Voor SWK 4 heb ik een uitgebreide samenvatting gemaakt, zo uitgebreid dat zeker 7 mensen uit mijn klas ook gebruik hebben gemaakt van mijn samenvatting. Ik heb alle hoorcolleges uitgewerkt, er staan belangrijke begrippen in, er is gemarkeerd wat sowieso in het tentamen komen en er staan oefen vrage...
1. Je kunt kennis over de rol van sociologie in het pedagogisch denken en de
verhoudingen tussen deze disciplines correct benoemen.
2. Je kunt kennis over wat cultuur is en verschillende cultuurtypologieën benoemen, en
beschrijven hoe culturen in verschillende contexten (o.a. organisaties en leefmilieus)
kunnen verschillen en veranderen.
3. Je kunt de rol van armoede, ongelijkheid, uitsluiting en hieraan gerelateerde theorie
met betrekking tot de leefwerelden van jeugd kritisch beschrijven en herkennen in
pedagogische casuïstiek.
4. Je kunt de belangrijkste begrippen op het gebied van organisatie en beleid relateren
aan het beroep van een pedagoog.
5. Je kunt actuele spanningen en grootstedelijke casuïstiek kritisch relateren aan een
historisch en hedendaags maatschappelijk perspectief.
Boeken: De samenleving. Kennismaking met de sociologie
Andere dingen die goed zijn om te weten: jaartallen hoef je niet te
weten,
,SWK 4 | Sociologisch denken | Emran Riffi Acharki | 15
april 2024 | 1. Wat is sociologie?
Literatuur: hoofdstuk 1 1.1 t/m 1.5 en hoofdstuk 2.1
Leerdoelen:
1. Je kunt het ontstaan van sociologie beschrijven vanuit de relevante
maatschappelijke ontwikkelingen en hierbij een aantal klassieke
sociologen benoemen
2. Je kunt drie basisconcepten (interactie, cultuur en interdependentie)
van sociologie benoemen en beschrijven
3. Je kunt globaal beschrijven hoe sociologen analyseren en aan de hand
van praktijkvoorbeelden toelichten waarom dit relevant is voor
pedagogen
Letterlijke betekenis van de begrippen hoorcollege 1:
Wat is sociologie = Sociologie is de studie van de sociale netwerken,
vaak wordt sociologie ook gedefinieerd als de wetenschap van de
maatschappij.
Functie
sociologisch perspectief = Het algemene in het bijzonder zien. Het
handelen van mens en maatschappij wordt sterk bepaald door onze
sociale omgeving
ontstaan sociologie
o verband maatschappelijke ontwikkelingen
o gemeinschaft’ versus ‘gesellshaft’ = staat voor
gemeenschap en maatschappij. Gemeinschaft (gemeenschap) is
een samenleving met sterke affectieve bindingen en
saamhorigheid en gesellschaft (vennootschap) mensen dicht op
elkaar wonen, maar vrij individueel leven.
o Vervreemding = het gevoel dat men met de samenleving en
haar cultuur niet meer te maken heeft
o mechanische versus organische solidariteit = in een
traditionele samenleving is er sprake van mechanische
solidariteit, mensen zijn dan met elkaar verbonden door
gelijkenissen. Mensen doen hetzelfde werk en hebben dezelfde
verantwoordelijkheden. In de moderne samenleving geldt
organische solidariteit, mensen zijn met elkaar verbonden door
hun verschillende arbeidstaken en verantwoordelijkheden.
o Waardevrijheid = Weber vond dat er bij het verrichten van
onderzoek altijd waardes in het spel waren, die de uitkomst van
, een onderzoek konden beïnvloeden. Waardevrijeheid houdt in dat
je onderzoekt zonder dat de resultaten worden beïnvloed door
voorkeur of morele waarde
o Rationalisering = de overgang van een traditionele naar een
moderne rationele samenleving (een samenleving wat berust op
wetenschappelijke gronden of feiten en waar op een
verstandelijke manier wordt nagedacht)
o Onttovering = weber en sociologen na hem omschrijven
hiermee de aard van de moderne westerse samenleving, waarin
wetenschappelijke verklaring en hogere waarde heeft dan geloof
en waarin keuzes worden gemaakt op basis van rationele doelen.
o analyseniveaus (micro, meso, macroniveau) = Micro: direct
persoonlijk ‘face to face’ contact met andere mensen, Meso:
concrete organisaties en instellingen, Macro: Samenleving en
haar instituties.
(de sociologische) theorie = de manier hoe wordt gedacht of te wel
de gedachteconstructie waarmee sociale verschijnselen kunnen
worden verklaard.
theoretische benaderingen
o structureel functionalisme = de samenleving wordt gezien als
een groot sociaal systeem met onderdelen die ieder bijdragen
aan het voortbestaan van het geheel. Elk onderdeel heeft een
functie ten opzichte van het geheel.
o Conflictsociologie = het tegenover gestelde van
functionalisme. De samenleving wordt niet gekenmerkt door
samenhang, maar door sociale ongelijkheid. Deze ongelijkheid
ontstaan doordat bepaalde groepen meer macht, privileges en
middelen hebben dan andere groepen.
o symbolisch interactionisme = mensen geven betekenis aan
de wereld aan de hand van symbolen om hen heen. Symbolen
kunnen van alles zijn: woorden afbeeldingen, voorwerpen etc. de
betekenis die men eraan toekent, kan per persoon verschillen en
wordt onder ander beïnvloed door iemands culturele context.
o rationele keuze benadering = deze theorie gaat er van uit dat
mensen een bewuste keuze maken waarbij ze alle opties
rationeel afwegen.
Leerdoelen uitgewerkt:
Sociologie is de studie van de sociale netwerken. De sociologie is
ontstaan tijdens de Franse revolutie (1789) de standen maatschappij
verdween (de 1e stand- de geestelijke stand, de 2e stand – de adel en de
3e stand – de boeren en de burgers) dit werd gevolgd door de
, industriële revolutie in de 19e eeuw. De gevolgen van de industriële
revolutie was arbeidsdeling, verstedelijking, de samenleving werd
complexer ook verdween de kerkelijke macht (secularisering). Er ontstond
veel chaos, want wie was wie?
Tönnies, Marx, Durkheim en Weber waren 4 sociologen met allemaal een
iets andere kijk naar de sociologie. Tonnies was een Duitse socioloog hij
is bekend geworden vanwege zijn onderscheid tussen gemeenschap en
maatschappij (gemeinschaft naar gesellschaft). Gemeinschaft
(gemeenschap) is een samenleving met sterke affectieve bindingen en
saamhorigheid. Van mensen die ver uit elkaar wonen die toch een hele
hechten band hebben, terwijl in de moderne Gesellschaft (vennootschap)
mensen dicht op elkaar wonen, maar vrij individueel leven. Er zijn sterke
economische bindingen met onderlinge concurrentie.
Marx was de grondlegger van de arbeidersbeweging/arbeidsdeling,
ook bouwde Marx voort op het concept vervreemding. Marx legt nadruk
op ongelijkheid, bij een vrije markt neemt welvaart toe, maar niet voor
iedereen gelijk. Marx was bezorgd over de uitbuiting van de
arbeidersklasse, maar ziet wel de kwalificatiefunctie van het onderwijs.
Kunnen economische voordelen behalen met een schooldiploma.
Durkheim was een Franse socioloog, hij ontwikkelde de theorie van
het collectief bewustzijn. Volgens Durkheim is de mens gebonden aan de
normen van de omgeving, waarin de mens als sociaal wezen gedoemd is
te verblijven. Sociale feiten kunnen alleen verklaard worden uit andere
sociale feiten. Durkheim ontwikkelde de theorie van mechanisme naar
organische solidariteit. Mensen doen dagelijks hetzelfde, denken en
oordelen in gelijke mate en vechten tegen dezelfde natuurelementen om
te overleven.
Ook Weber was een Duitse socioloog. Hij wordt ook wel de
grondlegger van de moderne sociologie genoemd. De onttovering van de
wereld is het proces van rationalisering (de overgang van een traditionele
naar een moderne rationele samenleving) waarbij praktische problemen
niet meer met magie op te lossen maar met technologie.
Mensen vormen samen een maatschappij. Er zijn drie bouwstenen in de
sociologie; interactie, cultuur en interdependentie. Mensen zijn met
elkaar verbonden, ze zijn op elkaar gericht, door elkaar gevormd en van
elkaar afhankelijk. Mensen letten op elkaar, oriënteren zich op elkaar en
stemmen hun gedrag op elkaar af dit heet interactie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daanlisa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.