100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie Nectar vwo 4 H1, 3, 4 en 7 $6.51
Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie Nectar vwo 4 H1, 3, 4 en 7

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Een overzichtelijke samenvatting dat Biologie Nectar vwo 4 H1, 3, 4 en 7 bevat.

Preview 2 out of 12  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 3, 4 en 7
  • June 28, 2024
  • 12
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Bio SE 4

1.1
 Gedrag = alles wat dieren of mensen doen en laten
 Paringsgedrag = bij wilde varkens is dit in de herfst
- beer produceerd speeksel en sterk ruikende urine om de zeug te verleiden
- Ook duwt hij met de neus tegen de zijkant van de rug (ook tijdens de paring)
 Inwendige prikkel = prikkels die van binnen komen (hormonen en honger en dorst gevoel)
 Uitwendige prikkel = komen van buitenaf (beweging, geur en geluid)
 Motiverende factoren = combinatie van inwendige en uitwendige prikkels en dit verhoogt de motivatie tot
bijvoorbeeld een paring
 Drempelwaarde = de hoogte van de motivatie door een of meer prikkels die leidt tot een bepaald gedrag
 De respons = het gedrag dat ontstaat als de drempelwaarde hoog genoeg is
 Verzorgingsgedrag = is gericht op de gezondheid van een dier
 Voortplantingsgedrag = is gericht op het krijgen van biggen
 Gedragssystemen = de samenhangende onderdelen van gedrag
 Gedragselementen = hieruit bestaat een gedragssysteem
 Gedragsketen = vaste volgorde van gedragselementen
 Natuurlijke gedrag = gedrag van wilde dieren die niet beïnvloed worden
 Functies van gedrag kan zijn
- Overleven van het individu
- Overleven van de soort
 Wanneer dieren niet in het wild leven is het gedrag soms niet meer nodig, in de stallen wordt het wilde
leven wel zo goed mogelijk na gedaan
1.2
 Ethogram = een lijst met objectief en nauwkeurig beschreven gedragselementen
 Objectief = zonder oordeel vooraf (een gedragsonderzoek is objectief)
 Input = welke prikkels een dier ontvangt
 Output = welk gedrag daaruit ontstaat
 Antropomorf = een persoonlijke mening die gebaseerd is op menselijke emoties
 Ethologie = de tak van de wetenschap die onderzoek doet naar diergengedrag
 Beschrijvend onderzoek = onderzoek aan de hand van metingen en tellingen (veel gedragsonderzoeken)
 Expirimentele onderzoek = een onderzoek waarbij een experiment van pas komt (meeuwen experiment)
 Sleutelprikkel = een dergelijke essentiële prikkel, waarop altijd hetzelfde gedrag volgt
 Supernormale prikkel = de versterkte sleutelprikkel
 Gevoelige periode = de periode vlak na de geboorte van een dier
 Inprenting = leren in de gevoelige periode, bijvoorbeeld het aanleren van een jong wie zijn moeder is
 Associatief leren = een bepaalde prikkel koppelen aan een andere prikkel
1.3
 Signalen = een taalt dat bestaat uit prikkels waarmee dieren het gedrag van soortgenoten willen
beïnvloeden
- Dit is voor niet-soortgenoten niet mogelijk te begrijpen
- Communicatie = het doorgeven van informatie aan soortgenoten (bijvoorbeeld waar veel eten te
vinden is)
- Bij bijen wordt de plaats van het voedsel doorgegeven aan de hand van de stand van de zon en
ook het aantal trillingen van de achterkant van de bij verteld hoe ver het vliegen was
- Mensen en dieren willen hun gedrag zo efficiënt mogelijk uitvoeren

 Rituelen = als gedrag een symbolische betekenis voor de soortgenoten krijgt
- Hierdoor komen dieren te weten of ze vijanden zijn of niet
- Ritueel gedrag kan later leiden tot balts gedrag (paringsgedrag)
 Conflictgedrag = dit treedt op wanneer een dier of mens prikkels ontvangt die leiden tot twee tegengestelde
typen gedrag
 Ambivalent gedrag = gedragssystemen wisselen elkaar af van twee type gedrag (aarzelen)
 Omgericht gedrag = door het innerlijk conflict ontstaat er agressief gedrag (als je boos bent het gooien van
een steen in het water bijvoorbeeld)
 Overspronggedrag = dit gedrag past niet in de situatie, er treedt een heel ander gedrag op

,  Dreiggedrag = ontstaat vaak op de grens van een territorium (kan leiden tot gevechten)
 Taakverdeling = elk individu heeft een eigen functie bij het voortbestaan van de kolonie
1.4
 Aangeboren = dit gedrag is al bij de geboorte aanwezig en het hoeft niet aangeleerd te worden
 Gewenning = dieren leren om niet langer te reageren op een bepaalde prikkel (eerder afleren)
 Aangeleerd gedrag = gewenning kun je ook weer afleren
- De zang van vogels is maar beperkt aangeboren, de rest is aangeleerd
 Immiteren = het na doen van andere
 Sociaal gedrag = leren met andere om gaan
- Het ontwikkelen van sociaal gedrag is een belangrijk aspect van het welzijn van dieren
 Rangorde = de dieren laten weten welke er dominant zijn en welke minder
 Associatief leren = het geluid van een deur in verband met het voer dat ze krijgen
 Klassieke conditionering = het verband tussen twee verschillende prikkels (het horen van de schoolbel leidt
op vergelijkbare wijzen tot eindelesdag bij leerlingen)
 Trial-and-error = alles proberen te doen voor iets (hierdoor leer je gedrag te ontwikkelen)
 Skinnerbox = een kooi voozien van een hendel die bij aanraking een luikje opent waar voedsel onder ligt
 Operante conditionering = dieren krijgen een beloning of straf voor hun handelingen
- Het gaat om het combineren van twee opeenvolgende gebeurtenissen
1.5
 Cultuur = het verschijnsel dat individuen binnen een groep verglijkbaar gedrag vertonen
 Rolpatroon = de rollen van mannetjes en vrouwtjes
 Aangeleerd gedrag = de verschillende rolpatronen binnen verschillende culturen
 Inzicht = mensen en dieren leggen nieuwe verbanden tussen gebeurtenissen of situaties (aanleiding kan
toeval zijn)
 Inlevingsvermogen = wanneer dieren met elkaar meeleven en aan de hand daarvan een keuze maken
 Waarde = bijvoorbeeld eerlijkheid
 Normen = gedragsregels
 Door dieren in een ruimte te zetten met veel prikkels zorgt dat ervoor dat de dieren zich minder vervelen en
dat hun welzijn toeneemt. Ze leren ook nieuw gedrag ontwikkelen

3.1
 Controle-experiment / blanco = hiermee controleer je bij een onderzoek of de combinatie de oorzaak is van
het resultaat of door een andere factor
 Bij een experimenteel onderzoek mag er maar één factor verschillen
 Afhankeijke variable = wat de onderzoeker meet of registreert als het resultaat van de factor die hij in het
experiment verieert
 Onafhankelijke variable = bijvoorbeeld de temperatuur
 Bij experimenteel onderzoek moet je duidelijk benoemen wat de afhankelijke en onafhankelijke variable
zijn
 Herhaalbaar en controleer baar = dit moet een verslag zijn
 Vervolgonderzoek = wanneer één onderzoek niet voldoende is volgt een vervolgonderzoek
 Eenduidige onderzoeksvraag = hierin staat de onderzoeksvraag, de vraag gaat over de invloed van een
onafhankelijke variable op een afhankelijke variable
 Hypothese = voorlopig antwoord
 Methode = het werkplan
 Materialen = spullen die je nodig hebt voor het onderzoek
 Resultaten = de uitslag van het onderzoek kan je bijvoorbeeld verwerken in een tabel of grafiek
 Conclusie = de conclusie trek je uit de resultaten
 Discussie en verklaring = je legt uit waarom de conclusie zo is
3.2
 Plaag = dieren brengen veel schade toe aan bijvoorbeeld graslanden
- Om een plaag te verhelpen moet je het aantal van dat dier kunnen tellen
 Beschrijvend onderzoek = als het onderzoek gaat om het registreren van waarnemingen
 Kwantitatief onderzoek = als het gaat om aantallen
 Indicatoren = dit gebruik je bijvoorbeeld als hulpkiddel om moleculen aan te tonen
 Hoe laat je overzichtelijk je resultaten zien
- Tabel

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diannherder. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.51
  • (0)
Add to cart
Added