Neuroticisme is een brede dimensie van individuele verschillen in de neiging om negatieve,
stresserende emoties en de daaruit vloeiende gedrags- en cognitieve eigenschappen te ervaren
(Costa & McCrae, 1987). Eigenschappen van neuroticisme zijn laag zelfvertrouwen, sociale
angst, slechte controle over impulsen, prikkelbaarheid en schrikachtigheid. Gevolg hiervan is
dat neurotische personen vatbaarder zijn voor boosheid en agressie (Ode, Robinson, &
Wilkowski, 2008). Daarnaast heeft hoge neuroticisme nog meer nadelige gevolgen op gedrag.
Zo blijkt dat hoge neuroticisme geassocieerd wordt met diverse manifestaties van
psychopathologie, responsconflicten, tijdelijke inconsistenties in gedrag, somatische klachten,
overmatige zorgen en slechte coping-gewoontes (Robinson & Tamir, 2005).
Om meer van neuroticisme te begrijpen, is het goed om naar gerelateerd gedrag te
kijken. Hoge neuroticisme wordt vaak in verband gebracht met een hoge mate van motivatie en
ambitie (Eysenck, 1947). Problemen die hieruit voortvloeien zijn het stellen van te ambitieuze
doelen, of het gebrek aan doelmatigheid om het doel te behalen. Een metafoor van neuroticisme
is ‘emotionele instabiliteit’. Een mogelijke oorzaak van ineffectief gedrag zou gevonden
kunnen worden bij deze instabiliteit. Instabiliteit van basale cognitieve functies leidt namelijk
tot fluctuaties van aandacht, hogere afleidbaarheid en gevoeligheid voor interferentie (Eysenck
& Eysenck, 1985).
De ideeën van Eysenck & Eysenck (1985) komen overeen met de ideeën van Gray
(1982). Hij koppelde neuroticisme aan het behavioral inhibition system (BIS). Hieruit zou een
start-stop patroon van gedrag voorkomen dat bij angstige personen instabieler en variabeler is
over de tijd dan bij niet angstige personen (Gray, 1982). Daarnaast wijzen Carver & Scheier
(1990) op een gebrekkige zelfregulatie door het vermijden van ongewenste situaties. Dit is
volgens hen ook gelinkt aan een hoge mate van variabiliteit en inconsistentie van cognitie en
gedrag.
2
, Ten slotte wijzen klinische observaties en onderzoeksgegevens op de link tussen
neuroticisme en cognitieve en gedragsprocessen. Beide processen die stabiliteit bevorderen. Dit
blijkt onder andere uit de associatie tussen neuroticisme en defensieve coping mechanismen
zoals projectie en reactieformatie (Freud, 1926).
Robinson & Tamir (2005) veronderstelden dat er, gezien de ideeën over neuroticisme
als instabiliteit en de relatie met variabiliteit in cognitie en gedrag, wellicht een directe relatie
te vinden is tussen neuroticisme en basale cognitieve functies. Zij keken in hun onderzoek
specifiek naar basaal stimulus-respons gedrag, wat gemeten kan worden aan de hand van
reactietijden. Uit hun studie kwam naar voren dat neuroticisme positief gecorreleerd is met
variabiliteit van prestaties op een reactietijdtaak.
Echter werden de resultaten van Robinson & Tamir (2005) enkele jaren later niet
gevonden. Soortgelijk onderzoek naar de relatie tussen neuroticisme en basale cognitieve
functies werd gedaan door Colom & Quiroga (2009). In hun studie hebben zij mentale snelheid
gemeten aan de hand van drie soortgelijke basale cognitieve functies; verbaal, numeriek en
ruimtelijk. Zij vonden in hun studie geen correlatie tussen neuroticisme en mentale snelheid.
Daarentegen wordt de hypothese van mentale ruis wel ondersteund door eerder onderzoek
(Flehmig, Steinborn, Langner, & Westhoff, 2007). Zij vonden in hun onderzoek wel een
verband tussen neuroticisme en variabiliteit in reactietijden. Door deze tegenstrijdige
onderzoeksresultaten is het nu moeilijk te beoordelen of de ‘mentale ruis hypothese’ nu waar
is of niet.
Deze replicatiestudie dient uitsluitsel te geven over dit dilemma. De oorspronkelijke
studie van Robinson & Tamir (2005) wordt daarvoor gerepliceerd. De onderzoeksvraag luidt:
‘In hoeverre is neuroticisme gerelateerd aan temporale variabiliteit in basale cognitieve
processen?’. In lijn met de bevindingen van Robinson & Tamir (2005) en de bevindingen van
Flehmig et al. (2007) wordt verwacht dat neuroticisme positief correleert met variabiliteit in
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rowanhaen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.