100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Literatuursamenvatting Commerciele contracten $15.28   Add to cart

Summary

Literatuursamenvatting Commerciele contracten

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een samenvatting van alle voorgeschreven literatuur van het vak Commerciele contracten.

Preview 4 out of 64  pages

  • June 27, 2024
  • 64
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Artikelen Commerciële Contracten



Week 1 – Inleiding & Koopovereenkomst

A. Kronman, “Contract Law and the State of Nature. Journal of Law”
Zullen mensen nog overeenkomsten met elkaar aangaan als ze de afspraken die zijn gemaakt niet meer
afdwingbaar zijn, dit is afhankelijk van:

- De relatie tussen de twee die een overeenkomst aangaan. Je kan geen contract met jezelf
aangaan. Het is geen radicale isolatie of een voorwaarde, maar een sociaal staat, waarin een
voorwaarde wordt bepaald door de omgang die mensen met zichzelf of met elkaar hebben.
- De term ‘state of nature’ is niet bedoeld om een specifiek niveau van morele of culturele
ontwikkeling te suggereren van degenen op wie de term wordt toegepast. Het bereiken van een
hoog niveau van culturele verfijning, het bestaan van gedeelde morele overtuigingen en
algemene overeenstemming over smaak zijn allemaal consistent met het ontbreken van een
gemeenschappelijke macht, sterk genoeg om overeenkomsten tussen de partijen af te dwingen.
Het zou daarom verkeerd zijn, om de staat van de natuur op te vatten als een voorwaarde van
achterlijkheid of om het uitsluitend te associëren met historische primitieve samenlevingen.
- We zijn gewend om de gemeenschappelijke macht met fysiek geweld te vergelijken. Dit is niet
waar. Als we het niet eens zijn gaan we naar een derde die hier over kan oordelen. Iemand met
wijsheid, wat wij op dat moment dan beschouwen als ‘the common power’.

Het zou erop kunnen lijken dat contracten overbodig worden, omdat we een goede wet hebben.
Bijvoorbeeld iemand die er zeker van wil zijn dat hij zijn loon krijgt, heeft een contract. Maar soms is er
meer zekerheid en security nodig om beloftes waar te maken. Het wettelijke recht om een belofte af te
dwingen kan de onzekerheid die gepaard gaat met alle tijdelijk asymmetrische uitwisselingen
verminderen, maar nooit wegnemen en de partijen bij een dergelijke uitwisseling zullen daarom altijd
enig nut hebben voor de technieken die ik heb beschreven.

Vaak is het zoals de ene partij iets aan de andere partij beloofd en niet nakomt, dat de andere partij hem
kan aanklagen. Vaak voor geld, maar soms om een specifieke prestatie te leveren. Geld krijg je namelijk
niet altijd volledig gecompenseerd. Dit om twee redenen:
1. Omdat de partij die schade leidt, de schade wel moet beperken. Vaak is het ook niet duidelijk
hoeveel schade er wordt geleden door het feit dat de andere partij zijn belofte niet houdt.
2. Zelf als de hoogte van het geleden verlies in het contract valt, zal dit te betwijfelen zijn dat je dit
terugkrijgt. Iemand moet namelijk het geschil oplossen (rechter of jury). Er is dan altijd de kans
dat deze 3e partij de schade anders inschat. Hier kan een contract je nooit volledig beschermen.

Specifieke prestaties leveren kan ook onvoldoende zijn dat een partij zijn belofte nakomt. Stel iemand
maakt inbreuken in verschillende contracten. Hij kan ze niet altijd allemaal nakomen. Dan kan de andere
partij alsnog geld vorderen. Maar dan komt het risico weer dat je onder gecompenseerd wordt.
Opnemen in een contract dat iemand dus geld moet betalen of specifieke prestaties moet leveren bij een
inbreuk is dan ook vaak niet voldoende.




1

, Week 2 – Internationale koopovereenkomst

S.A. Kruisinga, “De wezenlijke tekortkoming als grond voor ontbinding in het Weens Koopverdrag”
Als het Weens Koopverdrag van toepassing is op een (koop)overeenkomst, betekent dat onder meer dat
deze overeenkomst in beginsel slechts kan worden ontbonden als sprake is van een wezenlijke
tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. In geval de zaken in het geheel niet worden
afgeleverd kan onder omstandigheden de overeenkomst ook worden ontbonden zonder dat sprake is van
een wezenlijke tekortkoming. Art. 49 lid 1(b) van het Verdrag bepaalt daaromtrent: de koper kan de
overeenkomst ontbonden verklaren: (...) in geval van niet aflevering, indien de verkoper de zaken niet
aflevert binnen de door de koper (...) gestelde aanvullende termijn of verklaart dat hij binnen de aldus
gestelde termijn niet zal afleveren. Art. 64 lid 1(b) geeft ditzelfde recht ook aan de verkoper. Zo bepalen
de art. 49 lid 1(a) en 64 lid 1(a) van het Verdrag dat de koper (respectievelijk de verkoper) de
overeenkomst ontbonden kan verklaren indien de tekortkoming in de nakoming door de verkoper
(respectievelijk de koper) van de krachtens de overeenkomst of dit Verdrag op hem rustende
verplichtingen een wezenlijke tekortkoming vormt. Het Verdrag definieert het begrip wezenlijke
tekortkoming in art. 25.

Het BW heeft geen definitie van zo’n tekortkoming, maar probeert het toch in artikel 6:265 BW. Wel een
verschil met het verdrag: Deze regeling in het BW heeft, tekstueel gezien, een ander uitgangspunt dan het
Verdrag: in het BW geldt als hoofdregel dat iedere tekortkoming recht zal geven op ontbinding, tenzij zich
een uitzonderingsgeval voordoet in die zin dat de tekortkoming ontbinding met haar gevolgen niet
rechtvaardigt10, terwijl het Verdrag een wezenlijke tekortkoming eist.

Vraag die rijst: is of dit tekstuele verschil tussen het Weens Koopverdrag en het Nederlandse recht ook
verschil oplevert bij de toepassing van beide ontbindingsregelingen.

 De Nederlandse regeling van ontbinding van koopovereenkomsten: Enerzijds geeft de Hoge
Raad aan dat de crediteur de keuze heeft tussen de hem ten dienste staande bevoegdheden en
dus de overeenkomst kan ontbinden. Anderzijds gaat de Hoge Raad uit van de veronderstelling
dat er pas sprake kan zijn van een keuze voor de crediteur ‘indien de wanprestatie (...) van dien
aard is dat zij (...) in beginsel ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt’ (curs.sk). Opvallend
is de overweging dat niet van ontbinding zou behoren te worden afgezien op de enkele grond dat
de schuldeiser door een alternatief – bijvoorbeeld nakoming met schadevergoeding – niet in een
wezenlijk nadeliger positie zou komen te verkeren. Deze laatste overweging geeft aan dat de
crediteur toch een zekere keuze heeft tussen verschillende rechtsmiddelen, waaronder
ontbinding.

 Wezenlijke tekortkoming volgens het Weens Koopverdrag: De definitie van een wezenlijke
tekortkoming in art. 25 van het Weens Koopverdrag omvat twee eisen. De eerste is dat de schade
voor de benadeelde partij zodanig moet zijn dat haar in aanmerkelijke mate wordt onthouden
wat zij uit hoofde van de overeenkomst mocht verwachten. De redelijke verwachtingen die voor
een partij uit de overeenkomst voortvloeien kunnen alleen worden vastgesteld aan de hand van
de overeenkomst zelf en de omstandigheden van het geval.19 Voor het antwoord op de vraag of
de schade tot substantieel nadeel leidt, kan worden gelet op de financiële waarde van het
contract, het veroorzaakte financiële nadeel en de mate waarin de wanprestatie andere
activiteiten van de benadeelde partij verstoort.




2

, De tweede eis heeft betrekking op de voorzienbaarheid: was het voor de tekortkomende
schuldenaar redelijkerwijze voorzienbaar dat de schade voor de schuldeiser zodanig zou zijn dat
haar in aanmerkelijke mate zou worden onthouden wat zij uit hoofde van de overeenkomst
mocht verwachten? De schuldeiser heeft immers alleen recht op ontbinding als de schuldenaar
het nadeel voor de schuldeiser heeft voorzien of een redelijk persoon in dezelfde
omstandigheden dit nadeel zou hebben voorzien (niet te verwarren met de voorzienbaarheid
zoals die naar Nederlands recht van belang is voor de causaliteitsvraag).

 Vergelijking van de ontbindingsregelingen in het BW en het Weens Koopverdrag:
Anders dan in het Nederlandse recht mag bij de beoordeling van een
ontbindingsvordering volgens het Weens Koopverdrag echter wel een rol spelen of een
alternatief voor de schuldeiser voor handen is. De vraag of de tekortkoming wezenlijk is,
moet namelijk worden beantwoord in het licht van alle omstandigheden, waaronder een
redelijk aanbod tot herstel. Daarnaast rust op de koper die de overeenkomst wil
ontbinden een zwaardere bewijslast bij toepassing van het Weens Koopverdrag dan bij
toepassing van het Nederlandse recht

De rol van de (non-)conformiteit in het licht van de wezenlijke tekortkoming: Volgens het bgh zijn de
kwaliteitseisen die gesteld worden in het publiekrecht van het land van de koper in beginsel niet relevant
in de context van art. 35 lid 2 WVK. Met dergelijke voorschriften kan alleen rekening worden gehouden
wanneer vergelijkbare voorschriften ook in het land van de verkoper gelden, of wanneer de koper de
verkoper hierop heeft gewezen, of mogelijkerwijze wanneer de verkoper de betreffende bepalingen in het
exportland op grond van bijzondere omstandigheden van het geval bekend zijn of moeten zijn.

 Wanneer dient de koper te reclameren in geval van non-conformiteit, 7:23 en art. 39 WK
bepalen dat dit het geval is indien hij niet binnen bekwame tijd (BW) of binnen een redelijke
termijn (Verdrag) nadat hij de non-conformiteit heeft ontdekt of had behoren te ontdekken de
verkoper hiervan in kennis stelt. Voor het Weens Koopverdrag geldt dat het tijdstip waarop de
redelijke termijn begint te lopen wordt beïnvloed door art. 38 van het Verdrag.43 Dit bepaalt dat
de koper de afgeleverde zaken moet keuren of doen keuren binnen een, gelet op de
omstandigheden, zo kort mogelijke termijn. En Nederlands recht: de klachttermijn begint niet
slechts te lopen vanaf het moment dat de koper de non-conformiteit heeft ontdekt, maar vanaf
het moment dat hij deze behoorde te ontdekken

Conclusie: I) De ontbindingsregeling in het WVK heeft, tekstueel gezien, een ander uitgangspunt dan de
ontbindingsregeling van 6:265 e.v. Volgens het BW is ontbinding mogelijk bij iedere tekortkoming in de
nakoming, tenzij deze tekortkoming ontbinding niet rechtvaardigt. Het WK daarentegen eist dat sprake is
van een wezenlijke tekortkoming. Vooralsnog is niet geheel duidelijk in hoeverre de rechtspraak op
grondslag van het BW en WVK convergeert of divergeert. Een duidelijk verschil in benadering lijkt wel te
bestaan voor het geval dat er voor de schuldeiser een alternatief bestaat, zoals nakoming met
schadevergoeding. Naar Nederlands recht behoort ontbinding in dit geval tot de mogelijke
rechtsmiddelen van de koper, terwijl het niet waarschijnlijk is dat in een dergelijk geval ontbinding ook
volgens het Weens Koopverdrag mogelijk zou zijn. De algemene regels met betrekking tot ontbinding in
het Weens Koopverdrag lijken dus strengere eisen te stellen aan ontbinding.

II)Ontbinding van de overeenkomst wordt in het internationale handelsrecht dan ook vaak gezien als het
laatste rechtsmiddel van de koper, terwijl het in het nationale recht als één van de mogelijke
rechtsmiddelen wordt beschouwd.


3

, III) Daarnaast bestaan er verschillen tussen het Nederlandse recht en het WVK voor wat betreft de
conformiteitseis en de termijn waarbinnen de koper dient te reclameren in geval van non-conformiteit. In
het internationale handelsrecht zijn, in vergelijking met het nationale recht, andere (extra) eisen
ontwikkeld ten aanzien van de conformiteit. Het feit dat het internationale handelsrecht ervan uit gaat
dat ontbinding van de overeenkomst gezien moet worden als laatste mogelijkheid voor de koper verklaart
deze andere eisen: alleen als de koper de geleverde zaken niet kan aanwenden voor eigen gebruik en niet
kan doorverkopen aan derden, kan de koper de overeenkomst eventueel ontbinden. Daarnaast wordt in
beginsel van de koper verwacht dat hij onderzoekt of ‘zijn’ nationale recht leidt tot problemen voor wat
betreft de toelaatbaarheid van of de bijzondere eisen gesteld aan de te leveren goederen. Het is immers
voor de verkoper veel moeilijker om de inhoud van de nationale bepalingen in het land van de koper na te
gaan

IV) Een ander belangrijk verschilpunt vormt de termijn waarbinnen de koper dient te reclameren indien
de goederen niet voldoen aan de conformiteitseis. Deze termijn wordt in het internationale handelsrecht
vaak zeer kort bemeten. Hoge eisen worden gesteld aan de koper. Hij dient de goederen in beginsel direct
te keuren en snel nadien te reclameren bij de verkoper. De fatale termijn die in beide regelingen op 2 jaar
gesteld is, verschilt in die zin dat deze termijn in het BW gezien wordt als een verjaringstermijn die begint
te lopen op het moment van kennisgeving aan de verkoper dat de geleverde goederen niet aan de
overeenkomst beantwoorden, terwijl deze termijn in het Verdrag een vervaltermijn inhoudt en al begint
te lopen op het moment dat de zaken feitelijk aan de koper zijn afgegeven. Opvallend is dat hier de, in het
nationale recht belangrijkste, eis dat de goederen conform de overeenkomst dienen te zijn,
overschaduwd wordt door de eisen die gesteld worden aan de koper. Door deze verschuiving wordt het
recht op ontbinding verder beperkt en de bescherming van de verkoper in het internationale
handelsrecht vergroot. Bevordert wel snel zekerheid voor partijen en brengt daarmee duidelijkheid in de
partijverhoudingen. Deze strengere of andere eisen in het Weens Koopverdrag lijken te zijn ingegeven
door de speciale omstandigheden van de internationale handel. Zo wordt een vordering gebaseerd op de
non-conformiteit van de geleverde goederen bijvoorbeeld vaak pas ingesteld na (duur) transport van de
goederen naar de koper. Ontbinding vanwege een relatief geringe tekortkoming kan in een dergelijk geval
leiden tot hoge kosten voor het opnieuw verschepen van de goederen of voor opslag gedurende een
periode waarin een nieuwe koper moet worden gezocht.

G.J.P. De Vries, “Weens Koopverdrag stuurt in het geval van niet-nakoming sterk aan op de remedie
schadevergoeding”

Stilzwijgend zal wel worden verondersteld dat het Weens Koopverdrag de problematiek van de niet-
nakoming op ongeveer dezelfde wijze zal regelen als het Burgerlijk Wetboek. In het navolgende zal echter
worden betoogd dat deze veronderstelling geenszins bewaarheid wordt. Voor veel remedies een
wezenlijke tekortkoming vereist bij het WK. Nederlands recht niet.

Conclusie: De koper is vaak aangewezen op recht op schadevergoeding. Geconcludeerd mag worden dat
een teleurgestelde koper onder vigeur van het Weens Koopverdrag, in afwijking van het Nederlands
recht, slechts in beperkte mate recht heeft op vervanging of ontbinding: pas wanneer maïskoper B
aannemelijk maakt dat de non-conformiteit van de hem geleverde maïs een ‘wezenlijke tekortkoming’
oplevert, kan hij aanspraak maken op een vervangende partij maïs of op terugbetaling van de koopprijs.
Beide inperkingen van B’s rechten liggen overigens voor de hand: wanneer de non-conforme partij maïs
aan B is afgeleverd, zal deze bij toepassing van elk van beide remedies immers in beginsel weer moeten
worden terug getransporteerd naar A en daarmee plegen bij een internationale koopovereenkomst nu
eenmaal behoorlijke kosten gemoeid te zijn; in het geval van uitoefening van het recht op vervanging


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sydneyvooijs. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $15.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$15.28
  • (0)
  Add to cart