100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Nederlands kennisbasis $8.68   Add to cart

Summary

Samenvatting Nederlands kennisbasis

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van Nederlands de kennisbasis van het verkort traject lager onderwijs gebaseerd op delen van het boek: 'De basis Nederlands voor de lagere school'

Preview 3 out of 24  pages

  • June 27, 2024
  • 24
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Nederlands kennisbasis: woorden

Algemeen:

• Werkwoorden
• Tussenwerpsels = belangrijke betekenisdragers = inhoudswoorden
• Bijwoorden
• Zelfstandige naamwoorden Behoren tot open woordklasse: er verdwijnen en er
• Bijvoeglijke naamwoorden komen nieuwe bij


• Lidwoorden
• Voornaamwoorden = hebben weinig betekenis = functiewoorden
• Voorzetsels
• Voegwoorden Behoren tot gesloten woordklasse: blijven onveranderd
• Telwoorden


Zelfstandig naamwoord/substantief:

= mens, dier, ding, stof, gevoel, eigenschap, naam van persoon, …

Er komt meestal een lidwoord voor

Meest meervoudsvorm door: (‘)s OF (e)n OF eren

Van sommige zelfstandige naamwoorden kan genitief (bezitsvorm) gevormd worden

Meeste kan je verkleinen

Soorten:

Soortnaam = zelfstandig naamwoord verwijst naar een bepaalde soort bv. Het nieuws, een auto, ..

Eigennaam = het zelfstandig naamwoord verwijst naar een persoon of iets unieks bv.
Gasthuisstraat, Roeselare, Jerom, Butaye, …

Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden:

Concrete zelfstandige naamwoorden = duiden iets tastbaar of waarneembaar aan bv. Dochter,
Roeselare, …

Abstracte zelfstandige naamwoorden = niet tastbaar of niet concreet waarneembaar bv. Juli,
renaissance, …

Samenstelling of a eiding:

Met zelfstandige naamwoorden kan je samenstellingen of a eidingen maken

Samenstelling = grondwoorden treden als zelfstandig woord op bv. Ziekenhuis
—> soms verbindt een tussenklank de verschillende grondwoorden bv. Dorpsgek, pannenkoek

A eidingen = woorden waarbij niet alle delen zelfstandig kunnen voorkomen bv. Bewonderen,
zusje




fl fl fl

, Genus/woordgeslacht:

—> om dit te weten kijk je naar het lidwoord

De-woorden = mannelijk of vrouwelijk
Bv. De zus —> zij is geboren, de tip —> hij is handig

Het-woorden = onzijdig
Bv. Het nieuws —> ik heb het gelezen

Bijvoeglijk naamwoord (adjectief):

= woord dat eigenschap of hoedanigheid van een zelfstandig naamwoord aanduidt

Bijvoeglijke naamwoorden kunnen meestal verbogen worden (buigings-e of -s)
Bv. Goede vriend, gele rokje, iets kleins

Soorten:

Kunnen op 3 manieren gebruikt worden:

1) attributief bijvoeglijk naamwoord

—> bijvoeglijk naamwoord staat voor het woord waar het iets over zegt
Bv. Heugelijk nieuws, stout meisje, klein dorpje

2) Predicatief bijvoeglijk naamwoord

—> bijvoeglijk naamwoord wordt door een koppelwerkwoord verbonden aan het woord waarover
het iets zegt
bv. Ze was vandaag heel ink, het leek hem voldoende, hij wordt groot

3) Zelfstandig bijvoeglijk naamwoord

—> bijvoeglijk naamwoord wordt zonder zelfstandig naamwoord gebruikt. Het zelfstandig
naamwoord komt wel elders in de zin voor
Bv. De goede boeken en de slechte, een grote broer en een kleine

Trappen van vergelijking:

Aanduiden in welke mate een bepaalde eigenschap of hoedanigheid aanwezig is:

1) de stellende trap of positief
2) De vergrotende trap of comparatief
3) De overtre ende trap of superlatief


Werkwoord/verbum:

= woord dat een werking (een doen, een worden) of een toestand (een zijn) uitdrukt

Ww zijn meestal verbonden met een onderwerp en kun je vervoegen
Vervoegen = vorm aanpassen aan de persoon en het getal van het onderwerp —> vandaar
‘persoonsvorm’ —> persoonsvorm kan ook van tijd veranderen




ff fl

, Soorten:

- zelfstandige werkwoorden = vormen de kern van het werkwoordelijk gezegde, hebben
betekenis op zich bv. Hij heeft —> hij heeft er een zusje bij, Ilse verft —> Ilse verft haar haar

- Koppelwerkwoorden = hebben op zich weinig betekenis bv. So e lijkt —> So e lijkt ziek te zijn,
dat schijnt —> dat schijnt een mooie investering te zijn (komen voor in zinnen met een
naamwoordelijk gezegde en krijgen pas betekenis wanneer ze eraan gekoppeld zijn bv. Hij is
koning van België —> zijn heeft betekenis dankzij koning van België) koppelwerkwoorden
drukken altijd een vorm van zijn uit —> voorbeelden van werkwoorden:
• Zijn
• Worden
• Blijken
• Blijven
• Lijken
• Schijnen
• Heten
• Dunken
• Voorkomen

- Hulpwerkwoorden = werkwoorden die andere werkwoorden helpen om een bepaalde tijd te
vormen of om een nuance uit te drukken —> het hulpwerkwoord heeft zelf weinig betekenis bv.
Waarom werd hij opgeroepen, zijn jullie al geland, heb je dat gezien, ..

- TRANSITIEVE OF OVERGANKELIJKE WERKWOORDEN = hebben een lijdend voorwerp bij zich
bv. Ik neem mijn zak mee —> ik neem iets mee, heb jij hem beetgenomen —> ik neem iemand
beet

- INTRANSITIEVE OF ONOVERGANKELIJKE WERKWOORDEN = hebben geen lijdend voorwerp
bv. Het feest barstte los —> het feest barst iets los, Waarom steeg het vliegtuig te laat op —>
het vliegtuig stijgt iets op

Tijd:

Onvoltooide tijd = actie nog bezig
Voltooide tijd = actie afgelopen

Tijd Onvoltooid Voltooid

Tegenwoordig Ik speel Ik heb gespeeld

Verleden Ik speelde Ik had gespeeld

Toekomend (tegenwoordig) Ik zal spelen Ik zal gespeeld hebben

Toekomend (verleden) Ik zou spelen Ik zou gespeeld hebben




Telwoord/ numerale:

= woord dat bepaalde hoeveelheid of rangorde aanduidt bv. Voldoende, veel, derde, hoeveelste,
laatste, twaalf, …

Soorten:





fi fi

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celienlenaerts5. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.68. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76799 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.68
  • (0)
  Add to cart