Hoofdstuk 1: Inleiding tot de sociale psychologie:
Inleiding
- Telling more than we know.
- Descartes en Spinoza.
De macht van de situatie
- fundamentele attributiefout.
- Experiment van Liberman - Samuels en Ross.
Macht van de sociale interpretatie
- Kurt Lewin.
- John Watson en BF Skinner.
2 belangrijke motieven van construeren
- Behoefte om ons goed te voelen.
- Self fulfilling prophecy.
- Experiment Robert Rosenthal en Jacobson.
- Evolutionair principe.
- Behoefte om juist te zijn.
- Leon Festinger.
Sociale problemen
- Het bystander effect.
- Experiment met shocks.
Psychologie = de wetenschap van het gedrag en de psychische processen van een individu
Sociale psychologie = de wetenschap die bestudeert hoe de gedachten, gevoelens en gedragingen van
mensen worden beïnvloed door de echte of denkbeeldige aanwezigheid van anderen.
Sociale invloed = het effect dat de woorden, daden of alleen al de aanwezigheid van anderen mensen
hebben op onze gedachten, gevoelens, gedrag en attitudes
Empirische methode = op waarnemingen of onderzoek gebaseerde methode voor het toetsen van
hypothesen
Hypothese = een als voorlopige waarheid aangenomen maar nog te bewijzen veronderstelling
Construct = de manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen, begrijpen en interpreteren.
Determinant = bepalende factor in een ontwikkeling of toestand
Individuele verschillen = die aspecten van de persoonlijkheid die mensen onderscheiden van anderen
Fundamentele attributiefout = neiging om de mate waarin iemands gedrag wordt veroorzaakt door
de rol van persoonlijke eigenschappen en andere interne factoren te overschatten en de rol van
externe, situationele factoren te onderschatten
Attributie = het toeschrijven van oorzaken aan het eigen of andermans gedrag en het daarmee
voorzien van verklaringen
Behaviorisme = stroming van de psychologie die het belang benadrukt van het bestuderen van de
persoonlijke manier waarop een object wordt waargenomen, in plaats van het bestuderen van de
,manier waarop de objectieve, fysieke eigenschappen van het object zijn samengevoegd.
Gestaltpsychologie = Stroming in de psychologie die het belang benadrukt van het bestuderen van de
persoonlijke manier waarop een object wordt waargenomen in plaats van het bestuderen van de
manier waarop de objectieve, fysieke eigenschappen van het object zijn samengevoegd
Fenomenologie = filosofische methode die probeert door de geestelijkintuïtieve beschouwing van de
dingen, niet door rationele kennis, de constitutie van de wereld in de geest en het wezen der dingen te
beschrijven
Naïef realisme = de overtuiging dat ieder van ons dingen waarneemt ‘zoals ze echt zijn’
Positief zelfbeeld = evaluatie van mensen van hun eigen eigenwaarde (de mate waarin ze zichzelf
beschouwen als goed)
Sociale cognitie = hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld (hoe mensen sociale info
selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om oordelen te vormen en beslissingen te nemen).
Selffulfilling prophecy = je verwacht bepaald gedrag van jezelf of van anderen dus handel je op zo’n
manier dat je verwachting waarheid wordt
Out-of- body experience = ‘geest treedt uit het lichaam’
Hindsight bias = De neigingen van mensen om hun vermogen om een uitkomst te voorspellen te
overdrijven en nadat ze te weten zijn gekomen hoe die uitkomst eruitziet.
Sociale psychologie is een empirische wetenschap
- Experiment Kitty Genovese - Lanate en Darley.
, Observerende methode
- Ethnography.
- Analyse van archieven.
Correlatie methode
- Experiment Nisbeth en Wilson.
Experimentele methode
- Intern en extern valide;
- Coverstory, veldexperimenten, replicatiestudies en meta-analyses.
- Experiment Donnerstein en Berkovitz.
Nieuwe ontwikkelingen in onderzoek
- Cross-cultureel onderzoek.
- Sociale neurowetenschappen.
Ethische issues
- Informed consent, deception, debriefing en fraude.
- WMO (wet medisch wetenschappelijk onderzoek.
- Centrale commissie mensgebonden onderzoek.
Observerende methode = techniek waarbij een onderzoeker mensen observeert en zijn of haar
metingen of indrukken over hun gedrag systematisch vastlegt
Etnografie = methode waarbij een onderzoeker probeert een groep of cultuur te begrijpen door die
van binnenuit te observeren, zonder de groep zijn eigen normen of waarden op te leggen
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid = de mate van overeenkomst tussen de resultaten van twee of
meer mensen die onafhankelijk van elkaar een dataset observeren en coderen
Culturele antropologie = de studie naar menselijke culturen en samenlevingen
Analyse van archieven = vorm van de observationele methode waarbij de onderzoeker de
verzamelde documentatie oftewel de archieven van een cultuur onderzoekt
Correlationele methode = techniek waarbij twee of meer variabelen systematisch worden gemeten
en waarmee wordt vastgelegd wat de relatie is tussen de twee variabelen
Correlatiecoëfficiënt = een maat voor correlatie waarmee je de samenhang kunt vaststellen tussen
twee variabelen
Vragenlijstonderzoek (survey) = onderzoek waarin aan een representatieve steekproef van mensen
vragen gesteld worden over hun attitudes of gedrag
Aselecte steekproef = manier om ervoor te zorgen dat een steekproef representatief is voor de
populatie doordat iedereen in die populatie evenveel kans heeft om geselecteerd te worden voor de
steekproef
At random steekproef (randomisatie) = het willekeurig ordenen of in groepen indelen van een
populatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amkeweyens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.