100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting colleges Technology, Policy and Society $6.88
Add to cart

Class notes

Samenvatting colleges Technology, Policy and Society

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een Nederlandse samenvatting van alle colleges van Technology, Policy and Society.

Preview 3 out of 20  pages

  • June 27, 2024
  • 20
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Moody en sanz
  • All classes
avatar-seller
Samenvatting colleges Technology, Policy, Society
College 1
 Introductie
 Technologie debat
 Perspectieven

ICT interacteert met de omgeving:
 De sociale omgeving: bijna iedereen heeft online contacten
 De politieke omgeving: politiek is doordrenkt met technologie (denk aan verkiezingen etc.)
 De werkomgeving: bijna alle beroepen bevatten een bepaalde vorm van ICT
 De ICT-omgeving

Dat is belangrijk omdat:
 Technologie snel gaat
 Het veel impact heeft op veel verschillende dingen
 Het leidt tot veel oplossingen, maar ook tot problemen

Voorbeeld
HIS & FLIWAS: algoritme die kijkt naar watermanagement en probeert te voorspellen wanneer een
rivier overstroomt, hoe snel, hoe hoog het water zal zijn, hoe dit andere dijken beïnvloedt en hoe
iemand geëvacueerd kan worden. Ook probeert het de schade te voorspellen. Dit algoritme is
geavanceerd, maar niemand is zich bewust van hoe het werkt. Het algoritme is correct, maar:
 Uiteindelijk correleert alles met elkaar
 Algoritme is vaag: als mensen vragen stellen, zijn deze niet goed te beantwoorden.
 Implicaties zijn onduidelijk: wat is het gevolg van de uitkomst van het algoritme
 Wie mag het algoritme zien? -> wie mag zien welke gebieden kunnen overstromen? Wat doen
we met informatie die waar kan zijn, maar door het te weten/publiek te maken kun je veel
mensen schaden. Dit zijn ethische vragen waar ook bij wordt stilgestaan.

Het technologiedebat
 Dit debat is oud (300 jaar) en er is nog steeds geen oplossing
 Dit debat kijkt naar hoe de mensheid omgaat met technologie
 Het gaat niet alleen over elektronische technologie, maar over alle technologie
 Er zijn verschillende posities in dit debat -> filosofie achter technologie
 Het technologie debat bevat 4 posities

(1) Instrumentalisme
 Weinig aanhangers, niemand gelooft het
 Ze geloven dat technologie op zichzelf niks is; het is een object. En dit object wordt gebruikt op
de manier waarop wij het willen gebruiken. Technologie heeft geen waarde op zichzelf. Het gaat
alleen om de intentie van de gebruiker en kan gebruikt worden voor verschillende doelen, op
basis van de intentie van de gebruiker.
 Voorbeeld: do guns kill people -> nee, mensen gebruiken wapens om mensen te doden

(2) Determinisme
 Het geloof dat technologie op zichzelf waarde, agency en macht heeft. Het gelooft dat
technologie zelf een wil is. Als de technologie niet hetzelfde wil als de gebruiker, dan zal het niet
gebeuren. Mensen hebben geen macht over technologie, technologie heeft macht over ons.
 Mensen die zeggen dat we technologie niet kunnen stoppen, zijn ook deterministen
 Zelfs als jij de uitvinder bent van technologie en er een bepaald doel mee hebt, dan gebeurt dat
niet -> de technologie zal zelf doen wat het wil.

1

, Voorbeeld: wasmachine had als doel dat vrouwen meer tijd over hadden om deel te nemen aan
de maatschappij, maar het resulteerde erin dat mensen meer gingen wassen. Vanuit het
determinisme wordt dus gezegd dat de wasmachine zijn eigen doel had.
 Do guns kill people -> ja!
 Iets kan slechts 1/vergelijkbare doelen hebben, dus niet tegenstrijdig. Een pen kan niet
tegelijkertijd een communicatiemiddel en een moordwapen zijn.

(3) Constructivisme
 Er is technologie (gecreëerd door iemand) en iedereen gaat nadenken over wat de betekenis is
van deze technologie = technologische frame (jouw perspectief op de technologie). Na een
bepaalde tijd vindt er closure plaats: er vindt overeenstemming plaats over de betekenis van de
technologie. Door closure wordt een bepaalde betekenis dominant en die gaat ons sturen.
 Wij zijn de baas over technologie. En als we besloten hebben wat de betekenis is, dan wordt dat
de realiteit -> niet omdat technologie dat wil. Nadat het besloten is, moeten alle mensen het
ermee doen.
 Een van de kritiekpunten op constructivisme: hoe weet je dat er al closure heeft plaatsgevonden
 Hoewel je denkt dat je constructivist bent, sluipen er vaak veel onderdelen van het determinisme
in onze gedachten.
 Voorbeeld: er heerste het idee dat videogames kinderen vijandig maakten (determinisme)
 Do guns kill people -> alleen als wij besluiten dat het zo is. Wellicht heeft er nog geen closure
plaatsgevonden.
 Probleem: mensen die ingaan tegen de betekenis die gegeven is bij de closure.

(4) Informatie ecologie
 Het heeft als doel om determinisme en constructivisme te verbinden. De 3 andere perspectieven
beweren dat er maar 1 type maatschappij is, informatie ecologie gelooft in verschillende
ecosystemen. Het gelooft dat technologie slechts in 1 van de ecosystemen wordt uitgevonden en
dat daar de betekenis wordt gegeven (constructivisme). Daarna spreidt de technologie zich uit
naar andere ecosystemen, maar omdat closure al heeft plaatsgevonden wordt het voor hen
deterministisch.
 Voorbeelden van ecosystemen: energie, milieu etc.
 Voorbeeld: het gebruik van het internet. Er werd gedacht dat dit gebruikt kon worden om de
wereld te democratiseren. Het internet werd in het westen uitgevonden, daar golden al
democratische waarden. Daarna werd het bij de rest van de wereld gedropt, in culturen waar dat
niet paste.
 Dus eerst sociale constructie en daarna determinisme.

Samenvatting technologiedebat:




 Agency/autonomie: wie heeft de macht
 Neutraliteit: heeft technologie wel of geen waarde?
 Society: relatie tussen technologie en maatschappij


Beleid en maatschappij



2

,  Rationeel: beleid maken door alle mogelijkheden, oplossingen en gevolgen daarvan te bekijken.
Zij zien ICT als nuttig, omdat je zo consequenties makkelijk kunt berekenen
 Politiek: we hebben verschillende groepen en ze hebben allemaal verschillende meningen. Ze
debatteren totdat er 1 groep wint, en hun ideeën worden het beleid. Zij zien ICT als bron van
informatie en daarmee macht
 Institutioneel: kijken naar bestaande praktijken en nieuw beleid moet daartussen passen. Zij zien
ICT als het faciliteren van structuren die we al hebben -> ICT versterkt die structuren
 Cultureel: beleid door symbolen, frames etc. ICT kan zin geven, om te communiceren etc.

College 2 – Economie en de informatiemaatschappij
Agenda
 Transitie van samenlevingen
 Productlogica
Er zijn drie meest invloedrijke theorieën of we in een informatiemaatschappij zitten of niet: Bell,
Schiller, Castells -> chronologische volgorde

Bell I
 Postindustriële samenleving (PIS) = informatiesamenleving
 Wat maakt PIS anders:
- Meer kennis beschikbaar (bijv. door internet, bibliotheken etc.)
- Andere kennis beschikbaar (we weten bijv. dingen over landen waar we nog nooit zijn geweest)
 Ideaaltype: Bell gelooft niet dat we al in de PIS zitten, hij gelooft dat het een ideaal type is. Het is
dus geen observatie.
 Verandering door verandering in structuur van de samenleving (niet door politieke of culturele
verandering) -> dus een politicus kan geen structurele verandering veroorzaken.
 Anti-holistisch: veel mensen in de filosofie zien de wereld als 1 systeem, waarbij alles elkaar
beïnvloedt en samengaat. Bell gelooft dat verschillende systemen, onafhankelijk van elkaar
bestaan.
 Hij legt niet uit waarom hij gelooft in verschillende systemen -> er zijn verschillende systemen, als
dat niet wordt geaccepteerd dan zit men gewoon fout
 Systemen zijn uit balans

Bell II
Volgens Bell zijn er drie belangrijke periodes:
 Agrarische samenleving: handenarbeid, fysiek contact met de natuur
 Industriële samenleving: handenarbeid met behulp van fysieke artefacten: we konden meer
doen, in minder tijd. Het resulteerde in arbeidsverdeling
 Postindustriële samenleving: omdat we meer tijd hebben kunnen we specialiseren in andere
dingen -> mentale arbeid, manipulatie van symbolen: onze maatschappij is gebaseerd op
symbolen van authenticiteit die we eigenlijk niet hebben.

Bell III
Overgangen tussen samenlevingen (tijd)
 Bell kwam met het rationalisatieprincipe: more for less door technologie: je kunt veel meer
doen, met minder werk



3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lieskezijlstra2002. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.88
  • (0)
Add to cart
Added