Hoofdstuk 1: § 1.1.5 t/m 1.3 (m.u.v. ad 3 concernrecht ad 4 effectenrecht van 1.2) 1.5 t/m 1.7
August 18, 2019
22
2018/2019
Summary
Subjects
inleiding ondernemingsrecht deel a
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
HBO-Rechten
Inleiding ondernemingsrecht
All documents for this subject (32)
Seller
Follow
lisacas
Reviews received
Content preview
Ondernemingsrecht Aantekeningen
H.1 Onderneming en Recht
1.1.5 omschrijving van een onderneming.
Het begrip onderneming = lastig te definiëren omdat het in verschillende contexten gebruikt wordt.
- In het algemeen moet je kijken naar alle omstandigheden, maar voor een definitie zie -> art. 2
van het handelsbesluit, hieruit vloeien de volgende vereisten voor een onderneming:
1. middelen (bijv. geld, goederen, kennis)
2. arbeid (bijv. produceren van goederen, verlenen van diensten)
3. vermogensrechtelijk voordeel (bijv. winst, kostenbesparing)
4. zichtbare deelname aan economisch verkeer (moet de naam waaronder wordt gehandeld
inschrijven in het Handelsregister van KvK)
1.2 ondernemingsrecht
- Het recht dat zich bezighoudt met onderneming= ondernemingsrecht, was eerst slecht een
onderdeel van vermogensrecht, door ontwikkelingen heeft het een geheel eigen karakter gekregen.
- De termen ondernemingsrecht en vennootschapsrecht worden dikwijls door elkaar gebruikt, wij
houden het begrip ondernemingsrecht aan omdat dit een ruimere begrip is.
- De voornaamste deelgebieden in het ondernemingsrecht zijn:
1) Het recht voor samenwerkingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid:
2) Het rechtspersonen recht
3) Concernrecht
voor nu niet belangrijk.
4) Effectenrecht
Het recht voor samenwerkingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid bevat
- Een commerciële samenwerking tussen verscheidende rechtssubjecten, maten, vennoten of
partners, dat plaats vindt met het oog op de specifieke eigenschappen van elk vennoot.
- Een persoonsgebonden karakter.
- Een samenwerking dat gebeurt onder gemeenschappelijke naam en dus voor iedereen kenbaar is.
(Voorbeelden zijn de: Maatschap, Vof en CV)
Rechtspersonenrecht
- Houdt zich bezig met:
1) De inrichting van de rechtspersonen (de bevoegdhedenstructuur)
2) de rechtspositie van degene die bij de interne organisatie zijn betrokken (de afbakening van de
bevoegdheden van de organen)
3) zijn optreden naar buiten (de vertegenwoordiging en de publicatie-eisen)
- staat vooral in BW 2
- Een rechtspersoon= een juridische constructie, makkelijker gezegd niet meer dan een stuk papier.
Aan de constructie van rechtspersoonlijkheid zijn belangrijke praktische en juridische gevolgen
verbonden.
- Ten eerste is het onderscheid tussen rechtsobjecten en rechtssubjecten, belangrijk.
- Dieren vallen niet onder rechtssubjecten!
- Een rechtspersoon staat wat vermogensrecht betreft gelijk met een natuurlijk persoon, tenzij de wet
anders bepaalt.
, 1.3 Rechtsvorm van de onderneming
- Ondernemingen nemen in een bepaalde rechtsvorm ofwel een bepaald soort onderneming deel aan
het maatschappelijke verkeer.
- Dit betekent dat een onderneming altijd met een bepaalde rechtsvorm is verbonden.
- Dit is omgekeerd niet het geval niet elke rechtsvorm oefent een beroep/ bedrijf uit of houdt een
onderneming in stand. (geldt met name voor een vereniging/ stichting zij kunnen een onderneming
in stand houden, maar doen dit meestal niet)
1.1.3 keuze van rechtsvorm:
- De keuze van de rechtsvorm van een onderneming is afhankelijk van: Feitelijke, Economische, Fiscale
en Privaatrechtelijke factoren
- Zo kan een ondernemer besluiten te gaan samenwerken en daarvoor een samenwerkings
overeenkomst aan te gaan.
- Bij grote onderneming speelt de economische factor vaak een rol, zo kan een BV omgezet worden
naar een NV, waardoor de ‘gang naar de beurs’ mogelijk wordt om zo nieuw vermogen aan te
trekken.
- De omzetting van een eenmanszaak naar een BV, kan zijn vanwege fiscale redenen of vanwege een
privaatrechtelijke factor bijv. uit angst dat het levenswerk van de ondernemer kapot gaat, omdat de
familieleden ruzie krijgen over de onderneming.
- Bij de beslissing over de juiste rechtsvorm van de onderneming speelt het al of niet bezitten van
rechtspersoonlijkheid een belangrijke rol.
- Als er wordt gekozen voor een ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid gebeurt dat vaak op
grond van de volgende overwegingen:
1) Aansprakelijkheid: bij samenwerkingsvormen ben jezelf nog wel aansprakelijk.
2) Het eigen vermogen, bij samenwerkingsvormen ben je met privé vermogen ook aansprakelijk bij
rechtspersonen niet.
3) Door de rechtspersoon constructie komt de continuïteit van de onderneming minder in gevaar.
1.5 Handelsregister
- Ondernemingen maken deel uit van het maatschappelijke verkeer, derden hebben er daarom
belang bij om bijv. te weten in welke rechtsvorm die onderneming deelneemt aan het
maatschappelijke verkeer-> staat in het handelsregister.
- In het handelsregister kun je ook het doel terug vinden van het handelsregister zelf-> art. 2 Hrgw
- De instandhouding van het Handelsregister is gebaseerd op de handelsregisterwet 2007
(Hrgw 2007) en het handelsregister besluit 2008.
- Het handelsregister is de basisregistratie van ondernemingen en rechtspersonen geregeld.
- In het handelsregister staan ook de publiekrechtelijke personen
- De gegevens die in de Hrgw 2007 worden genoemd -> authentieke gegevens.
- De gegevens in het Handelsregisterbesluit-> niet-authentieke gegevens.
- Plicht van KvK -> art. 41 Hrgw 2007
- Het handelsregister is openbaar-> art. 21+22 Hrgw.
- Art. 51 Handelsregisterbesluit heeft wel nadere regels gesteld rond dit zo is er sprake van
afscherming van privéadressen, dit is echter niet absoluut, advocaten kunnen het nog wel inzien.
1.5.1 inschrijving (vooral dit is belangrijk)
- Art. 5+ 6 Hrgw inschrijfplicht voor alle ondernemingen/ rechtspersonen
- Art. 7 Hrgw 2007 nog van belang.
- De inschrijving van een informele vereniging is niet verplicht, maar berust op vrijwilligheid
- Hoe de inschrijving geschiedt -> art. 18 Hrgw.
, 1.5.2 inschrijfnummer:
- Bij de inschrijving in het handelsregister wordt aan de onderneming/ rechtspersoon een
inschrijfnummer toegekend= uniek.
- Art. 27 Hrgw van belang
- Art. 49 Hrgw -> kosten inschrijving.
1.6 Handelsnaam:
- Art. 1 Handelsnaamwet
- Voor ondernemingen is een handelsnaam belangrijk:
- Staat voor de reputatie van de onderneming en niet zelden wordt bij de verkoop van een
onderneming extra geld voor de handelsnaam betaalt= goodwill
- Art. 3 Hnw nog van belang.
H.2 Eenmanszaak en personenvennootschappen.
er zijn altijd 5 zaken belangrijk als je kijkt naar onderneming
1) definitie
2) hoe ontstaat een onderneming ? (oprichting)
3) Verloop/ aansprakelijkheid van de onderneming? (aansprakelijkheid)
4) vertegenwoordiging
5) De beëindiging van een onderneming?
2.1 Eenmanszaak
- Motief voor het starten van een eenmanszaak -> de oprichting is eenvoudig en niet kostbaar.
- Een eenmanszaak zou omschreven kunnen worden als een onderneming die toebehoort aan één
natuurlijke persoon op grond van art. 5 sub b en inschrijfplicht art. 18 Hrgw.
Startende eenmanszaak
- In beginsel kunnen alleen meerderjarigen ondernemer zijn , art. 1:234 BW -> je moet volledig
handelingsbekwaam zijn.
- Hierop wel een uitzondering namelijk minderjarige van 16 jaar en ouder, aan wie de kantonrechter
handlichting heeft verleent mogen op grond van art. 1:235 ook een ondernemer zijn.
- Wordt dit verleend dan moet op grond van art. 36 Handelsregisterbesluit, dit wel worden
opgenomen in het Handelsregisterbesluit.
- Bij starende eenmanszaken is het altijd lastig te bepalen wanneer er sprake is van een onderneming
ofwel wanneer kan het nog gezien worden als een hobby en wanneer niet?
- Waar de exacte grens ligt is lastig te zeggen, het hangt af van de concrete omstandigheden.
- Of bepaalde (commerciële) activiteit nu wel of niet als de activiteit van een eenmanszaak worden
aangericht, is vooral van fiscaal belang (fiscaal= betreffende belasting)
Geen scheiding tussen ondernemings- en privévermogen (Aansprakelijkheid )
- Kenmerkend voor de eenmanszaak is dat er geen verschil tussen is het privévermogen en het
zakelijke vermogen van de ondernemer -> art. 3:276 BW)
- Deze ondernemingsschulden kunnen ook verhaald worden op de echtgenoot van de eigenaar indien
zij zijn getrouwd in gemeenschap van goederen -> 1:94 BW.
- Dit wordt alleen voorkomen door het opmaken van de huwelijksvoorwaarden -> artt. 1:93/ 1:114 BW
Schematisch gezien ziet het er als volgt uit:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisacas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.