Les 1a: Parasieten algemeen
Parasitisme is een vorm van tijdelijke of permanente samenleving van twee organismen, waarbij de
een (de parasiet) voedsel onttrekt aan de ander (de gastheer, patiënt).
Parasieten:
Dieren die uitsluitend in of op andere dieren of mens kunnen leven
Commensaal (Commensals are those type of microbes that reside on either surface of the
body or at mucosa without harming human health.) of pathogeen
Eukaryote organismen, behorende tot her dierenrijk en onderverdeeld in:
1. Protozoen = eencelligen
2. Helminthen = wormen
3. Arthropoda = geleedpotigen
Bacteriën -> Zelfstandig levende organismen (autonoom) -> Schade in gastheer door afvalstoffen
(toxinen).
Virussen -> Niet zelfstandig levende organismen, hebben een gastheer nodig (Niet autonoom) ->
Alleen te kweken in cellen van gastheer -> Schade door vernietigen van cellen/weefsel.
Parasieten -> Gedeeltelijk zelfstandig levende organismen, kunnen zich voeden en vermenigvuldigen,
maar alleen in gastheer. (Gedeeltelijk autonoom) -> Alleen stukje van de levenscyclus is buiten de
gastheer -> Schade door afvalstoffen, vernietiging van dellen/weefsel en/of obstructie.
Parasiet heeft altijd deel van zijn levenscyclus buiten de (eind)gastheer (milieu of andere gastheer).
Monoxeen parasiet –> 1 gastheer
Polyxeen parasiet ->-meerdere gastheren
Gastheer noodzakelijk voor de voortplanting van de parasiet!
Eindgastheer –> seksuele voortplanting van de parasiet GV
Tussengastheer –> aseksuele voortplanting van de parasiet OV
Portee d ’entree
Mond of neus (voedsel, water)
Anus of vagina (SOA)
Huid (parasiet kruipt door huid, prik of steek door vector)
Waar vandaan?
Milieu: water, aarde, lucht (monoxene parasieten)
Andere gastheer (polyxene parasieten): opgegeten met stukje van andere gastheer, geprikt
door vector
Factoren die (immuno)pathologische reacties bepalen:
- Infectiedosis en blootstelling
- Binnendringen in anatomische barrières
- Hechting
1
, - Vermenigvuldiging (ophoping in orgaan)
- Cel- en weefselschade
Ontwijken immuunsysteem:
Een parasiet kan het afweermechanisme van de gastheer ontwijken door:
Antigenic variation: snel veranderen van antigenen zodat immuunsysteem opnieuw moet
zoeken
Molecular mimicry: uiterlijk parasiet lijkt op menselijke cel door nabootsten host-antigenen
Antigenic masking: Pakken zichzelf in met gastheermoleculen
Intracellular location: kruipen in cel (Plasmodium in RBC)
Immunosuppression
Parasieten stellen eisen aan hun omgeving: temperatuur, luchtvochtigheid, gastheersoort.
Parasitaire infecties in (sub)tropen talrijk:
- Prevalentie = % geïnfecteerde mensen
- Morbiditeit = % geïnfecteerde mensen met klinische symptomen
- Mortaliteit = % geïnfecteerde mensen dat overlijdt
Importinfecite = infectie wordt meegenomen naar Nederland
Endemische infectie = komt voor in Nederland (vaak: toxoplasmose, trichomonas, Enterobius,
Prediculus (hoofluis)).
In Nederland wetenschappelijk onderzoek aan parasitaire infecties:
- Universiteiten
- (academische) ziekenhuizen
- Instituten zoals RIVM en BPRC
Doel:
- Ontwikkeling van nieuwe methoden voor bestrijding van parasieten
- Betere methoden voor behandeling van parasitaire infecties
- Ontwikkeling van nieuwe medicijnen en vaccins
- Verbetering van methoden voor diagnostiek van parasitaire infecties
Diagnostiek van parasitaire infecties
- Parasieten kunnen niet worden gekweekt, maar moeten worden aangetoond in het
lichaamsmateriaal van de patiënt, zoals bloed, urine, feces, sputum, enz.
- Parasieten worden direct aangetoond aan de hand van morfologische herkenning met een
lichtmicroscoop.
- Parasieten kunnen ook indirect worden aangetoond met serologische (antigenen) ,
- immunologische (antilichamen) en moleculaire technieken (qPCR).
Behandeling van parasitaire infecties
- De behandeling/therapie van patiënten met parasitaire infecties berust voornamelijk op het
doden van de parasiet met behulp van medicijnen.
- De ziekteverschijnselen/symptomen van parasitaire infecties zijn aspecifiek -> koorts,
vergrote lever
- De behandeling/therapie van parasitaire infecties is specifiek.
2
,Tropenreizigers en parasieten:
- Bij reis naar (sub)tropen ernstig risico van parasitaire infecties, zoals malaria en
schistosomiasis
- Er bestaan geen effectieve vaccins tegen parasitaire infecties
- Maatregelen ter voorkoming (preventie) van parasitaire infecties zijn belangrijk en effectief
- Landelijk Centrum Reizigersadvisering LCR geeft adviezen voor preventie van parasitaire
infecties
- Antimalariamaatregelen door gebruik profylaxe via huisarts en GGD
Wat is belangrijk te weten van een parasiet?
De morfologie, hoe ziet hij eruit
De levenscyclus, deze geeft inzicht in:
- de transmissie (besmetting + preventie)
- de klinische symptomen (pathologie)
- de diagnostiek
- de therapie
Importinfecites nemen toe -> toename reizigersverkeer, uitbreiding leefgebieden parasieten
(opwarming aarde, vernietiging infrastructuur na natuurrampen/oorlogen) -> toename resistentie van
parasieten tegen behandeling
Endemische infecties van wormen en arthropoden nemen af -> toename hygiëne en kennis
Endemische infecties van protozoa (darm) nemen toe -> door onderzoek meer eencelligen gevonden
die als verwekker van darminfecties worden erkend
Les 1b: Bloedprotoza
Protoza: Eencellige organismen
1e klasse: ameboida: vervoer door pseudopodia, geen geslachtelijke voortplanting
2e klasse: flagellates: vervoer met flagellen, geen geslachtelijke voortplanting
3e klasse: apicompelxa: geen vervoer, zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting
Klasse: Apicomplexa
Geslacht: Plasmodium (species > 200, 5 infectieus voor
mensen)
Soorten:
- P. vivax (Malaria tertiana Oost Afrika, Azië, Zuid
America)
- P. ovale (Malaria tertiana Africa, Azie)
- P. malariae (Malaria quartana)
- P. falciparum (Malaria Tropica -> meest voorkomend importinfectie, Afrika, Azië en Zuid
America)
- P. knowlesi (apenmalaria Zuid-oost Azië, tropisch regenwoud)
Transmissie: Door prik van mug: Anopheles gambiae (spijkermug) tussen zonsondergang en -opgang.
Vrouwelijke muggen hebben bloed nodig voor hun eitjes. Als speeksel sporozoiten bevat rak je
besmet, want in muggenspeeksel zit anit-coagulans (anti-stollingsmiddel) die de mug inspuit om te
voorkomen dat het bloed coaguleert op de plek van de prik.
3
, Levenscyclus:
Trofozoit: volwassen
stadium
Gematocyt:
voortplantigsstadium
(mannelijk of
vrouwelijk)
Cyste:
overlevingsstadium
buiten de gastheer en
verantwoordelijk voor
transmissie
Sporozoit: draadje dat
via de mug aan de
mens wordt
doorgegeven
A. Exo-erytrocytic cycle: 5-40 dagen (afhankelijk van de soort).Sporozoit infecteert de levercel ->
leverschizont. Leverschizont barst open en merozoiten komen vrij.
B. Erytrocytic cycle: Merozoit kan rode bloedcellen infecteren -> trofozoit die zich voedt met de
inhoud van de RBC -> schizont die openbarst -> hevige korts (tgv het vrijkomen van de
erythrocytaire merozoiten in het bloed) -> korts gaat weg als de merozoiten weer in RBC
gaan zitten. Na 12 dagen toename van 10 tot 10^10 parasieten.
C. Trofozoit groeit uit tot gametocyt (mannelijk of vrouwelijk) -> GV Gametocyt wordt via mug
weer opgenomen in de mug
Hypnozoit: “slapende” leverschizont -> uitgestelde 1e aanval of recidief: Pl. vivax, Pl. ovale tot 3
jaar, Plmalariae 10-20 jaar
Koorts door malaria:
- Iedere 48 uur: dag 1-3-5 enz. -> malaria tertiana -> 3 e daagse koorts -> Plasmodium vivax,
Plasmodium ovale
- Iedere 72 uur: dag 1-4-5 enz. -> malaria quartana -> 4 e daagse koorts -? Plasmodium malariae
- Onregelmatige koortspieken -> malaria tropica -> Plasmodium falciparum
Klinische symptomen:
De merozoieten in de bloedbaan induceren een ontregeling van het centraal
temperatuurregulatiesysteem, waardoor het voor malaria zo typische koortsbeeld ontstaat. Koorts
met koude rillingen.
Vivax/ovale en malariae: hoofdpijn/griepverschijnselen, anemie, vergrote milt, geelzucht.
Falciparum Malaria tropica: ERNSTIG
- Eerst griepachtig dan onregelmatige korts + rillingen
- Misselijk, hevig braken, frequent diarree (leverschade)
- Verstopping capillairen met massa’s RBC’s plaatjes, pigment en leuco’s
- Nierschade: blackwater fever: zwarte urine
- Hersenschade lijdt tot coma en dood.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller agatakrciejewska. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.