Hoofdstuk 1 Gedrag en invloeden op gedrag
Psychologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van het gedrag en de mentale
processen van de mens als individu. Een onderdeel van de psychologie is de sociale psychologie.
Daarbij staat centraal hoe mensen elkaar beïnvloeden. Sociale psychologie is dat deel van de
psychologie dat zich bezighoudt met de wisselwerking tussen het individu en zijn sociale omgeving.
Sociologie is de wetenschap die zich bezighoudt met hert bestuderen van de manier waarop mensen
in grote verbanden samenleven. Samengevat: psychologen richten zich op het gedrag van het
individu. Sociologen richten zich op het gedrag van groepen mensen en op de manier waarop mensen
samenleven.
Veel gedrag is bewust en opzettelijk van aard. Je moet naar college, je trekt je jas aan en je pakt je
fiets uit de schuur. Er zijn ook activiteiten die we onbewust uitvoeren, zoals het wijven met de handen
of het tikken van de voet. Voor anderen is dit gedrag vaak wel waarneembaar. Zelf heb je het soms
niet in de gaten. Reflexen zijn ook onbewuste (automatische) activiteiten.
Ons gedrag wordt bepaald door erfelijke factoren en omgevingsfactoren. Zo kan ons aangeboren
temperament zorgen voor een rustige basis, of voor een snel geëmotioneerd en prikkelbaar zijn.
Opvoeding en sociale omgeving bepalen sterk of een bepaalde aanleg ook tot uiting komt.
Lichamelijke factoren die gedrag beïnvloeden
Je genen bepalen wie je bent en daarmee een deel van je gedrag. Niet iedereen heeft een gezond,
sterk lichaam. Niet iedereen is intelligent en zit psychisch gezond in elkaar. Andere voorbeelden van
lichamelijke factoren die gedrag kunnen beïnvloeden zijn honger, dorst, pijn of medicijngebruik.
Psychische factoren die gedrag beïnvloeden
Sommige mensen zijn altijd vrolijk. Zien overal de zon schijnen en hun glas is halfvol. Anderen hebben
een pessimistische aard, zien altijd beren op hun bad en hun glas is altijd halfleeg. Dit zijn
voorbeelden van psychische factoren die gedrag beïnvloeden. Theorieën:
- Persoonlijkheidseigenschappen, zoals intelligentie
- Drijfveren: wat je wel of niet motiveert
- Attitudes: houding ten opzichte van jezelf, anderen en bepaalde onderwerpen
- Zelfbeeld: kijk je positief of negatief naar jezelf?
Sociale factoren die gedrag beïnvloeden
Je hebt veel rollen: kind, ouder, collega, buurman, geliefde, teamsporter enzovoort. Bij al die
verschillende rollen vertoon je ander gedrag. Een bijzondere sociale situatie is de werksituatie. Op je
werk heb je ander contact met mensen dan in je privésituatie. Vaak is dat contact formeler of
functioneler. Een rol is gekoppeld aan een positie, de plaats die je inneemt in de organisatie.
Culturele en spirituele factoren die gedrag beïnvloeden
In onze kindertijd leren wij van onze ouders welke gedragsregels belangrijk zijn in de omgang met
andere mensen. In onze cultuur zijn de gedragsregels ander dan in China. Op het platteland kan het
anders zijn dan in de stad. Ook spirituele factoren bepalen gedrag. Mensen kunnen in hun gedrag
sterk beïnvloed worden door hun geloofsovertuiging. Veel mensen verrichten handelingen die
samenhangen met hun geloof: rituelen, bepaald eten bereiden, bidden, offeren enzovoort.
Fysische en geografische factoren die gedrag beïnvloeden
Vergelijk eens het gedrag van een Eskimo en een vrouw in een dorpje in de tropen. Door de
verschillen in klimaat en weer hebben ze een ander dagritme, andere kleding en andere activiteiten.
De psychoanalyse
Sigmund Freud is de grondlegger van de eerste belangrijke stroming in de psychologie: de
psychoanalyse. Kort samengevat gaat Freud ervan uit dat onbewuste krachten een sterke invloed
hebben. Dat is niet alleen het geval als mensen ziek of verlamd worden of psychische problemen
krijgen. Ook in het dagelijks leven spelen onbewuste (seksuele en agressieve) driften een belangrijke
rol. De eerste zes jaar van het leven ziet hij als bepalend voor het leven. Om met andere te kunnen
samenleven, moeten mensen leren hun onbewuste lusten te kanaliseren en sublimeren. Bij
sublimeren worden seksuele en agressieve lusten omgezet in sociaal geaccepteerd gedrag,
bijvoorbeeld houthakken of voetballen.
,In de psychoanalytische theorie gaat met ervan uit dat het menselijk gedrag deterministisch is. de
mens is afhankelijk van het lot en heeft daar geen invloed op. Psychoanalysten geloven dus niet in de
vrije wil van de mens.
Het behaviorisme
John B. Watson is de grondlegger van het behaviorisme. Watson vindt dat de psycholoog
waarneembaar gedrag (behavior) moet bestuderen omdat dit de enige objectieve manier is om nuttige
kennis over mensen te verkrijgen. Behavioristen richten zich niet op innerlijke processen. Die
vergelijken ze met een ‘black box’ omdat ze niet waarneembaar zijn. Behavioristen zijn van mening
dat omgevingsfactoren veel meer bepalend zijn voor gedrag dan erfelijke factoren. In principe is
volgens het behaviorisme elk gedrag aan te leren, mits men de goede omgevingsfactoren kan
inzetten. Andere belangrijke vertegenwoordigers van het behaviorisme zijn Pavlov en Skinner. De
leerprincipes die de behavioristen ontdekken worden toegepast in de gedragstherapie.
De humanistische psychologie
De humanistische psychologie is een reactie op de twee vorige genoemde stromingen. De
basisideeën zijn:
- Mensen hebben een vrije wil
- Alle individuen zijn uniek en gemotiveerd om hun mogelijkheden volledig te benutten
- Echt begrip van menselijk gedrag kun je alleen leren door mensen te bestuderen, dus niet
door het bestuderen van dieren
- Psychologen moeten individuen bestuderen in plaats van het gemiddelde van groepen
Maslow en Rogers zijn belangrijke grondleggers van deze stroming. Humanisten vinden dat verdere
groei in de volwassenheid mogelijk is en dat je je vrij kunt maken van beperkende invloeden.
Humanistische psychologen hebben een positieve kijk op de aard van mensen. Zij zien bij de
pasgeborene een natuurlijke aanleg om dingen te willen leren tot aan de grenzen van zijn
mogelijkheden. De termen zelfontplooiing en zelfactualisatie horen bij de humanistische psychologie.
De cognitieve psychologie
Hierbij gaat het erom dat je met experimenten checkt of je veronderstellingen (hypothesen) wel of niet
juist zijn. In experimenten vindt men bijvoorbeeld:
- Ratten kunnen uit zichzelf de weg leren vinden in een doolhof (einde behaviorisme).
- Mensen zijn in staat om nieuwe informatie te verwerven en daarmee weer nieuwe concepten
te ontwikkelen.
- Mensen zijn in staat om door hun denkvermogen veranderingen in het eigen gedrag te
realiseren. Zij kunnen flexibel omgaan met situaties, maken eigen keuzes en geven betekenis
aan situaties.
- Mensen ontwikkelen persoonlijke, vereenvoudigde modellen om zich staande te houden in
complexe situaties.
De cognitie over een onderwerp is de verzameling van iemands gedachten, kennis en inzichten over
dat onderwerp. Cognitieve gedragstherapie wordt veel toegepast bij psychische problemen.
De positieve psychologie
Deze nieuwe stroming wil een bijdrage leveren aan het optimaal functioneren van mensen en
groepen. Het accent wordt gelegd op wat (wel) goed gaat, op de sterke kanten, en op de
mogelijkheden voor verdere ontwikkeling. Men wil graag weten welke zaken leiden tot geluk of welzijn.
De neuropsychologie
Met het rechtsreeks kijken bij gebeurtenissen in de hersenen heeft men gevonden waar een beslissing
in de hersenen wordt genomen. Bij neuropsychologie wordt er naar hersenactiviteit gekeken.
De evolutionaire psychologie
De evolutionaire psychologie kan verklaringen geven hoe bepaald gedrag voortkomt uit gedrag dat
lang geleden in de evolutie is aangeleerd en in onze genen is opgeslagen.
,Samenvatting 1
- Psychologen bestuderen het gedrag van mensen en de mentale processen die dat gedrag
beïnvloeden. Gedrag staat voor waarneembare activiteiten.
- We onderscheiden, lichamelijke, psychische, sociale, culturele en spirituele, en fysische
(natuurkundige) en geografische factoren die gedrag kunnen beïnvloeden.
- Gedragingen kunnen ook een genetische basis hebben.
- De sociale en de culturele omgeving bepalen in grote mate welk gedrag kinderen wordt
aangeleerd.
- Freuds psychoanalyse stelt dat onbewuste krachten als driften de mens bepalen. Hij ziet de
eerste zes jaar van het leven als bepalend voor iemands ontwikkeling.
- De behavioristische psycholoog richt zich alleen op gedrag en niet op het denken. In principe
is elk gedrag aan en af te leren.
- De humanistisch psycholoog ziet wel een zekere aanleg bij mensen, maar de omgeving zorgt
voor vruchtbare grond. Mensen hebben de behoefte om zichzelf te ontwikkelen.
- De cognitief psycholoog richt zich niet alleen op gedrag, maar ook op innerlijke processen die
het gedrag beïnvloeden. Mensen gaan actief en betekenisvol met situaties om.
- De positieve psychologie is een nieuwe stroming die zich richt op het bestuderen en
bevorderen van welzijn en geluk.
- De neuropsychologie heeft veel informatie gevonden over ons gedrag door direct te kijken
naar wat er in onze hersenen gebeurt.
- De evolutionaire psychologie kan verklaringen geven hoe bepaald gedrag voortkomt uit
gedrag dat lang geleden in de evolutie is aangeleerd en in onze genen is opgeslagen.
, Hoofdstuk 2 Persoonlijkheid
Ieder mens gedraagt zich op haar of zijn kenmerkende manier en heeft een eigen combinatie van dit
soort eigenschappen. Die kenmerkende manier van gedragen noemen wij iemands persoonlijkheid.
Soms spreekt met dan van iemand karakter. Psychologen spreken over persoonlijkheid.
De persoonlijkheid is de verzameling van duurzame eigenschappen die iemands gedrag kenmerken.
Gedrag en persoonlijkheid zijn nauw met elkaar verbonden: je persoonlijkheid komt tot uiting in je
gedrag. Uit je gedrag leiden anderen kenmerken van jouw persoonlijkheid af.
Nature-nurture
De persoonlijkheid wordt bepaald door erfelijke factoren (de genen die je meegekregen hebt van je
ouders: ‘nature’) en door omgevingsfactoren (de invloeden die je ondergaan hebt door de omgeving
waarin je opgroeit: ‘nurture’). In de wetenschap heet dit de nature-nurture-discussie. In welke
verhouding erfelijke of omgevingsfactoren gemiddeld invloed hebben op de persoonlijkheid, blijft
moeilijk vast te stellen.
The Big Five
Van alle theorieën over persoonlijkheid is er één die nu algemeen gebruikt wordt: The Big Five. Deze
theorie kent vijf dimensies waarop een positie tussen twee uitersten aangeeft hoe het op die dimensie
zit met iemands persoonlijkheid. The Big Five kent vijf dimensies, waarop je van hoog tot laag kunt
scoren:
1. Extraversie – mate van gericht zijn op de buitenwereld
2. Vriendelijkheid – gericht zijn op belang van zichzelf of van de ander
3. Zorgvuldigheid – mate van gedisciplineerd en georganiseerd zijn
4. Emotionele stabiliteit – mate van stabiliteit en stressbestendigheid
5. Openheid voor ervaringen – mate van vernieuwend of behoudend zijn
Extravert en introvert
Introvert of extravert gedrag is zowel genetisch bepaald als afhankelijk van omgevingsfactoren. Bij
introverten is het zenuwstelsel actiever, waardoor ze iets alerter reageren op wat er gebeurt dan
extraverten.
Socialisatie en persoonlijkheidsontwikkeling
Je maakt deel uit van verschillende groepen mensen: je gezin, je sportclub, je medestudenten, je
familie, je vrienden, de organisatie waar je werkt enzovoort. Binnen al die groepen vertoon jij gedrag.
Dat kan per situatie nogal verschillen. Het aanvoelen van wat in een bepaalde situatie het juiste
gedrag is leer je als kind. Als jongere heb je belangrijke waarden van je ouders overgenomen, ze zijn
ook jouw waarden geworden. We noemen dat het verinnerlijken van waarden en normen.
Socialisatie is het overnemen en verinnerlijken van gedrag, normen en waarden die binnen een
bepaalde groep algemeen aanvaard zijn.
Humanistische psychologie en persoonlijkheid
Mensen zijn in grote mate vrij om zelf belangrijke keuzes te maken in hun leven. Mensen worden voor
een deel gevormd door erfelijkheid en opvoeding, maar zij bepalen ook zelf wie ze willen zijn. Mensen
hebben fundamentele behoeften die om bevrediging vragen. Wanneer het lukt om die basisbehoeften
te bevredigen, komen andere behoeften naar voren, zoals de behoefte aan schoonheid en wijsheid.
Mensen zijn van nature gericht op zelfactualisatie, ze willen zichzelf ontplooien.
Grondleggers van de humanistische psychologie zijn Rogers, Maslow en Allport.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudoosterhoff. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.35. You're not tied to anything after your purchase.