Mocht je de minor HRM volgen aan de Hogeschool van Amsterdam, dan is deze samenvatting van H1 van 'Gedrag in organisaties' van Ablas & Wijsman een geschikte samenvatting. Deze leerstof wordt in het eerste tentamen van het vak HRM behandeld.
Gedrag in organisaties
1 Individu en organisatie
1.1 Gedrag en motivatie
Gedrag
Het waarneembare van handelingen van mensen.
Voorbeeld: collega’s zien koffie drinken, hun mobieltjes checken, samen veel lachen.
Gedrag wordt onderzocht in de psychologie, sociologie, antropologie en politicologie.
Mentale processen
Processen in de hersenen, het denken en herinneren, het waarnemen, het voelen etc.
Bij het bestuderen van gedrag gaat het niet alleen om het verklaren van dat gedrag, maar
ook om het voorspellen van gedrag en om het beïnvloeden daarvan. Relevante vragen in de
context van arbeidsorganisatie zijn bijvoorbeeld: Hoe komt het dat die werknemer zich zo
vaak ziek meldt? Wat kan het management doen om ziekteverzuim en verloop onder
personeel te verminderen? Hoe kan productief gedrag bevorderd worden? Hoe stimuleren
we samenwerking tussen mensen? Hoe motiveer je mensen? Wat voor gedrag van
leidinggevenden hoort daarbij?
Motivatie
Het totaal van beweegredenen of motieven dat op een bepaald ogenblik werkzaam is binnen
een individu. Die motieven kunnen leiden tot de bereidheid om bepaalde inspanningen te
verrichten. Motivatie is afgeleid van het Latijnse woord “movere”, dat betekent: in beweging
zetten.
Er zijn drie stromingen van motivatie. Motivatie wordt bepaald door:
interne krachten (behoeften);
externe krachten (situatie);
betekenisgeving aan situatie en behoeften.
1.1.1 Motivatie door interne krachten
Freud, de grondlegger van de psychoanalyse, noemt de interne krachten ‘driften’. Deze
driften zijn aangeboren, hebben een lichamelijke oorsprong. Zij zijn drijfveren voor het
handelen. Moderne psychologen hebben de gewoonte om interne krachten ‘behoeften’ te
noemen.
Theorie van Maslow
Maslow gaat ervanuit dat aan het gedrag van alle mensen een vijftal behoeften ten
grondslag ligt. De volgende behoeften worden door hem onderscheiden:
1. Fysiologische (lichamelijke) behoeften: zaken die nodig zijn om in leven te blijven
(voedsel, water, slaap, goede lichaamstemperatuur).
2. Veiligheidsbehoeften: behoefte aan veiligheid, zekerheid en bescherming.
3. Sociale behoeften: behoefte aan sociaal contact, aan vriendschap, liefde en ergens
bij horen.
4. Erkenningsbehoeften: behoefte aan waardering en respect door anderen, aan
achting en status.
5. Zelfsactualiseringsbehoeften: behoefte aan kennis, waarheid en wijsheid om tot
zelfontplooiing of persoonlijke groei te komen.
, Twee uitgangspunten ten grondslag aan Maslows theorie:
1) Deprivatie van behoeften leidt tot activatie. Wanneer er sprake is van een tekort
(deprivatie), een onbevredigende behoefte, zal de mens in beweging komen
(activatie). Hij zal maatregelen nemen die kunnen leiden tot bevrediging van die
behoefte.
2) Behoeften zijn hiërarchisch geordend. Mensen komen pas toe aan bijvoorbeeld de
erkenningsbehoeften als de onderliggende behoeften bevredigd zijn.
Deficiëntiebehoeften
Wanneer je in beweging komt vanuit een tekort op de eerste vier behoeften. Dat is niet het
geval bij de laatste behoefte, de zelfactualiseringsbehoefte. Deze is fundamenteel van
andere aard. Mensen worden namelijk niet meer gedreven door een tekort, maar door de
wens zich te ontplooien tot het meest optimale menszijn dat ze kunnen bereiken. Maslow is
van mening dat lang niet alle mensen toekomen aan hun volledige ontplooiing.
Theorie van Alderfer
Er zijn drie behoeften volgens Alderfer. Hij heeft die beschreven in zijn ERG-theorie:
1) Existentiële behoeften: behoefte aan materiële zekerheid, goede
werkomstandigheden en een vast salaris. Vergelijkbaar met Maslows fysiologische
behoeften en veiligheidsbehoeften.
2) Relationele behoeften: behoefte aan goede relaties met andere mensen, liefde en
vriendschap. Vergelijkbaar met Maslows sociale behoeften en erkenningsbehoeften.
3) Groeibehoeften: behoefte aan persoonlijke groei, aan mogelijkheden om zichzelf te
ontplooien. Vallen grotendeels onder de zelfsactualeringsbehoeften van Maslow. De
behoefte aan zelfrespect wordt door Alderfer wel bij de groeibehoeften gerekend. Bij
Maslow hoort zelfrespect bij de erkenningsbehoeften.
Alderfer gaat ervanuit dat verschillende soorten van behoeften tegelijkertijd aanwezig kunnen
zijn. Er is geen vaste volgorde of vaste hiërarchische ordening. Daarnaast poneert hij de
frustratie-regressie-hypothese: hoe meer de bevrediging van hogere behoeften
gefrustreerd worden, des te belangrijker de behoeften van een lager niveau worden. Evenals
Maslow is Alderfer van mening dat deprivatie van behoeften zal leiden tot activatie.
Theorie van McClelland
Volgens McClelland ontwikkelt ieder individu in de eerste levensjaren een eigen
behoefteprofiel. In zo’n profiel is een behoefte dominant aanwezig en deze dominante
behoefte bepaalt de gerichtheid van de persoon, onafhankelijk van de situatie waarin die
persoon zich bevindt. Het gaat hierbij om een stabiel kenmerk. McClelland onderscheidt drie
behoefteprofielen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wnguyen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.33. You're not tied to anything after your purchase.