100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting voedingsleer 2 $6.42   Add to cart

Summary

Samenvatting voedingsleer 2

 95 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

onderwerpen: alcohol, mineralen en spoorelementen, eiwitten, vitaminen

Preview 4 out of 30  pages

  • No
  • H2, h5, h6, h7
  • August 23, 2019
  • 30
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Examen Voedingsleer semester 2 Lana Heymans



Hoofdstuk 2: eiwitten
1. Wat zijn eiwitten

 Plantaardige en dierlijk eiwitten zijn bronnen van stikstof voor het organisme.
 Enkel nitrificerende bacteriën kunnen stikstof uit lucht nemen en afgeven aan planten.
 Nadien wordt anorganische stikstof wordt door planten omgezet in organische stikstof.
 De mens krijgt organische stikstof van planten en dieren.
 Aminozuren bestaan uit de elementen koolstof, waterstof, zuurstof en stikstof
 In de eiwitten vinden we een 20-tal aminozuren terug



Het kenmerk van alle aminozuren is dat één koolstofatoom zowel een aminogroep als een
carboxylgroep draagt. Datzelfde koolstof draagt een waterstof en een zijketen (R) van wisselende
structuur. Deze aminozuren worden aan elkaar gebonden door een peptidebinding (via
carboxylgroep en aminogroep) met afsplitsing van water. De eigenschappen en de ruimtelijke
structuur van de polypeptiden worden bepaald door het aantal en de aard en volgorde van de
aminozuren in de keten.



 Complexe eiwitten
o Glycoproteïnen (koolhydraten) van het speeksel
o Lipoproteïnen (lipiden) zoals de chylomicronen
o Nucleoproteïnen (nucleotiden) de ribosomen
o Fosfoproteïnen (fosforzuren) zoals caseïne
o Metalloproteïne (Fe, Cu, Zn) zoals ferritine


Van de 2 aminozuren kan ons lichaam er 11 zelf aanmaken in de lever. De 9 aminozuren die ons
lichaam niet kan aanmaken zijn essentiële aminozuren.

 Essentiële aminozuren: moeten opgenomen worden via de voiding
o fenylalanine, isoleucine, leucine, lysine, methionine, threonine, tryptofaan en valine
o Kinderen < 8 jaar: idem volwassenen + histidine

 Niet-essentiële aminozuren: Synthese door lever, nooit tekorten.
o alanine, asparaginezuur, cysteïne, glutaminezuur en tyrosine

 Semi-essentiële aminozuren: Synthese door lever, soms tekorten
o arginine, asparagine, glutamine, glycine, serine en proline




1

, Examen Voedingsleer semester 2 Lana Heymans


2. eiwitbehoeften

 eiwitbehoefte volwassenen
o Norm 9-11% eiwitten moet de voeding bevatten
o 0,8-1g/kg lichaamsgewicht/dag
 Hoe jonger, hoe meer
 3-10jaar -> 0,9gram per kg lichaamsgewicht
o 2/3 plantaardige eiwitten
o 1/3 dierlijke eiwitten



3. Eigenschappen van eiwitten

 Dierlijke eiwitten aanwezig in vlees, melk- en melkproducten, eieren
 Plantaardige eiwitten aanwezig in groenten, aardappelen, graanproducten
 Door behandeling met zuur, loog of door verhitting kan de ruimtelijke structuur van het eiwit
verstoord worden, dit is noemt men denaturatie.
 Eiwitten stollen bij een hoge temperatuur, zoals bijvoorbeeld bij het koken van een ei
 Het bindweefsel van vlees wordt afgebroken door hitte, namelijk het collageen dat zal
omgezet worden tot gelatine
 Door de Maillard-reactie zal de voedingswaarde van het eiwit dalen. Zo zal bij sterilisatie van
melk een reactie plaatsvinden tussen lactose en lysine, waardoor de biologische waarde van
het melkeiwit vermindert. Deze reactie komt veel minder uitgesproken voor bij UHT-melk
door de korte verhitting.




4. Functies van eiwitten

 Structurele eiwitten zoals keratine en collageen
 Enzymeiwitten zoals pepsine en lipase
 Transporteiwitten zoals albumine, lipoproteïne en hemoglobine.
 Structurele eiwitten zoals myosine en actine
 Beschermende eiwitten zoals antilichamen, thrombine en fibrinogeen.
 Hormooneiwitten zoals insuline en glucagon
 Opslageiwitten zoals ferritine



 Kleefvermogen
o Gluteneiwitten zijn aanwezig in tarwe, rogge, gerst en haver. Zij zorgen bij de
bereiding van brood voor de elasticiteit
o Het gebruik van gluten kan bij bepaalde groepen zowel kinderen (Coeliakie) als
volwassenen (inheemse spruw) een atrofie van de darmvlokken veroorzaken met




2

, Examen Voedingsleer semester 2 Lana Heymans


malabsorptiestoornissen. Deze intolerantie tegenover gluten is blijvend en een
glutenvrije voeding is zeer belangrijk.

5. Eiwitten in de voeding

1) Dierlijke eiwitbronnen
 Vlees, vis, eieren, melk en melproducten
 bevatten alle essentiële aminozuren in voldoende hoeveelheden en in een goede
verhouding en zijn bovendien goed verteerbaar.
 Ze hebben dus een hoge biologische waarde.

2) Plantaardige eiwitbronnen
 peulvruchten, sojaproducten (behalve sojaolie en sojascheuten), noten en
graanproducten zoals brood, deegwaren en rijst
 in mindere mate aardappelen en groenten
 met uitzondering van soja-eiwitten, bevatten ze vaak te weinig van één of meerdere
essentiële aminozuren.



6. De eiwitkwaliteit

 De nutritionele kwaliteit van een eiwit wordt bepaald door zijn vermogen om de
stikstofbehoefte en de essentiële aminozuurbehoefte te dekken;
 De eiwitkwaliteit wordt uitgedrukt als de “Protein Digestibility Corrected Amino Acid Score”
(PDCAAS).
 Een PDCAAS lager dan 100 % betekent dat er minstens één essentieel aminozuur beperkt is.
 Een score hoger dan 100 % betekent dat er geen limiterende aminozuren zijn. De PDCAAS
van ei, melk, kaas, vlees en vis ligt boven de 100 %.
 De PDCAAS van soja, mais, rijst en tarwe bedraagt respectievelijk 99 %, 58 %, 55 % en 54 %.




7. Vertering en opname van eiwitten

 De eiwitketen wordt gedeeltelijk doorbroken door het enzym pepsine uit de maagwand, dat
door het zoutzuur uit pepsinogeen wordt gevormd
 De eiwitvertering gebeurt eigenlijk voornamelijk in het eerste deel van de dunne darm. Het
pancreassap bevat tal van eiwitsplitsende enzymes zoals trypsinogeen en
chymotrypsinogeen.
 Het enzym enterokinase komt uit de darmcel vrij en activeert het trypsinogeen tot trypsine,
dit trypsine activeert het chymotrypsinogeen tot chymotrypsine.
 De opname van de aminozuren gebeurt voornamelijk in het bovenste gedeelte van het
jejunum.




3

, Examen Voedingsleer semester 2 Lana Heymans




8. Stofwisseling van eiwitten

 De geabsorbeerde aminozuren komen via de poortader in de lever.
 De lever is het belangrijkste orgaan voor de aminozuurstofwisseling en de meeste
stofwisselingsreacties vinden hier plaats.
 De lever bezit het vermogen om de aminozuren in overeenstemming te brengen met de
behoefte van het organisme.
 Dit kan gebeuren door transamineren van de aminozuren. Hierbij reageert een aminozuur
met een alfa-ketozuur (oxaalazijnzuur of alfa-ketoglutaarzuur) waarbij de aminogroep wordt
overgedragen op het ketozuur. Het alfa-ketozuur dat hierbij ontstaat wordt afgebroken tot
CO2 en H2O, het fungeert dus als energiebron
 Er ontstaan ook andere aminozuren door verandering van de restgroep zoals glycine in
serine, methionine in cysteïne, fenylalanine in tyrosine.
 Het aminozuur kan ook decarboxyleren en hierbij ontstaan biogene aminen, dit zijn
belangrijke regulerende stoffen zoals histamine uit histidine, noradrenaline uit fenylalanine,
serotonine uit tryptofaan




Testje
1) Eiwitten bevatten geen energie ? Fout, het zijn bouwstenen die energie bevatten
2) Het lichaam kan geen eiwitten zelf maken? Fout, het lichaam kan 11 aminozuren zelf
maken
3) Wat is een dipeptide ? = een eiwit dat bestaat uit 2 aminozuren
4) Alle eiwitten zijn gelijkwaardig ? Fout, dierlijke eiwitten worden beter door ons lichaam
opgenomen dan de plantaardige



9. Wat hebben we geleerd ?

 Eiwitten zijn bouwstenen van het lichaam.
 Sommige aminozuren zijn essentieel doordat het lichaam ze niet zelf kan aanmaken.
 Dierlijke eiwitten zijn biologisch gezien hoogwaardiger dan plantaardige eiwitten.
 De Protein Digestibility Corrected Amino Acid Score drukt de kwaliteit uit van een test-eiwit
ten opzichte van een referentie-eiwit.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lanaheymanss. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.42  3x  sold
  • (0)
  Add to cart