,Hoorcollege 1: Inleiding in de (schriftelijke) bronnen –
15-05-2019
Old New York Diorama -> er zijn plakkaten bij het diorama geplaatst met aanvullende
informatie. Er is daar namelijk bronnenkritiek gegeven, wat de nieuwe trend is. Eerst gaan
onderzoeken en dan oordelen.
Nationaal archief: topstukken in perspectief
- Museum moet kijken naar de achtergrond en perspectief.
- Nationaal archief: meerdere, verschillende bronnen gebruiken voor een breder
perspectief.
- Archieven zijn opgericht in de tijd van natievorming. Ze zijn nationalistisch en gericht
op de natie: machthebbers hadden een grote invloed/
- De meerderheid van historische bronnen wordt echter niet bewaard.
Belang van bronkritiek: alternatieve feiten:
- Voorbeeld 1: de inauguratie van Trump zou het drukstbezochte inauguratie zijn.
Echter wanneer deze wordt vergeleken met die van Obama is dit niet het geval.
- Voorbeeld 2: De foto van Hitler op het Odeons Platz in München is een vervalsing.
Het is namelijk een dag voor de verkiezing van 1932 uitgebracht.
Wat is een bron?
- Bronnen zijn voorwerpen of getuigenissen uit of over het verleden waarop de
historicus steunt om een beeld te scheppen.
- Verschillende soorten bronnen:
o Teksten;
o Getuigenissen;
o Orale geschiedenis;
o Voorwerpen.
- Het zijn sporen uit het verleden waarop de historicus steunt bij zijn interpretatie.
- Informatie -> voetnoten
- Interpretatie -> gebaseerd op de informatie. Het is het beeld dat de historicus
schetst.
Het kompas (HOI)
- De normen kun je toepassen op de kritiek
- Echter ook al is een bron niet juist of betrouwbaar is het nog steeds wel bruikbaar.
Primaire en secundaire bronnen
- Primaire: het meest dichtbije dat je bij een bron kan komen. Bijvoorbeeld een kast.
- Secundaire: gegevens op basis van de primaire bron. Bijvoorbeeld een
boedelinventaris.
- Deze onderscheid is met name belangrijk in de Oudheid
- Einhard: verhaal over Karel de Grote. De enige informatie nog beschikbaar.
, - Socrates: schreef zelf geen teksten, alle informatie alleen beschikbaar uit andere
teksten.
Bronnen en literatuur
- Bronnen: archieven, tijdschrift, kranten. Etc.
- Literatuur: alles wat opgeschreven is door historici in boeken en artikelen. De
historiografie.
- Dingen kunnen zowel een bron als literatuur zijn.
- Bijvoorbeeld het boek van Johan Huizinga, Herfstij in de middeleeuwen. Het is een
bron als het gebruikt wordt voor een biografie over Huizinga. Het is literatuur als je
onderzoek doet naar de middeleeuwen.
Vier soorten bronnen:
1. Tekstuele bronnen;
2. Visuele bronnen;
3. Materiële bronnen;
4. Auditieve bronnen;
- Ze kunnen ook digitaal zijn.
- Onderscheid wordt gemaakt op formele kenmerken.
Tekstuele bronnen
- Drie soorten:
o Verhalende of literaire teksten;
o Diplomatieke teksten;
o Bronnen van de sociale boekhouding;
Verhalende of literaire teksten
- Kronieken, traktaten, egodocumenten, romans, gedichten, etc.
o Hebben verschillende intenties
Informeren;
Amuseren;
o Ze kunnen zowel betrouwbaar als niet betrouwbaar zijn.
Egodocumenten
- Verzamelterm voor autobiografieën, memoires, dagboeken, reisverslagen, brieven
- Eeuwenoude traditie: Confessiones van de kerkvader Augustinus (354-430)
Jacques Presser: ‘die documenten, waarin een ego zich opzettelijk of onopzettelijk
onthult –of verbergt’ (1969) -> belangrijke betekenis.
- Life writing: breder, omvat naast autobiografische bronnen ook biografieën
- Moderne autobiografieën begonnen bij Rousseau.
Dagboeken
- Stiltes in dagboeken zijn belangrijk. Wat wordt er juist niet gezegd.
- Anne Frank een beroemd voorbeeld.
Diplomatische teksten
, - Teksten die een rechtssituatie vaststellen of een nieuwe rechtssituatie scheppen
- Oorkonden:
o Wetgevend (wetten, ordonnanties)
o Juridisch (vonnissen, arresten)
o Vrijwillige rechtspraak (vrij afgesloten contracten tussen particulieren voor
notarissen)
Het is rechtsgeldig tussen twee personen.
- Hulpwetenschappen: diplomatiek, sigillografie (zegelkunde)
- Voorbeeld oorkonde van Groningen. In 1040 schonk Hendrik III landgoed aan de kerk
van Utrecht. Het is echter niet de originele maar uit een overzicht uit 1830
- Voorbeeld Akte door de perfect van Groningen. Hieraan hangen zegel, deze zijn
belangrijk omdat je hiermee de echtheid kan controleren.
Bronnen van sociale boekhouding
- Teksten die de weerslag vormen van de uitvoerende macht of van het beheer van
openbare of private administraties, ondernemingen of verenigingen
- Bv.: ambassaderapporten, stadsrekeningen, grondboeken van een abdij, notulen,
boekhouding, registers van de burgerlijke stand, etc.
- Seriële bronnen: bronnen die min of meer gelijkwaardige gegevens over een langere
periode bevatten
o Bijvoorbeeld: kranten (niet voor boekhouding)
o Sonttolregister;
o Bevolkingsregister;
o Handelingen der Staten-Generaal
- Facsimile: een zo’n goed mogelijke replica van een bron.
Visuele bronnen
- Definitie: elke inlichtingsvorm uit het verleden die met beelden is overgeleverd.
- Doel: esthetisch, informatief, fictief.
- Grotschilderingen, iconen, kunstwerken, spotprenten, affiches, reclame, fotografie,
films, etc.
- Hulpwetenschappen: kunstgeschiedenis, iconologie, foto-en filmgeschiedenis.
- Het gaat dus niet alleen maar ook kunst, maar ook bijvoorbeeld ook alledaagse
voorwerpen zoals verkeersborden.
- Voorbeelden op de PowerPoint:
o Zielenvisserij, Adriaen Pietersz: laat de katholieken (rechts) en protestanten
(links) zien.
o Spotprenten en karikaturen. Hahn: zwart/wit, arbeiders, kapitalisme zijn de
meest voorkomende kenmerken. Hahn had een goed oog voor het beeld.
Deed veel aan de sociaaldemocratische strijd.
o Selfies.
Materiële bronnen
- Definitie: elk materieel of stoffelijk overblijfsel uit het verleden.
- O.a. archeologische bronnen.
- Hulpwetenschappen: archeologie, numismatiek (muntkunde).
- Vaak toevallig bewaard.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marjandaanje1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.