Opkomst, verspreiding en wisselende betekenis van ‘nederzettingen’
De drie historische stedelijke groeispurten
- steden op verschillende plaatsen ter wereld ontstaan: onafhankelijk van elkaar, en vaak om verschillende redenen
- sedertdien voortdurende verstedelijking van de wereld,
maar slechts erg recent stedelijke boom die ongelijk is gebleken in haar tijd-ruimtelijke ontwikkeling:
- ruimte: lange tijd vooral in ‘ontwikkelde landen’, slechts recent stedelijke boom in ‘ontwikkelingslanden’
- tijd: geen progressieve toename, maar ‘groeispurten’
De opkomst van steden
- Bairoch-Jacobs-Mumford-debat als samenvatting van de verschillende theorieën waarom steden zijn ontstaan;
er zijn veel meer theorieën,
maar gezamenlijk geven de 3 benaderingen een goeie samenvatting van de theorievorming
1. Bairoch: steden zijn gevolg van de organisatie van grootschalige landbouw (bv. ‘hydraulische theorie’)
(bv. Teotihuacan)
2. Jacobs: steden zijn het gevolg van de opkomst van handelsnetwerken,
en hebben soms landbouw gefaciliteerd i.p.v. omgekeerd (bv. ‘economische theorie’)
3. Mumford: steden zijn het gevolg van een complexer wordende sociale structuur
(bv. ‘religieuze theorie’ en ‘militaire theorie’) (bv. Uruk)
- theoretisch debat nog niet uitgeklaard omdat er meestal co-incidentie was van de 3 aspecten,
en o.b.v. archeologische vondsten kan oorzaak/gevolg niet makkelijk achterhaald worden
- de vroege steden ontwikkelden onafhankelijk van elkaar,
maar Bettencourt verwijst in zijn handboek ‘Introduction to Urban Science’ naar ‘the urban package’,
oftewel een pakket van elementen die aanwezig waren bij steden die onafhankelijk van elkaar ontstaan zijn
- the settlement scaling theory: kwantitatieve benadering van het ontstaan en de eigenschappen van de 1 e steden;
van amorfe nederzettingen naar nederzettingen waar duidelijke netwerken aanwezig waren;
beide soorten steden hebben verschillende schaalcomponenten
- in elk geval een belangrijke causale link
tussen verstedelijking en complexiteit van economie/maatschappij en de daarmee verweven sociale stratificatie
- tussen de opkomst van steden en industriële groeispurt: opkomst & verval en ongelijke diffusie, waarbij vaak als
basispatroon geldt dat verstedelijking // economische expansie en handel (bv. ‘urban revival’ in West-Europa)
- opkomst van Griekse steden en later de Griekse stedelijke diaspora
- Romeinse Rijk
Vroegmoderne verstedelijking
Tussen 1500 en 1800 verschoof de macht van de middeleeuwse steden naar de uitbreiding van natiestaten. Dit ging
gepaard met een toenemende mate van verstedelijking en het ontstaan van een stedelijk systeem in Europa, maar
dit werd afgewisseld met perioden van achteruitgang:
1. 1500-1650: de ‘lange zestiende eeuw’ werd gekenmerkt door stedelijke groei en vooruitgang
2. 1650-1750: oorlog, pest en hongersnoden ontstaan van hiërarchische relaties tussen steden
3. 1750-1800: groei van kleine steden en opkomst van nieuwe steden en de proto-industriële stad
Industriële verstedelijking
- tussen opkomst van steden en stedelijke explosie: steden blijven meestal klein door gespecialiseerde
handelsfuncties; vanaf IR opnieuw stap naar meer/grote steden
- IR: schaaleconomieën => enorme explosie van steden,
en statistisch vrijwel perfecte correlatie vanaf 19e eeuw tussen industrialisering en verstedelijking
- ook hier opnieuw duidelijke link met uitdieping sociale stratificatie
- segregatie
- slums
- transformatie v/d stad om dit alles te ‘managen’
- Wat met het ontstaan van steden in wat later de USA zou worden?
- vorm waaronder industrialisering/verstedelijking-nexus plaatsvindt is erg verschillend
,Post-industriële verstedelijking
- Bell geeft aan dat er vanaf midden jaren ’50 een transformatie plaatsgrijpt
< verschuiving van ‘blue collar’ naar ‘white collar’ werk, met als gevolgen:
1. economische basis verandert = steden van industriële centra naar dienstencentra
met vooral sterke groei in finance, business services, retailing, leisure en entertainment industries
2. toegenomen (auto)mobiliteit = suburbanisatie van bewoners, maar ook steeds meer van jobs
3. toegenomen koopkracht = steden als consumptieplaatsen en eigen/groter huis buiten de stad
4. interferentie van nieuwe vormen van ongelijkheid + internationale migratie = nieuwe vormen van segregatie
‘post-industriële’ samenleving
- ‘postmodern global metropolis’, ‘cosmopolis’, ‘post-metropolis’: een ruimtelijk en sociaal gefragmenteerde
metropool als resultaat van 6 ‘geografieën van herstructurering’:
(1) herstructurering van economische basis van verstedelijking
(2) inbedding van de stad in een globaal systeem van ‘wereldsteden’
(3) radicale herstructurering van stedelijke vorm
(4) veranderingen in het stedelijke sociale weefsel
(5) de opkomst van surveillance, controle en verdediging
(6) radicale veranderingen in stedelijke ‘imagineries’
Los Angeles
- archetypische ‘post-industriële stad’
- voornaamste tendenzen:
1. herstructurering economische basis, bv. groei van nieuwe ‘technopolen’ in voorheen suburbane/rurale gebieden,
nieuwe vormen van industriële organisatie zoals ‘sweatshops’ o.b.v. uitgebreide laaggeschoolde arbeid,
centrum ingenomen door kantoren met ‘business services’
2. toenemende impact ‘mondialisering’, bv. ‘multiculturalisme’ en groei als financieel centrum voor de Pacific Rim
3. hervorming van stedelijke vorm:
gentrificatie, enorme ‘sprawl’ en vorming van ‘edge cities’ en ‘metropolitan regions’
4. veranderende sociale structuur: toenemende ongelijkheid, vaak // etniciteit
5. privatisering van stedelijke ruimtes, bv. opkomst ‘gated communities’
6. post-moderne ‘imagineering’ van de stedelijke ruimte
Een vierde groeispurt? ‘The urban age’
- verstedelijking is sedert enkele decennia aan het mondialiseren: volgens de UN World Urbanization Prospects
zijn we aanbeland in ‘the urban age’, en dit proces zet zich nog steeds verder
- schatting van VN: In 2007 begon de balans stedelijk/niet-stedelijk positief te worden.
vandaag: zo’n 55% v/d wereldbevolking is ‘stedelijk’, in 2050 zal dat 2/3 v/d bevolking zijn
- wat nieuw is: in de vorige groeispurten was verstedelijking alleen geassocieerd met uitdieping / nieuwe vormen van
sociale stratificatie, maar ook met economische ontwikkeling; is nu niet meer zo eenduidig het geval…
- bevolkingsgroei = hoofdzakelijk stedelijke groei
- definitie van wat ‘stedelijk’ betekent - type indicatoren
- gebruikte drempelwaardes
- ‘stad’ - geografische context
- dimensie die benadrukt wordt in de operationele definitie - bevolkingsomvang
- economische basis
- administratieve criteria
- functionele benaderingen
- sociologische criteria
- combinatie bevolkingsexplosie / veralgemeende verstedelijking zorgt voor volledige ‘urban belts’
, De industriële stad – Misère au Borinage
Kapitalistische investeringscyclus
doel: G < G’
risico op overaccumulatie
G = geld
W = waren/goederen
AK = arbeidskracht
PM = productiemiddelen
P = productie
Schaalaspecten
1) Oorzaken van de crisis in de verstedelijkte Borinage
- vraag naar steenkool gedaald globale schaal
- handelsovereenkomst met Duitsland nationale schaal
- mono-industriële economie stedelijke/regionale schaal
2) Strategieën van de arbeiders in de Borinage
- sectorale stakingen en demonstraties regionale schaal
- sectoroverschrijdende stakingen en demonstraties nationale schaal
- collectieve organisatie stedelijke/regionale schaal
- voor zij die aangesloten zijn bij de vakbond: herverdelingsapparaten door op nationaal niveau te mobiliseren
- integratie in wederkerige netwerken lokale/regionale schaal
3) Strategieën van de werkgevers (koolmijnen)
- op zoek naar nieuwe markten voor de steenkool globale steenkool
- voorraden en de openbare ruimte verdedigen en stakers bestraffen door op nationaal niveau te mobiliseren
Sferen van economische integratie – Karl Polanyi
vermarkting collectivisering communautarisering
Nog steeds in crisis
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annadeckmyn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.68. You're not tied to anything after your purchase.