Samenvatting High Care 2024 Wenkebach Instituut (UMCG)
4 views 2 purchases
Course
High Care Verpleegkundige
Institution
High Care Verpleegkundige
Dit is een samenvatting van alle lesstof voor de cursus high care 2024. Alle aantekeningen van de 6 lesdagen zijn hierin meegenomen. Alle video's en foto's die op LMS (leermanagementsysteem) staan zijn uitgelegd. Zelfs vragen met daarbij behorende antwoorden zijn toegevoegd. Kortom, met deze samenv...
HC 01 kennismaking en homeostase
Doelstellingen:
• Kan het begrip homeostase verklaren
• In hoofdlijnen uitleggen hoe homeostase tot stand komt
• Kan uitleggen waarom het begrip homeostase als rode draad door deze cursus loopt
• Uitleggen wat een diabetische ketoacidose is
• Welke symptomen een patiënt met een diabetische ketoacidose heeft
• Kan beredeneren waar de nadruk op ligt bij de behandeling bij een patiënt met een DKA
Homeostase= de neiging van een organisme tot het instandhouden/handhaven van een inwendig
evenwicht, bijvoorbeeld de bloeddruk of de lichaamstemperatuur. Het milieu interieur heeft hierbij
een stabiele samenstelling.
Milieu exterieur= milieu wat om ons heen zit (lucht, zuurstof).
Milieu interieur= wat er om onze cellen heen zit (vocht, zuurstof, temperatuur). Milieu interieur
wordt ook wel de extracellulaire vloeistof genoemd (vloeistof buiten de cel).
Intracellulaire vloeistof → vloeistof binnen de cel wat niet tot het milieu interieur wordt gerekend.
De wisselwerking tussen de cel en het milieu interieur is dat de cellen alles krijgen wat ze nodig
hebben.
Homeostase wordt bereikt door negatieve feedback → negatieve feedback/terugkoppeling werkt
een tegengestelde reactie op. Een voorbeeld: bij een lage temperatuur zorgt de negatieve feedback
dat de temperatuur omhoog gaat.
Voor negatieve feedback zijn 3 componenten nodig:
1. Detector: het oppikken van prikkels
2. Controle centrum: interpreteren van prikkel
3. Effector: de uitvoerende partij.
Een voorbeeld: als het controlecentrum tot de conclusie komt dat de waarde buiten de acceptabele
waarde gaat, dan zal de uitvoerende partij worden ingezet om het probleem te verhelpen.
Positieve feedback → situatie die tegen de begrippen van homeostase ingaan.
o Tegenhanger van negatieve feedback
o Versterkt juist een prikkel
o Zeldzame situaties! Positieve feedback zie je eigenlijk alleen heel kort als een soort gaspedaal
bij een proces die je snel voltooid wilt hebben, zoals bloedstolling, bevalling en spijsvertering.
Een voorbeeld: wanneer een waarde te hoog is, wordt deze nog hoger OF als een waarde te laag is
wordt deze nog lager.
1
,Filmpje juf Danielle: voorbeelden van negatieve feedback
Normaal Detectie Controle Effect Ontregeling
waarden
PH 7.35- 7.45Ph- Ademhalingscentrum Minder Alkalose=
(Hoeveel receptoren (hersenstam) zuur (CO2) te hoge pH
H+ er in uitademen
het bloed Acidose= te
zit) lage pH
“Hoe hoger de pH, hoe minder H+. Hoe lager de pH hoe meer H+”
Normaal Detectie Controle Effect Ontregeling
waarden
O2 02 druk: Chemo Ademhalingscentrum CO2 uitademen Acidose
75-100 receptoren (met name CO2) →
mmHg hyperventilatie
CO2 CO2 druk: CO2 Alkalose
35-45 vasthouden→
mmHg hypoventilatie
Normaal Detectie Controle Effect Ontregeling
waarden
Temperatuur 36-37 Thermoreceptoren Hypothalamus Zweten Hyperthermie=
graden (huid) (hersenen) te hoge temp
Hypothermie=
Rillen te lage temp
Normaal Detectie Controle Effect Ontregeling
waarden
Bloeddruk 120/80 Baro- Bloeddruk Vasodilatatie= Hypertensie=
receptoren centrum verwijden van te hoge RR
(centrum (hersenen) vaten
hersenen) + hartslag
minder snel
Vasoconstrictie= Hypotensie=
bij een lage RR te lage RR
knijpen de
bloedvaten
samen
Normaal Detectie Controle Effect Ontregeling
waarden
Glucosespiegel 4-6 Glucose Eilandjes Insuline= glucose Hyperglycemie=
mmol/L receptoren van in cellen te hoge suikers
Langerhans Glucagon
(glucosevoorraad)
2
, → glyconogeen Hypoglycemie=
wordt te lage suikers
aangesproken
glycogenolyse→
glucagon wordt
kapot gemaakt.
DM type 1 is er geen insuline aanwezig. DM type 2 zijn de cellen niet gevoelig voor insuline.
Osmolariteit= concentratie van de osmotische werkzame stoffen per kilogram oplosmiddel.
→ Natrium, kalium, bicarbonaat, chloor, glucose en albumine.
Meer Hypo-
plassen + osmolariteit
geen
dorstprikkel
Hyperosmolariteit= water gaat uit de cel naar het milieu interieur.
Hypo-osmolariteit= overschot aan water gaat juist de cellen in, waardoor de cel opzwelt.
Artikel: nurse academy diabetische ketoacidose
Diabetes mellitus type 1 kan zich presenteren met een diabetische ketoacidose. Door een tekort aan
insuline vindt er een lipolyse plaats: vetweefsel wordt afgebroken om aan de energievoorziening te
voldoen. Door een tekort of afwezigheid van insuline kan de glucose niet de cel in getransporteerd
worden.
Zie foto: triglyceriden worden afgebroken tot glycerol en vrije vetzuren.
Diagnose diabetische ketoacidose:
• Op basis van bloed en urineonderzoek
• Patiënten zijn uitgedroogd
• Vooral bij DM type 1, maar ook bij DM type 2
• Alcoholmisbruik en hongeren → kunnen ook een acidose
veroorzaken.
Patiënten met een DKA hebben vaak een verhoogd ureum en creatinine
gehalte + gewichtsverlies.
Insuline is een hormoon dat getransporteerd wordt door bètacellen in
de eilandjes van Langerhans. Dit zijn groepjes cellen (eilandjes) in de
pancreas (alvleesklier).
Functie van insuline → Het stimuleert:
1. De opslag van glucose in de lever en spieren in de vorm van glycogeen.
2. De synthese van vetzuren
3. De synthese van eiwitten in spierweefsel
3
, 4. De opname van glucose door transport over het celmembraan
5. Het transport van R+ de cel in
Kortom: insuline is een opbouwend (anabool) hormoon.
Bij een tekort aan insuline → glucosespiegel stijgt in het bloed (serum) → bloedglucosespiegel komt
boven de 1 mmol/L → glucose wordt ook in de urine uitgescheiden → dit is een drempel waarboven
de nieren niet meer in staat zijn alle glucose die in de voorurine terechtkomt terug te resorberen.
Osmotische diurese= als glucose in de urine terechtkomt.
Polyurie= veel plassen.
Polydipsie= weinig plassen.
Bij een ketose → afwezigheid van insuline → glucose wordt niet meer in de cel getransporteerd +
synthese van eiwitten en spierweefsel wordt afgeremd + opslag glycogeen stopt + synthese van
vetzuren worden vrijwel stilgelegd.
Belangrijkste effect van het tekort aan insuline is de activatie van lipase (door het wegvallen van de
remmende werking van insuline). Lipase → stimuleert de hydrolyse van de triglyceriden in de vetcel.
Triglyceriden hebben een hoge energiedichtheid en zijn een belangrijke opslagplaats voor energie.
Triglyceriden worden afgebroken tot glycerol en vrije vetzuren. De vrije vetzuren worden de nieuwe
energiebronnen voor de weefsels, behalve voor de hersenen.
!!!De hersencellen zijn de enige cellen die niet afhankelijk zijn van insuline voor de opname van
glucose!!!
Lipolyse= het oplossen van vet (hydrolyse van de triglyceriden in de vetcel)
Door het tekort aan insuline en het overschot aan vrije vetzuren, worden deze vrije vetzuren in de
mitochondria (energiecentrales van de cel) ge-oxideert tot acetyl- coa. Dit gebeurt in de lever.
Aceyl-coa= centrale bouwstof in de energiestofwisseling die in vrijwel alle processen gebruikt kan
worden. Een gedeelte van de het acetyl-coa wordt omgezet naar acetocetraat (soort azijnzuur).
Acetocetraat kan direct weer worden gebruikt als bron van energie, maar kan ook worden omgezet
in acetyl-coa. Door een gebrek aan insuline wordt een gedeelte van het acetocetaat omgezet in
bethahydroxyboterzuur en aceton.
Ketose= overschot van ketonen in het bloed.
Ketonen= acetocetaat, bethahydroxyboterzuur en aceton (allemaal zuren).
Hongeren → glucosetekort → hersenen gebruiken acetocetaat en bethydroxyboterzuur als
belangrijkst bron van energie.
De lever oxideert bethydroxyboterzuur en acetocetaat waarna adenosinetrifosfaat (ATP) vrijkomt.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmahummel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.66. You're not tied to anything after your purchase.