abiotische factorenalle invloeden uit de levenloze natuur
accumulatie ophoping, vaak gebruikt voor een schadelijke stof in voedselketens
1. Factor die de snelheid van een proces laag houdt 2. Factor die het
beperkende factor
aantal individuen in een populatie laag houdt - bijv. voedsel.
binomale de wetenschappelijke naamgeving die bestaat uit twee delen; de
naamgeving geslachtsnaam en soortsnaam
biologische bestrijden van plagen met biologische methoden, bijv. door een
bestrijding natuurlijke vijand te gebruiken of gebruik te maken van lokstoffen
biotische factoren alle invloeden uit de levende natuur
carnivoor vleeseter
type van symbiose, waarbij de individuen van de ene soort voordeel
commensalisme
hebben en de individuen van de andere soort geen nadeel
bestudeert de dynamiek van de wisselwerking tussen organismen,
populaties of levensgemeenschappen (de biotische milieufactoren) en
ecologie de relaties tussen organismen, populaties, levensgemeenschappen of
landschappen en de niet-biologische omgeving (de abiotische
milieufactoren).
min of meer begrensd gebied met bepaalde eigenschappen waarbinnen
ecosysteem
de abiotische en biotische factoren een eenheid vormen
epifyten zijn organismen die op planten groeien zonder hieraan voedsel
epifytisme
te onttrekken (in tegenstelling tot parasieten).
habitat leefomgeving van een organisme
herbivoor planteneter
hybride nakomeling van twee verschillende soorten
zijn symbiosevormen tussen een schimmel en een fotosynthetisch
korstmossen
organisme (een alg)
levensgemeenschap alle populaties die in een bepaald gebied leven
type van symbiose waarbij de individuen van beide soorten voordeel
mutualisme
hebben
ecologische nis - de rol die een soort in het geheel van relaties in het
niche
ecosysteem.
ontsnippering het weer samenvoegen van kleine stukken leefgebied
een kromme waarbij het verband tussen een factor en een activiteit is
optimum(kromme) uitgezet, bijv. verband tussen temperatuur en enzymactiviteit: er is een
beste temperatuur(optimum), waarbij de enzymactiviteit het hoogst is.
type van symbiose waarbij het ene individu voordeel heeft en het
parasitisme andere individu nadeel ondervindt, voordeel en nadeel in de zin van
negatieve beïnvloeding van de levensverwachting
groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich
populatie
onderling voortplanten
predatie het doden en als voedsel gebruiken van dieren
schakel een voedselketen is opgebouwd uit schakels (organismen)
organismen die onderling kunnen voortplanten en daarbij vruchtbare
soort
nakomelingen krijgen
langdurige samenleving van individuen van verschillende soorten. Er
symbiose bestaan drie typen van symbiose: mutualisme, commensalisme en
parasitisme
taxonomie de wetenschappelijke indeling van soorten
gebied dat door een of meer individuen van een soort wordt bezet en
territorium
tegen binnendringende soortgenoten wordt verdedigd
, de uiterste waarde van een abiotische milieufactor, waarbij individuen
tolerantiegrenzen
van een soort nog net in leven blijven
versnippering het opdelen van het leefgebied in kleine stukken
een reeks van soorten, te beginnen bij een producent, waarbij elke
voedselketen
soort voedselbron is voor de volgende
voedselweb geheel van voedselrelaties binnen een levensgemeenschap
H8
aeroob met zuurstof
algenbloei explosieve toename van biomassa van fytoplankton en andere algen
ammonificerende bacterie die ureum en eiwitten uit dode resten van organismen omzet
bacterie tot ammonium (NH4+)
anaeroob zonder zuurstof
atmosfeer dampkring / lucht om de aarde heen
m.b.v. zonlicht in staat zijn chemische energie vast te leggen met
autotroof fotosynthese / uit anorganische stoffen organische stoffen kunnen
maken
totale hoeveelheid energierijk materiaal in een organisme (meestal het
biomassa
drooggewicht genomen)
laatste stadium na successie, waarbij abiotische factoren en
climaxstadium soortensamenstelling min of meer constant zijn De populaties zijn in
evenwicht, de diversiteit is hoog en het ecosysteem is stabiel.
composteren gecontroleerd afbreken van organische stoffen
organisme, dat andere organismen als voedselbron gebruikt. Een
consument
cosument is dus een heterotroof organisme
denitrificerende
bacterie die nitraat omzet in gasvormig stikstof (N2)
bacterie
detritus dode resten van planten en dieren
1. Maximale grootte van een populatie die een ecosysteem kan , 2.
draagkracht Maximale beïnvloeding van een ecosysteem door invloeden van
buitenaf waarbij een ecosysteem zich nog kan handhaven.
min of meer begrensd gebied met bepaalde eigenschappen waarbinnen
ecosysteem
de abiotische en biotische factoren een eenheid vormen
eutrofiëring verrijking van water met voedingsstoffen
brandstoffen die in vroegere tijden zijn gevormd en geen deel uitmaken
fossiele brandstoffen
van de huidige kringlopen
plankton dat voor de energievoorziening afhankelijk is van
fotosynthese. Hiertoe behoren zowel algen als bacteriën zoals
fytoplankton blauwalgen. Fytoplankton is de grootste primaire producent van
zuurstof op aarde. Het is de voedselbron van zoöplankton en van veel
hogere dieren.
andere organismen nodig voor organische stoffen (niet zelf kunnen
heterotroof
maken uit anorganische stoffen)
organisch materiaal, ontstaan door gedeeltelijke afbraak van
humus
plantaardige en dierlijke resten op de bodem
nitrificerende
bacterie die van ammonium nitraat maken
bacterie
ecosysteem dat als eerste ontstaat in een gebied, waar geen of vrijwel
pionierecosysteem
geen leven was
ongeremde vermenigvuldiging van een bepaald soort organisme;
plaag
oorzaak is vaak voldoende voedsel en geen natuurlijke vijand
populatie groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diannherder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.63. You're not tied to anything after your purchase.