen
Anticoagulantia: werkt direct of indirect. Vooral profylactisch.
Trombocytenaggregatieremmers: vaak profylactisch. Na een hartinfarct of beroerte. Minder
interacties en bijwerkingen dan de groep anticoagulantia.
Nieuwe orale anticoagulantia (NOAC’s): een nieuwe groep bloedverdunners.
Trombolytica: parenteraal. Alleen in ziekenhuis of gespecialiseerd ambulancepersoneel.

Anticoagulantia
Heparineafgeleiden
Beïnvloedt de bloedstolling rechtstreeks. Moet subcutaan worden toegediend. Sneller en
beter te controleren dan de indirect werkende anticoagulantia. Voor mensen na een operatie
en zwangere vrouwen die eerder trombose gehad hebben. De dosering is 1x per dag.

Cumarineafgeleiden
Hechten zich in de lever op de plaatsen waar ook vitamine K hecht, daardoor levert de leer
geen protrombine meer. Dan ontstaat er een tekort aan protrombine waardoor de
bloedstollingsreactie niet op gang komt. dit kan ook als tablet gebruikt worden. Worden
preventief (langdurige bedlegerigheid) en bij de behandeling van trombose gebruikt.
Duurt 18 tot 72 uur voordat het werkt. Dosering wordt individueel bepaald. Het bepalen van
de stollingstijd gebeurt door de trombosedienst.
Overdosering van orale anticoagulantia zie je aan onderhuidse bloedingen.
Acenocoumarol is kortwerkend, fenprocoumon werkt een paar dagen.

Trombocytenaggregatieremmers
Beïnvloeden de hechting van de bloedplaatjes aan de vaatwand en verminderen daardoor
de kans op bloedstolsels in het bloedvat. Vaak ter preventie van een hartinfarct,
herseninfarct of TIA. De bloedstollingstijd hoeft niet bepaald te worden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Bridgetn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

74534 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.17
  • (0)
  Add to cart