Toepassen van onderzoeksmethoden en statistiek (201800025)
All documents for this subject (4)
Seller
Follow
bs12
Content preview
Woordenlijst TOE
Correlationeel
Panelconditionering: je leert hoe je de vorige vragenlijst hebt ingevuld
Binnen-persoonsverandering: Je meet verandering binnen personen, dus
bijvoorbeeld in twee tijdstippen, voor en na een behandeling.
Panelonderzoeken: volgen respondenten over een langere periode
Cohort-effecten: De invloed die specifieke, tijdsgebonden, maatschappelijke
gebeurtenissen op een cohort hebben.
Itemscore: de score die een individueel persoon heeft op één vraag
Schaalscore: score over de hele vragenlijst heen
Omgekeerd geformuleerde items: De vraag wordt andersom gesteld omdat
je wilt dat mensen de vraag goed lezen en goed en eerlijk beantwoorden.
Filtervragen: zijn vragen waarmee je die groep selecteert die je volgende vraag
kan beantwoorden: dus eerst vragen of iemand kinderen heeft voordat je vraagt
hoe oud de kinderen zijn (want die vraag is niet relevant voor respondenten
zonder kinderen).
Holisme: 'Het geheel is meer dan de som der delen'. Hoort bij kwalitatief
onderzoek. Je wilt de hele persoon begrijpen.
Betrouwbaarheid: consistentie van de meting
Valide meting: nauwkeurigheid. Meet je wel wat je wilt meten?
Validiteit
- Indruk: Lijkt de meting in orde?
- Inhoud: Meet het alle aspecten van het construct?
- Convergent: Correleert het met een andere meting van hetzelfde construct?
- Divergent: Correleert het niet met iets dat iets anders meet?
- Criterium: Correleert het met een andere meting waarvan we weten dat de
relatie er is
Cronbach’s Alpha: meet interne consistentie. In welke mate zijn de items in een
vragenlijst met elkaar gecorreleerd?
Least Squares Regression: criterium regressielijn: welke past het best? Op
het oog kun je iets tekenen, maar je hebt eigenlijk een statistisch criterium nodig.
Residuen: zijn de verschillen tussen de punten in je puntenwolk, de werkelijke
score van je proefpersonen en de lijn die je hebt getekend.
Standaardschattingsfout: Het is de standaardafwijking van de residuen. Staat
bij RMSE. Het is grofweg de gemiddelde grootte van de fouten die we maken als
we de regressievergelijking gebruiken om voorspellingen te doen
Correlatie: Je meet de sterkte van een lineaire relatie (interval/ratio
meetniveau)
Telescoopeffect: beschrijft vertekening die ontstaat door de onzekerheid over
het terughalen van informatie uit het verleden. Dit neemt toe hoe verder de
herinneringen in het verleden vallen.
Leidende vraag: is een vraag waarbij de woorden die in de vraag gebruikt
worden de respondent naar een bepaald (door de onderzoek blijkbaar gewenst)
antwoord leiden.
, Double barreled question: een vraag waarin twee verschillende dingen
gevraagd worden maar waar maar één antwoord op gegeven kan worden. Het is
belangrijk dit soort vragen te vermijden.
Uitsluitend: Respondenten moeten in de mogelijkheid gesteld worden een
antwoord te kúnnen kiezen. Het mag niet zo zijn dat het antwoord van een
respondent in twee antwoordcategorieën valt.
Uitputtend: Iedereen moet zich kunnen identificeren met één van de
aangeboden antwoordmogelijkheden. Het mag niet zo zijn dat het antwoord van
een respondent niet tussen de antwoordcategorieën staat.
Matrixvraag: is een verzameling vragen die allemaal dezelfde
antwoordcategorieën hebben
Acquiescence bias: is een soort van response bias waarbij de respondenten de
neiging hebben om het maar eens te zijn met een stelling, vooral als de
respondent twijfelt of hij/zij de inhoud wel helemaal goed begrijpt. Doordat
respondenten het dan vaker eens zijn dan niet eens, wordt dit ook wel "yea-
saying" genoemd
Fence sitting: is het vermijden van extreme antwoordopties. Vooral als er veel
opties zijn, zullen respondenten de uitersten vermijden ook al is dat misschien
wel het antwoord wat het best bij hen past.
Straightlining: is het idee dat mensen na het beantwoorden van meerdere
vragen de neiging krijgen om overal maar hetzelfde antwoord te geven.
Primacy/Recency effects: zijn bronnen van vertekening die vooral voorkomen
bij vragen waar de respondent uit een (lange) rij opties moet kiezen.
Question bias: bronnen van vertekening die het resultaat zijn van niet
zorgvuldig opgestelde vragen
Response bias: bronnen van vertekening door het gedrag van de respondent
Correlatiematrix: Tabel met correlaties van alle combinaties van variabelen
Hawtorne effect: mensen gedragen zich anders dan normaal
Reactiviteit: mensen weten dat ze worden geobserveerd
Ecologische validiteit: mensen gedragen zich anders, andere setting die niet
overeenkomt met de werkelijkheid, dus je kan niet echt generaliseren naar de
realiteit
Onderrapportage: Je rapporteert minder dan je in werkelijkheid hebt gegeten of
gebruikt.
Comprehension: Begrijpen van de vraag. Begrijp je de woorden, de bedoeling
van de vraag
Retrieval: Wat weten we over de vraag. Hoe is de vraag van toepassing in mijn
leven
Judgement: Het oordelen, dus het antwoord op de vraag. Je concludeert wat je
antwoord is.
Response: Het antwoord geven op de vraag. Als je vorige week niet hebt
gesport, maar normaal gesproken wel, geef je dan ook eerlijk antwoord? Of zeg je
dat je wel hebt gesport omdat je normaal gesproken wel sport.
Total Survey Error Framework: Dekkingsfout, Steekproeffout,
nonresponsefout, aanpassingsfout, responsefout, verwerkingsfout
Onderdekking: mensen die wel op de lijst horen staan, maar er niet op staan
Overdekking: mensen die niet in de populatie horen
Steekproeffout: Ontstaan wanneer we slechts enkele in plaats van alle leden
van de populatie ondervragen. Leidt tot onzekerheid. We hebben statistieken
nodig om deze onzekerheid te kwantificeren.
Unit-non-response: Personen die geselecteerd zijn weigeren volledig de
vragenlijst in te vullen
Item-non-response: mensen weigeren of vergeten sommige vragen in de
vragenlijst in te vullen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bs12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.