Inleiding plantenziektekunde
Plantenziektekunde gaat over de interactie van bepaalde organismen
met planten. Het is belangrijk omdat plantenziektes invloed kunnen
hebben op gezondheid van mens en dier, landschap en economie.
Endofyten zijn symbiotische schimmels die de plant helpt tegen insecten,
maar giftig kan zijn voor dieren.
De plantenziektedriehoek laat zien dat er drie factoren aanwezig
moeten zijn voordat er een ziekte in een plant kan plaatsvinden: een
vatbare plant, gunstige omgeving en een ziekteverwekker. Er kan dus ook
op elk van deze drie punten worden ingegrepen.
Ziekteverwekkers kunnen nematoden, schimmels, virussen of bacteriën
zijn.
De meeste schimmels zijn saprofyten: ze voeden van dood materiaal en
hebben geen pathogeniteitsgenen.
Er bestaan ook necrotrofe schimmels: ze maken plantencellen kapot en
leven van vrijgekomen stoffen
Biotrofe schimmels halen voedingsstofen uit levende planten met
haustoria
Fysio’s zijn verschillende varianten van 1 schimmelsoort
Horizontale resistentie is niet 100% resistentie. Het is polygeen en
stabiel en werkt voor alle verschillende fysio’s van een schimmel
Verticale resistentie is monogeen en instabiel, maar vaak wel 100%. Het
werkt voor enkele fysio’s van de schimmel
Elicitors zijn eiwitten die worden uitgescheiden door een pathogeen. Een
resistente plant heeft receptoren waarmee hij de elicitors van de
pathogeen herkent. Hij reageert daarop door de hypersensitieve
respons waarbij de aangetaste cel apoptose pleegt. Dit werkt alleen bij
een biotrofe aanvaller, want die heeft levend materiaal nodig.
SAR is een vorm van geïnduceerde resistentie. Een plaag valt de plant
aan, waardoor die sacilicylzuur verspreid door de plant. De rest van de
plant staat zo klaar om zich te verdedigen tegen de plant.
ISR is een vorm van gr waarbij de plant jasmijnzuur aanmaakt om
bestrijders te lokken.
Vluchtige stoffen komen vrij wanneer een pathogeen een plant
binnendringt. Hiermee kunnen planten andere planten waarschuwen. Dit
kan zowel inter- als intraspecifiek.
Lijfwachtstrategie is een strategie waarbij planten predatoren van een
plaag lokken d.m.v. vluchtige stoffen of schuilplaatsen.
Resistent: er kan geen vermeerdering van het pathogeen plaatsvinden
Vatbaar: er kan wel vermeerdering van het pathogeen plaatsvinden
Gevoelig: er vindt veel schade plaats aan de plant
Tolerant: er vindt weinig schade plaats aan de plant
Plantenziekten kunnen ontstaan vanwege abiotische factoren, zoals:
o Voedingselementen
1
, Ijzergebrek: jonge bladeren geel
Mangaangebrek: oudere bladeren geel
o Zuurtegraad
o Temperatuur
o Wind
o Neerslag
o Water
o Bodemstructuur
o Luchtverontreiniging
o Bestrijdingsmiddelen
Plantenziekten veroorzaakt door protisten en schimmels
Ziektebeelden veroorzaakt door schimmels:
Necrose: zwartverkleuring door het afsterven van celln. Gebeurt dit in dee
wortels van kiemplanten, dan sterven deze af
(kiemplantenziekte/omvalziekte). Bij schimmels die necrose in bladeren
veroorzaken zie je vlekken ontstaan (bladevlekkenziekte). Soms ontstaan
er dan zelf gaten in het blad (hagelschotziekte).
Verwekingsziekten: verwelking wordt veroorzaakt door het blokkeren
van de houtvaten waardoor de sapstroom stopt. Dit kan ook door
mycotoxinen worden veroorzaakt.
Hypertrophie: het sterk opzwellen van het weefsel wat leidt tot
galachtige woekeringen.
Vroegtijdige bladval: dit wordt veroorzaakt door hormonen die door de
schimmel worden afgescheiden of door planten worden afgescheiden
onder invloed van de schimmel
Etioleren: abnormale lengtegroei die leidt tot slappe, bleekgroene
stengels. Het wordt veroorzaakt door een groeihormoon, gibberelline dat
door het pathogeen wordt gemaakt
Verhinderen van de voortplanting: schimmels verhinderen de bloei of
vervangen de kiem in de vrucht door schimmelweefsel of vervangen
stuifmeelkorrels.
Om een plant binnen te ringen moet er eerst penetratie plaatsvinden. Dit kan
directe penetratie zijn, waarbij de schimmel de plant kan binnendringen, maar
er kan ook sprake zijn van penetratie waarbij gebruik moet worden gemaakt van
al bestaande openingen (zoals huidmondjes) of wonden op het blad. Dit wordt
voornamelijk gedaan door zwakteparasieten. Bij directe penetratie wordt er
gebruik gemaakt van mechanische druk die wordt uitgeoefend door appresoria,
waardoor deze het cuticulum doorbreekt (dit kan ook m.b.v. enzymen).
Schimmels die alleen intercellulair groeien, maken een haustorium tussen de
celwand en het celmembraan. Om het haustorium heen zit een appositiezone
waaruit de schimmel voedsel op kan nemen. Nadat infectie is gelukt, kan
kolonisatie volgen: de verdere doorgroei van de schimmel in het weefsel.
Schimmels die ectoparasitair voeden, groeien alleen op de buitenkant van de
plant en voeden zich met haustoria die in de epidermiscellen zitten. De meeste
schimmels groeien echter intercellulair (met een mycelium tussen de cellen).
Mycelia van deze planten zijn dus lastig te zien en je moet kijken naar
sporedragers en symptomen van de plant i.p.v. schimmel aan de buitenkant van
het blad. Vaatparasieten blokkeren vaten waardoor de plant verwelkt omdat er
geen transport meer kan plaatsvinden. Na infectie begint sporenvorming of
reproductie van de schimmel. Ongeslachtelijke sporen verspreiden zich vaak via
de wind of met water. De rustfase vindt plaats als er ongunstige omstandigheden
zijn. De rustfase is wel deel van de levenscyclus van een schimmel, maar niet
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jacolineboer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.