Geofysica is een natuurkundig vakgebied over de dampkring, oceanen, aardoppervlak en de aarde zelf
Inwendig = aardbevingen, aardmagnetisme en aardwarmte
Aardoppervlak bestaat 2/3 uit water
Metrologie en klimatologie bestuderen de dampkring, luchtstromingen en wolkvorming
- Metrologen = het weer op een bepaald moment (weersverwachting)
- Klimatologen = het weer in een gebied bestuderen voor minimaal 30 jaar
Trillingen door een aardbeving geven inzicht in de aardlogen en de vervorming van de aardkorst kan helpen
met het voorspellen van vulkaanuitbarstingen en aardbevingen
Een aardbeving onder zee kan een tsunami veroorzaken
Kennis over de aardwarmte geeft inzicht in de bouw en ontstaan van de aarde
Weersverwachting is nuttig voor alle soorten van verkeer en de handel
Inzicht in klimaatverandering helpt mensen om zich aan te passen
Onderzoek aan gesteente van de aarde kan, maar wel in een dunne laag (diepste gat in de aarde is 12 km) er
zijn verschillende technieken:
1. Weerstandsmetingen = verschil in elektrische weerstand meten door elektroden in de grond te brengen en
de elektronische weerstand op verschillende plekken te meten
2. Elektromagnetische metingen = geeft aan of er geleidende materialen in de bodem zitten, een zendspoel
creëert een elektromagnetisch veld, dit wekt inductiestroom op, een 2 e veld ontstaat en interfereert met het
uitgezonden veld
3. Magnetometrie = door het magnetisch veld van een gebied te meten kun je kleine variaties in het
magnetisch veld zichtbaar maken
4. Zwaartekrachtsmetingen = gesteente onder de grond met een kleinere of grotere dichtheid dan de omgeving
geeft een verandering in de zwaartekracht, en dus krijg je info over de dichtheid van de steen
5. Seismologie en seismiek = je meet de golven van een aardbeving op verschillende plekken wat informatie
geeft over de binnenkant van de aarde. Bij seismiek worden er trillingen door mensen opgewekt
6. Experimentele petrologie = gesteenten in een lab onder hoge temperatuur brengen zodat je weet wat er in
de warme aarde gebeurd met dat gesteente
7. Remote sensing = metingen van de aarde op afstand door satellieten in geostationaire banen om de aarde
8. Diepzee onderzoek = bodem en temperatuur in de oceaan
Sferen = het opdelen van de aarde in 4 delen
- Lithosfeer = buitenste laag van losse tektonische platen. Oceanische lithosfeer is 0 tot 100 km dik en
heeft een hogere dichtheid van de continentale lithosfeer
- Asthenosfeer = niet vloeibaar, maar kan wel vervormen en zorgt voor de beweging van de tektonische
platen, 150 tot 200 km dik
- Hydrosfeer = vloeibare deel van water
- Atmosfeer = gas laag van 50 km dik rond de aarde dat bestaat vooral uit stikstof, zuurstof, waterdamp en
koolstofdioxide. (binas 30f en 34)
, Kringlopen (cycli)
- Gesteentecyclus = de verandering van gesteente door druk, temperatuur, regen en wind
- Tektonische cyclus = bewegen van tektonische platen ten opzichte van elkaar
- Watercyclus = transport van water aan het aardoppervlak
G2
Tektonische platen bewegen 2,5 cm per jaar gemiddeld en ze drijven op de mantel waarin het gesteente
vloeibaar is
- Schuiven langs elkaar, van elkaar af of naar elkaar toe
- Als er genoeg spanning is verplaatsen ze in een schokkende beweging = aardbeving
- De energie die vrijkomt verplaatsen zich in trillingen, de plek waar de energie vrijkomt is het
hypocentrum
- Plek aan het aardoppervlak boven het hypocentrum is het epicentrum
- Met een seismograaf kun je de trillingen meten
- De amplitude in de grafiek is de hoeveelheid energie dat vrijkomt
- Gebruik de schaal van richter (30A)
- Totale hoeveelheid energie van magnitude 3 = 10 11 J
Soorten golven
P-golven = primair, komt als eerst aan met een hoge snelheid, dit zijn
longitudinale golven die zich door de mantel en de kern voortplanten.
S-golven = secundair, komen als tweede aan, zijn transversale golven die door de mantel voortplanten
L-golven = last, komen als laatste aan, oppervlakte golven die horizontale verschuivingen veroorzaken,
langzaamste golf, maar met de meeste energie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diannherder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.54. You're not tied to anything after your purchase.