1. Wat verklaart de ordening van het samenleven?
2. Hoe wordt het individu beïnvloedt door het maatschappelijke?
3. In wat voor samenleving leven we?
4. ( Hoe onderzoeken we dit op een wetenschappelijke manier? -> methodologie)
1.2 Over sociale relaties, bindingen en verbanden
Sociale handeling: handelen dat gericht is op het handelen van een ander
- 2 of meer actoren: individuele of collectieve ‘eenheden’ met een handelingsvermogen
(=agency)
- Sociaal handelen (def)-> het sociaal gebeuren dat zo ontstaat
- Sociale relatie, verhouding waarin sociale handelingen met elkaar verwerven raken omwille
van de oriëntatie van de actoren op elkaar
Samenhandelen van Max Weber:
- Zelfreferentialiteit: altijd gericht op een andere sociale handeling (terug of vooruit
verwijzing) -> als je hallo zegt verwacht je iets terug
- Dynamisch, voortdurend nieuwe handelingen
- Contingent: voorspelbaar en onvoorspelbaar
- Reflexieve monitoring van handelen (wanneer iemand praat: observeer en luister je ->
mentaal antwoord aan het voorbereiden)
Samenhandelen creëert afhankelijkheidsverhoudingen (betrokken actoren hebben elkaar nodig)
- Sociaal verband: specifiek geheel van onderlinge afhankelijkheden
Vb. KUL -> de Vlaamse universiteiten
- De samenleving = het geheel van alle sociale relaties, sociale afhankelijkheden, sociale
verbanden of sociale netwerken
1.3 Van veralgemeende afhankelijkheid naar wereldsamenleving
Moderne maatschappij: functioneel gedifferentieerde wereldmaatschappij
͐ Modernisering: arbeidsindeling, taakspecialisatie en functionele specialisatie ->
afhankelijk van mensen
͐ Mondialisering, globalisering: -> sociale netwerken: kettingen van afhankelijkheden
(vb. gsm heeft delen van heel de wereld nodig)
1.4 Sociologische verbeeldingskracht
Sociologie: relationeel denken <-> egocentrische maatschappijbeeld= blik naar anderen vanuit
onszelf
1
, Sociologie
* Samenleving= cirkels van ander rondom mij
* Hoe verder afgelegen, hoe minder in contact, hoe minder
afhankelijk van hun
Je ontsnapt niet aan afhankelijkheid! Ook al zie je het niet = sociale blindheid
De sociologische verbeeldingskracht (brede zin) : zichzelf zien als knooppunt van talloze sociale
bindingen, verbanden of netwerken
De sociologische verbeeldingskracht (strikte zin): persoonlijke problemen met sociale feiten of
veranderingen verbinden
Depersonaliseert problemen: individueel probleem hangt minder samen met
persoonlijkheidskenmerk maar wordt verbonden aan algemeen sociale feiten
Vb. burnout ligt niet meer aan de persoon zelf, maar aan het systeem
Kan tot victim blaming zorgen= slachtoffer krijgt schuld (vb. verkrachting vrouw-> zelf gezocht)
3 stamvaders van sociologie: Emile Durkheim, Karl Marx, Max Weber
2. Sociale stratificatie, armoede en beleid
2.1 Goede bedoelingen en hun onbedoelde gevolgen
De moeilijkheid: overheid die tussenkomt in de private sfeer? => onbedoelde gevolgen
Vb. meer en betere leerhulp voor ‘allochtonen’ op bepaalde scholen verandert die nog meer in
‘concentratiescholen’
Vb. segregatie- effect sociale woningbouw
« Soms onbedoelde gevolgen met omgekeerd effect= perverse effecten
Vb. overheid zet drempels in de weg zo trager rijden -> mensen nemen alternatieve routes
(meestal routes die daarvoor rustiger waren, even snel rijden)
« Mattheüseffect: wie al veel heeft, zal nog meer krijgen. Wie al weinig heeft, zal nog minder
hebben
Vb. lagere prijzen voor cultuuraanbod: opera nu goedkoper, maar meestal voor hoge klasse
Vb. kinderopvang -> minder gebruikt door lage klasse: beschikbaarheid (shiften
laaggeschoolden), bereikbaarheid (auto?), betaalbaarheid
« Er zijn altijd onbedoelde gevolgen bij ingrijpen in sociale wereld-> reden: complexe
afhankelijkheidskettingen
« Ook onbedoelde gevolgen buiten overheidssfeer: vb pulish or perish: als je als onderzoeker
niet genoeg publiceert ga je kopje onder, beter om 4 kleine artikels dan 1 grote
« Onbedoelde gevolgen en voorspellingen:
- Self denying prophecy (zichzelf weerleggende voorspelling) = concrete ware
voorspelling zorgt voor het niet waar zijn
Vb. filevoorspelling-> niemand gaat ernaar toe: geen file meer
2
, Sociologie
Vb. toekomstige beroepschaarste: velen studeren het nu, later zelfs geen beroep meer
voor sommigen
- Self fulfilling prophecy: aanvankelijk onware voorspelling zorgt onbedoeld voor een
handelen dat haar waarmaakt
Vb. Corona-> wc papier
˚ Self-fulfilling illustreert: Thomas-theorema: ‘if men define situations as real, they
are real in their consequences’ (We leven in interpretaties van realiteit)
˚ Stereotypen gedragen zich als self fulfilling :
Stereotypen= voorstellingen van een groep en haar leden (+ of - )
Vb. leerkracht gaat er van uit dat zwarte leerling slechter gaat halen -> legt niet
even goed uit als bij blanke leerlingen=> behaalt slechte punten
=> vaak onbewezen of onbewijsbare veronderstelling over de toekomst die voor
waar worden gehouden => sociale geloofscirkel (effect sterker door trendsetter)
Vb. influencers: voorspelling-> geloofwaardig-> invloedrijk-> Voorspelling waar
2.2 Sociale structuren en verwachtingen
Basisvraag 1: Wat verklaart de ordening van het samenleven?
- Voorspelbaarheid (vb. prof komt binnen, stil)
- Achterliggend patroon is kwetsbaar (praten)
- Sociale structuur= globale richtingsaanwijzer, is geen concrete handeling ( er wordt
verwacht van leerlingen dat ze zwijgen tijdens de les)
Structuren: sociale normen of voorschrijvende ‘sociale verkeersregels’-> anders per situatie,
relatie en positie (vb. prof<-> student)
- Formele en informele sociale normen
Vb formeel: verwcaht dat prof op tijd komt (staat in het reglement)
informeel: verwacht dat prof met strik komt
- Normen vertalen zich in verwachtingen: “mensen worden onderling door wederzijdse
verwachtingen verbonden en die verwachtingen geven vorm aan de samenleving”
- => sociale verwachtingen als grondstof van het samenleven
2.3 Objectieve en subjectieve sociale ongelijkheid
Bij geordende sociale verhoudingen is er vaak boven en onderschikking (hoog en laag)
Sociale ongelijkheid:
- Asymmetrie of hiërarchie tussen individuen
- Oneven verdeling van sociale privileges
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller k1000alopeztobar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.94. You're not tied to anything after your purchase.