100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting van de slides (essentie) $5.86   Add to cart

Summary

samenvatting van de slides (essentie)

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

essentie van de slides

Preview 2 out of 6  pages

  • June 26, 2024
  • 6
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
HT 16

De wet van SAY: elk aanbod zorgt voor een eigen vraag, er kan geen LT – onevenwicht zijn.

De identiteit van Fisher: P.Q = M.V
 P.Q = goederenstroom
 M = geldhoeveelheid
 V = omloopsnelheid

In de macro-economie is geld geen neutraal gegeven, aangezien er men er nog meer mee
kan doen dan enkel een transactie, bv investeren.

Spaar-paradox: als men collectief meer spaart is iedereen slechter af, want er wordt minder
geïnvesteerd en het inkomen zal dan gewoon afnemen.

Animal spirits (Keynes): de emotionele factoren die het economisch gedrag beïnvloeden.

Philips-curve: als de inflatie hoog is dan is er minder werkloosheid en vice versa.

Loss aversion: men ervaart een verlies erger dan een winst.

HT17

ESR: Europees stelsel van rekeningen

Huishoudelijke productie, enkel het kadastraal inkomen meerekenen (soort van huur).

Als de LR +, dus nbbi > netto binnenlandse vraag, dan geeft het land minder uit dan het
beschikbaar inkomen. In een gesloten economie is de LR = 0.

HT18

Nominaal bbp (lopende prijzen): prijs van jaar t, waarde indicator.
Reëel bbp: prijs van jaar 0 (basisjaar), volume indicator.
 In het basisjaar zijn de 2 aan elkaar gelijk

Bij kettingprijzen is het basisjaar steeds het vorige jaar

Bbp-deflator: Paasche index (p in de noemer in jaar 0), nom/reëel (prijs indicator).
 Geeft de stijging tov van een basisjaar weer.

CPI: Laspeyres index (p in de teller in jaar t), formule te ingewikkeld (volume indicator).
 Meet de indexatie voor de winkelkar, (gezondheidsindex is zonder tabak,etc.)
HICP is de CPI zonder de producten die veel schommelen)

1 peruun = 0,01%

, T (verdubbeling van de welvaart) = 70/g (groeivoet per jaar)

Outputkloof = feitelijk – potentieel bbp (+ bij hoogconjunctuur, lage werklossheid)

Reële groei = nominale groei – inflatie

Kritiek als welvaartmaatstaf omdat: sommige dingen worden opgenomen en andere niet,
vrije tijd (geluk (GINI)), verdeling van het aggregaat en duurzaamheid.

HDI: bbp per capita in PPP, levensverwachting en scholing, is wel een goede indicator

HT 19

Zonder geld zijn er geen ‘nominale’ grootheden (om te vergelijken)

Herinner de identiteit van Fisher, P.Q = M.V, dit HT zal deel rond dees draaien.

Kwantiteitstheorie van geld: de M heeft een bepalende invloed op het prijspeil

De vermogensvraag naar geld zal hoger zijn als de i op andere instrumenten lager is.

De M^s-curve zal verticaal zijn omdat deze onafhankelijk is van de i.

 Goederengeld: hetgeen waarmee je mee betaalt heeft een eigen waarde
 Fiducair/fiat geld: berust op vertrouwen en heeft geen eigen intrinsieke waarde
 Giraal geld: geld bij de banken (deposito’s)
 Goudstandaard: de waarde van de valuta is gebasseerd op de goudhoeveelheid van
het land

Geld is zeer liquide (+), maar geen rendement (-)

MB = monetaire basis aangestuurd door de ECB (monopolie) is de passiefzijde.

Moral hazard: de banken vermoeden hulp van de overheid en dit leidt tot zeepbeleffecten
(stijgen en ineens kapot), ontstaan van een hefboomeffect (leveraging).

Als de chartale geldvoorkeur gelijk is aan 0 dan zal de mm maximaal zijn en minimaal bij 1.

Bitcoin valt ook onder geld, want het vevuld de 3 functies, maar:
 Gedecentraliseerd (niemand heeft een monopolie)
 Volatiel
 Groeit niet mee met de economie

De ECB brengt geld in de economie door de AK van activa (monetiare expansie)
De ECB ‘vernietigd’ geld door activa te VK (monetaire contractie)

REPO = heraankoopovereenkomst

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vincentdewit1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.86. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.86
  • (0)
  Add to cart