→ Onverteerbare koolhydraten geven stevigheid aan celwanden van planten
→ Verteerbare koolhydraten werken als voedingsstof
→ Koolhydraten micro niveau = koolstofverbinding = CnH2mOm
- Meestal bestaan koolhydraten uit ringvormige eenheden van 5 of 6 atomen per ring = sacharide/suikers
→ Monosachariden zijn koolhydraten die uit 1 ring bestaan en een voorbeeld hiervan is glucose
- Glucose is een hexose, een molecuul met 6 c-atomen
→ Pentose = 5 c-atomen
→ Sacharose is een disacharide die ontstaat uit een condensatie reactie van 2 ringen waarbij water ontstaat
→ Uit een monosacharide kan ook een polysacharide ontstaan
- Ze kunnen vertakt of onvertakt zijn door de vele OH-groepen
- Binas 67F3
→ Amylase kan polysacharide in monosacharide omzetten
16.2
→ Op microniveau zijn oliën en vetten esters van glycerol en vetzuren (carbonzuren met een lange koolstof
keten)
→ Letter R geeft aan dat het een koolstofketen tussen de 4 en 28 c-atomen is
→ Vetten zijn meestal tri-esters van glycerol en worden ook wel triglyceriden genoemd (bio = lipiden) (67G2)
→ Opvallende dingen
1. Vetzuren bestaan uit lange onvertakte ketens met een even aantal c-atomen (12,14,16,18 het meeste)
2. Soms zijn er 1 of meer dubbele bindingen en meestal in de cis-vorm = onverzadigde vetzuren
→ Er zijn geen OH of NH groepen, dus geen waterstofbruggen en dus ook apolair en slecht oplosbaar in water
→ Essentiële vetzuren = door voeding
→ Door hydrolyse kun je zelf oliën en vetten maken
→ Een vet is bij kamer temperatuur vast en olie vloeibaar
→ Vetten -> alleen triglyceridemoleculen met verzadigde vetzuren -> dicht op elkaar -> ruimte ertussen klein ->
sterke vanderwaalsbindingen -> hoger smeltpunt
→ Olie -> triglyceride met onverzadigde vetzuren -> ruimer door de knik
bij de cis C=C binding -> meer ruimte -> vanderwaalsbindingen
zwakker -> smeltpunt lager
, 16.3
→ Enzymen = biokatalysatoren die reacties met een factor van 106 tot 1010 kunnen versnellen
→ Aminozuren zijn op microniveau de bouwstenen van eiwitten
- 20 aminozuren ongeveer in de natuur
- R = restgroep en daar komt een andere groep atomen voor (67H1)
→ Aminozuren kunnen hergebruikt worden
→ Essentiële aminozuren moet je via je voedsel binnenkrijgen
→ Ureum = overtollige aminozuren breekt de lever af waarbij NH2 wordt omgezet tot ammoniak en daarna tot
ureum
→ Peptide binding = amidebinding tussen aminozuren
→ Polyamide = COOH-groep met NH2-groep (met het hartje)
→ Peptide = korte eiwitten van minder dan 20 aminozuren
→ Als de reactie andersom verloopt is het een hydrolysereactie
→ Naamgeving
1. 3 letter afkorting van het aminozuur in het peptide achter elkaar
2. Aminozuur met het vrij NH2 staat links
3. Voor grotere peptide gebruik je één letter afkortingen (67H1)
→ Molecuulstructuur van een eiwit op 4 niveaus
1. Primaire structuur = volgorde en het aantal van de verschillende aminozuren
2. Secundaire structuur = dit ontstaat door de vorming van
waterstofbruggen
- 𝛼-helix = spiraalstructuur
- 𝛽-sheet = plaatstructuur
- Worden in ruimtelijke vorm gehouden door H-bruggen tussen
NH en C=O groepen
3. Tertiaire structuur = ruimtelijke bouw van een heel
eiwitmolecuul
- H-bruggen spelen een rol
- Hydrofobe karakter speelt een rol
→ Zwavelbruggen zijn atoombindingen die optreden tussen cysteïne-eenheden met grote ruimte tussen de
polymeerketen
→ De secundaire en tertiaire structuur worden volledig door de primaire structuur bepaalt
→ Bindingen zijn gevoelig voor temperatuur en pH
→ Denatureren = door hoge temperatuur breken H-bruggen en het eiwit verliest zijn functie
→ Quaternaire structuur = eiwitten bestaan uit meerdere ketens die in elkaar verstrengd staan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diannherder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.79. You're not tied to anything after your purchase.