1.1 Inleiding Recht
Recht = het geheel van overheidsregels dat de samenleving ordent
Onder overheid verstaan we niet alleen de rijksoverheid maar ook de
gemeentelijke overheden of provinciale overheden.
Het doel van het recht is te zorgen voor rechtvaardigheid, gelijkheid,
conflictbeheersing en het beschermen van de zwaksten.
Het doel dat moet worden nagestreefd is een politieke keuze.
De inhoud van het recht wordt door de politiek bepaald en dit verschilt van
land tot land
Ieder land heeft zijn eigen wetten en mag hier zelf over beslissen.
Het recht heeft tot doel dat de samenleving geordend wordt en dat er
regels zijn om conflicten te voorkomen of op te lossen.
Het Nederlandse recht is ingedeeld in 4 rechtsgebieden:
- Burgerlijk recht
- Bestuursrecht
- Strafrecht
- Staatsrecht
Burgerlijk recht regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers onderling.
3 Onderdelen:
- 1 personen- en familierecht
Hier gaat het om rechten en plichten die tot het individu betrekking
hebben. Zoals je naam, vermissingen, overlijden. Het grootste deel
gaat over familierechten zoals de relaties tussen de mensen binnen
en buiten gezin worden geregeld, voorbeelden hiervan zijn
ouderschap, gezag, echtscheiding.
- 2 vermogensrecht
- 3 rechtspersonenrecht
In het burgerlijk wetboek staan vanuit het burgerlijk recht, wetten in.
Bestuursrecht regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers en de
overheid.
Hierin staat wat de overheid in contact met de burger wel of niet kunnen
doen. Hierin is ook opgenomen dat burgers bezwaar kunnen maken of in
beroep kunnen gaan tegen beslissingen van die overheid.
De belangrijkste wet is het Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Strafrecht beschrijft wat we in Nederland niet door de beugel vinden
kunnen gaan. In het strafrecht staan van alles wat je wel en niet mag doen
en welke straf dat oplevert, meestal wordt zo een straf door de rechter
opgelegd.
Staatsrecht gaat over hoe de staat georganiseerd is. En in welke
verhouding de overheid staat tot de burgers. Basisregels voor de
organisatie van de overheid.
Grondwet is de belangrijkste wet. De basis voor onze staatsinrichting.
, Het Jeugdrecht zit op veel verschillende gebieden. Onder het jeugdrecht
verstaan we het geheel van rechtsregels dat de positie van jeugdigen
regelt. Het jeugdrecht valt ook niet onder 1 rechtsgebied, het bestaat uit
verschillende rechtsgebieden die over jongeren gaan of voor hen
belangrijk zijn.
Een andere manier om het recht in te delen is het materieel recht en
formeel recht.
Materieel recht = rechten en plichten van burgers (bijv. je mag niet door
rood rijden)
Formeel recht = procesrecht (bijv. wat voor boete krijg je als je door rood
rijdt)
Nationaal recht = het recht dat geldt in Nederland.
Internationaal recht = regelt relaties tussen verschillende landen. En deze
afspraken en verdragen met andere landen beïnvloeden ook het
Nederlandse recht. Zeker de regels van de Europese Unie, denk
bijvoorbeeld aan de invoering van de euro.
1.2 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind
(IVRK)
Kinderrechtenverdrag hierin staan 54 artikelen met afspraken over rechten
van kinderen en jongeren, dit gaat over alles waar kinderen en jongeren
mee te maken kunnen krijgen. (Voeding, school, mishandeling, oorlog).
In 1989 namen de Verenigde naties het Internationale Verdrag in de
Rechten van het Kind aan.
Het doel hiervan is om de positie van jeugden wereldwijd te verbeteren.
Alle landen ter wereld hebben dit ondertekend, Nederland ook in 1995,
behalve de VS die hebben dit nog niet ondertekend.
Het verdrag is in tamelijk algemene formuleringen verwoord, het voordeel
hiervan is dat het een breed draagvlak is. Het nadeel hiervan is dat er veel
ruimte is voor eigen interpretatie.
Landen mogen een voorbehoud maken bij ondertekening.
Nederland heeft bij 3 artikelen een voorbehoud gemaakt:
1. Het recht om jongeren onder de 18 geen recht te geven op
uitkeringen en voorzieningen
2. Het recht om geen strikte scheiding aan te brengen tussen strafrecht
voor minderjarigen en meerderjarigen. (Adolescentenstrafrecht)
3. Het beperken van rechtshulp en hoger beroep door kinderen
Het 4e voorbehoud is opgelost. Minderjarige mogen niet als dienstplichtige
of vrijwilliger betrokken worden bij oorlogshandelingen.
De 4 kernbepalingen van het kinderrechtenverdrag:
1. Het recht om in gelijke gevallen gelijk behandeld te worden (artikel 3)
2. De verplichting om het belang van het kind de eerste overweging te
laten zijn (artikel 2)
3. Het recht op leven en op ontwikkeling naar volwassenheid (artikel 6)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isha23. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.