100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting loopbaan en burgerschap mbo niveau 2 $7.07   Add to cart

Summary

Samenvatting loopbaan en burgerschap mbo niveau 2

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting loopbaan en burgerschap mbo niveau 2

Preview 4 out of 70  pages

  • June 25, 2024
  • 70
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1

Nederland is een democratische rechtsstaat. Burgers kiezen wie het land regeert. Dit wordt democratie
genoemd. Nederland is ook een rechtsstaat omdat iedereen in Nederland zich aan het Nederlandse recht moet
houden, zowel de burgers als de overheid.
In een rechtsstaat zijn de belangrijkste overheidstaken verdeeld over drie onderdelen:
Wetgeving: in Nederland mogen de regering, het parlement, de gemeenteraad en de Provinciale Staten nieuwe
wetten en regels maken.
Bestuur: regels uitvoeren. De regering, provincies, gemeenten, politie en het Openbaar Ministerie (OM) voeren
in Nederland de regels uit die bedacht zijn.
Rechtspraak: conflicten beslechten als de regels niet duidelijk zijn of niet goed worden toegepast. Deze taak
wordt in Nederland uitgevoerd door de rechters en de Hoge Raad.

In dit hoofdstuk komt eerst de wetgeving en volksvertegenwoordiging aan bod. Ook wordt hier de rol die jij
hebt als burger besproken. In het hoofdstuk hierna komt het bestuur aan bod gevolgd door het bespreken van
de rechtspraak in hoofdstuk 3.

1.1 Wetgeving
De wetgevende organen van een land mogen de regels en wetten bedenken waar de bevolking, de bedrijven en
de overheid zich aan dient te houden. In Nederland komen nieuwe wetten en regels democratisch tot stand.
We onderscheiden landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. Ook hebben we in Nederland te maken met
Europese wetgeving. Deze wordt in paragraaf 1.5 besproken.

1.2 Landelijk niveau

Als een land een democratie is, dan houdt dat in dat inwoners stemrecht hebben. Ze mogen meebeslissen over
alle zaken die het land aangaan. Er zijn verschillende vormen van democratie.

Nederland is een parlementaire democratie. Dat betekent dat het parlement, namens de bevolking, de regering
controleert en samen met de regering wetten maakt.

Parlement of staten-Generaal is de naam van volksvertegenwoordiging op landelijk niveau.

Minimaal één keer in de vier jaar zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. Door te gaan stemmen, beslis je
indirect mee met zaken die het land aangaan.

1.2.1 De Tweede Kamer
De leden van de Tweede Kamer worden gekozen door de Nederlandse kiezers. Door te stemmen tijdens de
landelijke verkiezingen bepaalt de Nederlandse bevolking welke 150 Tweede Kamerleden hen de komende
kabinetsperiode vertegenwoordigen.

De Tweede Kamer heeft twee belangrijke taken:
1. samen met de regering nieuwe wetten maken;
2. controleren of de regering haar werk goed doet.

1.2.2 De Eerste Kamer
De leden van de Eerste Kamer worden ‘getrapt’, gekozen. De Nederlandse bevolking kiest de leden van de
Provinciale Staten tijdens de provinciale verkiezingen. Vervolgens kiezen de leden van de Provinciale Staten de
leden van de Eerste Kamer.

Ook de Eerste Kamer heeft twee taken/rechten:
het goedkeuren of verwerpen van wetsvoorstellen die door de Tweede Kamer zijn aangenomen. De Eerste
Kamer kan het wetsvoorstel alleen goedkeuren of verwerpen. Zij kan er geen wijzigingen in aanbrengen.
het controleren van de regering. Hier maakt de Eerste Kamer weinig gebruik van.

,1.2.3 De Staten-Generaal
De Staten-Generaal bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. In plaats van Staten-Generaal wordt ook
wel gesproken over het parlement.

1.2.4 De regering
De regering bestaat uit de koning en de ministers.

1.2.5 Het kabinet
Het overheidsbeleid wordt gemaakt door het kabinet. Het kabinet bestaat uit de minister-president, de
ministers en de staatssecretarissen. De minister-president is de leider van het kabinet. Een van zijn taken is elke
week de ministerraad voorzitten.

De ministerraad is de wekelijkse vergadering van alle ministers. In de ministerraad wordt overlegd over het
regeringsbeleid.

Een minister is het hoofd van een ministerie. Een ministerie is een organisatie van de overheid waar het beleid
van de regering wordt uitgevoerd. Een andere naam voor ministerie is departement. Nederland kent op dit
moment 13 ministeries. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is er een van.

Soms zijn er ministers zonder ministerie. Zij heten minister zonder portefeuille. Ministers zonder portefeuille
zijn ook verantwoordelijk voor het uitvoeren van een bepaald beleid. Om ervoor te zorgen dat het beleid
uitgevoerd wordt, werken ministers zonder portefeuille samen met verschillende ministeries. Zo is er
bijvoorbeeld een minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Alle ministers zijn verantwoording aan het parlement schuldig voor het doen en laten bij de vervulling van hun
taken. Dit wordt ministeriële verantwoordelijkheid genoemd.

Veel ministers worden ondersteund door een staatssecretaris. De staatssecretaris neemt een deel van het
beleidsterrein van de minister voor zijn/haar rekening. De staatssecretaris maakt geen deel uit van de
ministerraad, maar kan wel uitgenodigd worden wanneer op een vergadering van de ministerraad zijn of haar
onderwerp ter sprake komt.

Ook staatssecretarissen moeten verantwoording afleggen aan de Tweede Kamer en aan de Eerste Kamer, maar
de minister blijft de eindverantwoordelijke voor de staatssecretaris.

De koning zit niet in het kabinet en de staatssecretarissen zitten niet in de regering.

1.2.6 Invloed uitoefenen op landelijk niveau
Als burger kun je op verschillende manieren invloed uitoefenen op de regering, Tweede Kamer en Eerste Kamer.

Allereerst kun je natuurlijk stemmen op de politieke partij van je voorkeur. Verderop in deze reader worden de
verschillende politieke stromingen besproken. De website www.stemwijzer.nl kan je helpen om per verkiezing
een keuze te maken voor een bepaalde politieke partij.

Ten tweede heb je altijd de mogelijkheid om contact te zoeken met Tweede Kamerleden en Eerste Kamerleden
door hen te e-mailen. Ook kun je een e-mail sturen naar de verschillende politieke partijen.

Naast dat je zelf contact op kunt nemen, kun je ook invloed uitoefenen via anderen. Bijvoorbeeld door lid te
worden van Vereniging Eigen Huis, de ANWB, Greenpeace, enzovoort. Deze organisaties oefenen ook invloed
uit op het beleid van de overheid door te lobbyen. Dit betekent dat zij druk uitoefenen op de besluitvorming.

Als je het erg belangrijk vindt om een onderwerp op de agenda van de Tweede Kamer te krijgen, dan kun je een
voorstel indienen. Dit voorstel wordt een burgerinitiatief genoemd. Om een burgerinitiatief te mogen indienen
moet je kiesrecht hebben, en minstens 40.000 handtekeningen met naam, adres en geboortenaam van deze
mensen hebben. Ook mag het onderwerp niet al onlangs in de Tweede Kamer behandeld zijn, en niet over de
Grondwet, belastingen of begrotingen gaan.

,Ook heb je de mogelijkheid om jezelf verkiesbaar te stellen. Hier lees je meer over bij het onderdeel
‘verkiezingen’.

1.3 Provinciaal niveau

Ook op provinciaal niveau is het volk vertegenwoordigd.

1.3.1 Provinciale Staten
Provinciale Staten zijn de volksvertegenwoordigers van de provincie. Elke provincie heeft haar eigen Provinciale
Staten. De Provinciale Staten bepalen in hoofdlijnen het beleid van de provincie en controleren de
Gedeputeerde Staten op de uitvoering. De voorzitter van Provinciale Staten heet de commissaris van de Koning.
Eens in de vier jaar kiezen de inwoners van de provincies de leden van Provinciale Staten. Het aantal leden van
Provinciale Staten wordt bepaald door het aantal inwoners dat een provincie telt.

1.3.2 Gedeputeerde Staten
Het college van Gedeputeerde Staten voert de besluiten van de Provinciale Staten uit. Ook voert het college van
Gedeputeerde Staten een aantal regelingen van de Rijksoverheid uit. De leden van het college van
Gedeputeerde Staten worden gedeputeerden genoemd.
Gedeputeerden mogen geen lid zijn van de Provinciale Staten. Iedere gedeputeerde heeft zijn eigen
taakgebieden en verantwoordelijk voor het beleid op deze taakgebieden.

1.3.3 Invloed uitoefenen op provinciaal niveau
Ook op de Provinciale Staten kun je invloed uitoefenen. Dit kan op een aantal manieren. Zo kun je een brief
sturen of een afspraak maken met een lid van de Provinciale Staten, een Statenlid.
Ook kun je een brief sturen naar de Provinciale Staten zelf. De brief wordt dan behandeld bij de ingekomen
stukken op de eerstvolgende vergadering. Houd er wel rekening mee dat het een echte brief moet zijn. Een e-
mail wordt niet geaccepteerd als ingekomen stuk.
Een derde manier om invloed uit te oefenen is door spreektijd aan te vragen. Iedere burger heeft namelijk het
recht om in te spreken tijdens de vergadering. Wel moet je dan aan een aantal voorwaarden voldoen. Het
onderwerp moet op de agenda staan en je moet de spreektijd aanvragen bij het secretariaat. Je krijgt maximaal
5 minuten spreektijd.
Wil je weten welke onderwerpen op de agenda staan, kijk dan op de website van de Provinciale Staten van je
eigen provincie.

1.4 Gemeentelijk niveau

Ook in de gemeente is het volk vertegenwoordigd. Elke vier jaar zijn er verkiezingen voor de gemeenteraad.

1.4.1 De gemeenteraad
De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente. Ook controleert zij of het college van burgemeester en
wethouders dit beleid goed uitvoert. De derde taak van de gemeenteraad is het maken van de jaarlijkse
begroting en het controleren van het financiële jaarverslag van de gemeente.
In de gemeenteraad zitten raadsleden. De raadsleden komen uit de gemeente zelf. Ze zijn
volksvertegenwoordigers. Als raadslid is het belangrijk om goede contacten met de inwoners hebben. Het
aantal inwoners van de gemeente bepaalt hoeveel gemeenteraadsleden de gemeente heeft.

1.4.2 Het college van burgemeester en wethouders
Het dagelijks bestuur van de gemeente valt onder de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester
en wethouders (college van B&W). De burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad en van het college van
B&W. De burgemeester wordt door de koning op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken (die de
kandidaat heeft gesproken) benoemd. Dit gebeurt na een sollicitatieprocedure, waar de gemeenteraad een
belangrijke rol bij speelt. Wethouders worden benoemd door de gemeenteraad, de kandidaten worden
voorgesteld door de coalitie.
Na de verkiezingen mag de partij met de meeste stemmen beslissen met welke andere partij of partijen ze gaat
samenwerken. De samenwerkende partijen vormen een meerderheid in de gemeenteraad. Dit heet een
coalitie.

, 1.4.3 Invloed uitoefenen op gemeentelijk niveau
Je hebt verschillende mogelijkheden om invloed uit te oefenen op het gemeentelijk beleid. Meestal zijn het
college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad ook blij met je bijdrage. Ze willen graag weten
wat er leeft onder de bevolking. Zo kunnen zij een betere afweging maken bij het opstellen, voorbereiden en
uitvoeren van beleid.

Welke mogelijkheden je hebt om invloed uit te oefenen hangen af van de situatie. Soms is de gemeente
verplicht om een mogelijkheid voor inspraak te geven, bijvoorbeeld bij bestemmingsplannen. Je leest meer over
bestemmingsplannen in paragraaf 2.1.1. Op andere momenten wil de gemeente graag weten wat
belanghebbenden van de plannen vinden.

Bij het ontwikkelen van plannen kan de gemeente mensen vragen om mee te denken. Er is dan veel ruimte voor
discussie en inbreng. Als de plannen al concreter zijn, kan de gemeente belanghebbenden vragen om een
reactie. De gemeente wil dan weten of het plan wordt gesteund.
Is het plan definitief, dus is het besluit genomen, dan zijn er vaak nog officiële inspraakprocedures. De besluiten
en de mogelijke procedures worden meestal gepubliceerd op de website van de gemeente en in het plaatselijke
krantje.
Tegen verleende vergunningen kun je binnen de vastgestelde termijn bezwaar maken.

In de meeste gemeenten is er ook de mogelijkheid om een afspraak te maken met de burgemeester, wethouder
of raadsleden. Je kunt dan je vragen, ideeën, wensen en opmerkingen aan hen voorleggen. Ook organiseren
veel gemeenten inloopavonden en houden ze enquêtes.
Ook heb je inspraakrecht tijdens de vergaderingen van de gemeenteraad. Dit moet je wel aanvragen, en
natuurlijk moet je onderwerp al wel op de agenda staan.

Tot slot heb je ook op gemeentelijk niveau de mogelijkheid een eigen voorstel op de agenda van de raad te
plaatsen (burgerinitiatief). Je kunt een burgerinitiatief op de agenda van de gemeenteraad krijgen door 50
handtekeningen te verzamelen. Ook moet het onderwerp gaan over iets wat meerwaarde heeft voor de
gemeenschap en mag het de afgelopen tijd niet op de agenda hebben gestaan.

Je kunt er ook voor kiezen rechtstreeks de politieke partijen die vertegenwoordigd zijn in de gemeenteraad te
benaderen. Dit kan door ze uit te nodigen op een avond die je zelf organiseert of te vragen naar de mogelijkheid
iets te vertellen op een vergadering van hen.

1.5 Europa

De Europese Unie (EU) bestaat uit 28 landen (lidstaten). Als lidstaat van de EU beslist Nederland mee over de
wetgeving van de Europese Unie.

Europese wetgeving komt anders tot stand dan de Nederlandse wetgeving. Dat komt omdat Nederland een
staat is, en de Europese Unie een samenwerkingsverband. In een samenwerkingsverband tussen staten worden
de afspraken vastgelegd in verdragen. Een bekend Europees verdrag is het Verdrag van Lissabon. Daarin is
afgesproken dat het Europees Parlement een voorstel mag tegenhouden.

Om de gemaakte afspraken te realiseren kan de Europese Unie verschillende soorten besluiten nemen. Zoals
verordeningen en richtlijnen. Bij een verordening moet iedereen binnen de Europese Unie zich houden aan de
regel. Zo is er bijvoorbeeld een verordening die voorschrijft aan welke eisen goederen minimaal moeten
voldoen.
Een richtlijn houdt in dat de Europese Unie het doel wel vastlegt, maar dat de landen zelf mogen weten hoe ze
het doel gaan bereiken. De wetten binnen de lidstaten kunnen dus verschillen. Er zijn bijvoorbeeld richtlijnen
over de rechten van de consument.
Daarnaast kan de Europese Unie de lidstaten adviezen geven. De landen mogen dan zelf weten of ze deze op
willen volgen. Niet alle richtlijnen en adviezen gelden voor alle lidstaten. Soms gelden ze maar voor een paar.

De Europese Unie bestaat uit onder andere:
Het Europees Parlement;
De Europese Commissie, vergelijkbaar met de Nederlandse ministerraad qua bevoegdheden;

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bahramgerami. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

82956 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.07
  • (0)
  Add to cart