100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Nederlands BT2 Samenvatting jaar 1 (Rijke taal en Basiskennis Taalonderwijs) $8.65   Add to cart

Summary

Nederlands BT2 Samenvatting jaar 1 (Rijke taal en Basiskennis Taalonderwijs)

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Rijke Taal - Hoofdstuk 3.3 - Hoofdstuk 5.3.1 - Hoofdstuk 8.1 - Hoofdstuk 8.2.1-8.2.3 - Hoofdstuk 8.2.6 - Hoofdstuk 8.3.1 en 8.3.2 Basiskennis Taalonderwijs - Hoofdstuk 4 - Hoofdstuk 5 (pag. 100, 101) - Hoofdstuk 10 - Hoofdstuk 11.1 – 11.5

Preview 3 out of 19  pages

  • June 24, 2024
  • 19
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
BT2 – Nederlands samenvatting periode 4
Rijke Taal
- Hoofdstuk 3.3
- Hoofdstuk 5.3.1
- Hoofdstuk 8.1
- Hoofdstuk 8.2.1-8.2.3
- Hoofdstuk 8.2.6
- Hoofdstuk 8.3.1 en 8.3.2

Basiskennis Taalonderwijs
- Hoofdstuk 4
- Hoofdstuk 5 (pag. 100, 101)
- Hoofdstuk 10
- Hoofdstuk 11.1 – 11.5

Rijke Taal
Hoofdstuk 3.3 – Denken over woordenschat

Woordenschatdidactiek
- In een rijke context leren leerlingen nieuwe woorden, begrippen en kernconcepten door te
lezen, denken, praten, schrijven en interessante ontwerpopdrachten uit te voeren
- Woorden
o Uitingen (combinaties van klanken / letters) die verwijzingen naar betekenis
 Abstracte betekenissen: begrippen
 Overkoepelende ideeën: kernconcepten
o Begrippen, concepten
 Talige uitingen die verwijzen naar een abstractie binnen / over specifieke
contexten
o Kernconcepten
 Talige uitingen die verwijzen naar overkoepelende abstracte ideeën (macht,
vrijheid etc.) die specifieke contexten ontstijgen en in veel contexten
bruikbaar zijn.

- Woordenschat: het begrip ervarings- en taalbasis
- Ervarings- en taalbasis verschilt per leerling, dus ook de manier waarop de betekenissen
worden verwerkt verschilt.

- Woorden leren op 3 niveaus
o Meestal onderscheid tussen DAT (dagelijkse algemene taal) en CAT (cognitieve
academische taal, schooltaal/vaktaal). Er is een groot grijs gebied.
 Dagelijkse taal: leren door interactie met anderen, hoogfrequente woorden
 Academische taal: laagfrequente woorden
o Andere indeling woordtypes:
 Laag van woorden die leerlingen zich in het dagelijks leven eigen maken
 Laag 2: woorden die vooral voorkomen in geschreven taal
 Laag 3: begrippen die expliciet moeten worden aangeleerd

, - Labelen: als leerlingen leren waar een woord in een bepaalde context naar verwijst
(bijvoorbeeld: toetje verwijst naar het schaaltje yoghurt)
- Categoriseren: ontdekken dat het woord ook in andere contexten toe te passen is (toetje:
alles wat na het eten wordt geserveerd)
- Netwerkopbouw: relaties leggen met andere woorden (toetje: nagerecht)

 Kinderen leren het beste woorden door interactie, niet direct door het aan te leren. Bijv. naar
de bibliotheek gaan of luisteren naar luisterboeken.
 Benoemen van basiswoorden en uitbreidingswoorden betekent een ernstige beperking en
verarming van de taalontwikkelingsmogelijkheden die een thema biedt.

- Viertakt: werkwijze om fasegewijs woorden aan te leren:
1. Voorbewerken
a. Erop gericht dat leerlingen betrokken raken bij de context waarin de
woorden voorkomen
2. Semantiseren
a. Betekenis van woorden uitleggen. Drie uitjes: uitbeelden, uitleggen,
uitbreiden
3. Consolideren
a. Behandelde betekenissen ingeoefend met behulp van
verwerkingsactiviteiten
4. Controleren
a. Controle of de nieuwe woorden en behandelde betekenissen werkelijk
worden onthouden

Woordfrequentie en herhaling
- Woordfrequentie: gedachte dat wanneer leerling van frequente woorden de betekenis
kennen, zij een groot deel van de woorden van een taal begrijpen.
- Het aanbieden van verarmde teksten (hoogfrequente woorden) leidt niet tot ontwikkeling
van de ervarings- en taalbasis.

- Vaak is er veel aandacht voor het aantal keren dat woorden zouden moeten worden
herhaald. Het is echter afhankelijk van hoe rijk de context is waarin woorden worden
gepresenteerd.
- Werken met hele boeken (lezen, voorlezen) heeft grote voordelen voor de ontwikkeling van
woordenschat.

Woordenschat meten
- Resultaten alleen zichtbaar wanneer er wordt getoetst
- Wanneer je aangeleerde woorden toetst door diezelfde woorden terug te vragen, zeggen de
resultaten meer iets over de geheugencapaciteit dan over de woordenschat.
- Algemene toetsen voor woordenschat zeggen niet zoveel over de kennis van woorden die
kort daarvoor zijn aangeleerd, maar meer over de ervarings- en taalbasis.

Woordenschatontwikkeling zwakke leerlingen
- Leerlingen met zwak werkgeheugen zullen profiteren van nog vaker voorkomende woorden,
begrippen en concepten in rijke contexten.
- Confrontatie met laagfrequente woorden.

, Hoofdstuk 5.3.1
Wat is leren lezen?
- Leerling leert zo snel en zo goed mogelijk begrijpen wat hij leest, in iedere methode.
- Leestechniek: teksten ontcijferen, het is een hulp.
- Klankzuivere woorden: fonologisch principe.  we schrijven de woorden zoals we ze
uitspreken. (Maan, roos)
- Aanvankelijk lezen en spellen: twee fases

o Klankzuivere fase
 Leerlingen leren de klankzuivere woorden. Basis voor het lezen vormt de
leeshandeling waarbij een leerling het woord ziet, de tekens onderscheidt,
klanken aan de tekens koppelt en het woord verklankt.
 Spellen: precies andersom (horen-koppelen van tekens-opschrijven)
 Vaardigheden:
 Klanktekenkoppeilng of Grafeem/foneemkoppeling: het kennen van
de koppeling tussen fonemen en grafemen
o Grafemen: letters en lettercombinaties (a, d, f, ch, ie ….)
o Fonemen: klanken
 Auditieve synthese: fonemen onthouden en herkennen om welk
woord het gaat
 Auditieve analyse: een klankzuiver woord kunnen verdelen in
klanken
 Deze eerste fase duurt totdat alle letters zijn aangeleerd

o Niet-klankzuivere fase
 Deze tweede fase duurt totdat leerlingen eenvoudige teksten met 1 en 2-
lettergrepige woorden kunnen lezen (ongeveer in juni).
 Steeds sneller lezen, correct spellen van steeds langer woorden in
betekenisvolle teksten centraal
 Losse letters oefenen geen zin meer. Letters worden makkelijker herkend en
onthouden in woorden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meesteruitzeeland. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.65. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.65
  • (0)
  Add to cart